Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 1979
321
Besluit van 31 mei 1979 houdende toevoeging aan hoofdstuk VII (Departement van Binnenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979 van bedragen, welke op hoofdstuk VII (Departement van Binnenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1978 onbesteed zijn gebleven en waarvoor schriftelijk verplichtingen zijn aangegaan
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 april 1979, nr. CBW79/U343;
Gelet op de wet van 21 maart 1979, Stb. 165, tot vaststelling van hoofdstuk VII (Departement van Binnenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979;
Gelet op artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976;
Gezien het rapport van Onze Minister van Financiƫn van 30 mei 1979, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken, nr. 479-2196;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Aan de artikelen van hoofdstuk VII (Departement van Binnenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979, vermeld op de bij dit besluit behorende staat, worden toegevoegd de daarbij aangegeven bedragen, welke op de overeenkomstige artikelen van hoofdstuk VII (Departement van Binnenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1978 (vastgesteld bij de wet van 8 maart 1978, Stb. 106) onbesteed zijn gebleven en waarvoor schriftelijk verplichtingen zijn aangegaan.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Soestdijk, 31 mei 1979
Juliana
De Minister van Binnenlandse Zaken a.i., J. de Ruiter
Uitgegeven de zesentwintigste juni 1979
De Minister van Justitie, J. de Ruiter