van het pensioen toepassing vindt, lager is dan f 17.914,-, wordt het met toepassing van de vorige artikelen berekende inbouwbedrag vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller is eerstbedoeld bedrag op bedoelde dag en waarvan de noemer is f 17.914,-. De uitkomst van deze vermenigvuldiging vormt in dat geval het inbouwbedrag. Het in de eerste volzin genoemd bedrag wordt door Ons gewijzigd bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel A 8.

ARTIKEL V

Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) 2

Artikel 156, eerste lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt gelezen:

1. Indien het bedrag dat tot grondslag heeft gestrekt voor de berekening van het pensioen, nadat dat bedrag is aangepast aan de hand van de in artikel 157 bedoelde regelen, op de dag met ingang waarvan artikel 155 voor de eerste maal ten aanzien van het pensioen toepassing vindt, lager is dan f 17.914,-, wordt het mettoepassing van laatstgenoemd artikel berekende inbouwbedrag vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller is eerstbedoeld bedrag op bedoelde dag en waarvan de noemer isf 17.914,-. De uitkomst van deze vermenigvuldiging vormt in dat geval het inbouwbedrag. Het in de eerste volzin genoemd bedrag wordt door Ons gewijzigd bij de algemene maatregel van het bestuur bedoeld in artikel 105.

ARTIKEL VI

Wijziging van de Aanpassingsregeling pensioenen (Stb. 1963,210) 4

1. Artikel 9, tweede lid, onder b, wordt gelezen: b. een weduwen- of wezenpensioen, toegekend krachtens de Algemene militaire pensioenwet of krachtens een vroegere militaire pensioenwet in de zin van artikel A 1, eerste lid, onder ƒ 1° en 2°, van die wet ter zake van een overlijden tengevolge van verwonding, ziekten of gebreken, als bedoeld in artikel E 11 van de Algemene militaire pensioenwet; 2. Artikel 9, tweede lid, onder c, wordt gelezen: c. een invaliditeitspensioen, toegekend krachtens een vroegere militaire pensioenwet in de zin van de Algemene militaire pensioenwet. 3. Aan artikel 9 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende: 4. Ten aanzien van een invaliditeitspensioen, als bedoeld in artikel Y 24 van de Algemene militaire pensioenwet, dat niet op grond van dat artikel op een hoger bedrag is vastgesteld, is het bepaalde in het tweede lid slechts van toepassing, indien dat pensioen, berekend naar de berekeningsmethode, welke op 31 december 1965 was opgenomen in een vroegere militaire pensioenwet in de zin van de Algemene militaire pensioenwet en naar het bedrag, genoemd in de in het tweede lid genoemde bijlage 1, een hoger bedrag beloopt dan krachtens het eerste lid het geval is. In laatstbedoeld geval treedt dat hogere bedrag in de plaats van het ingevolge het eerste lid berekende bedrag.