telijk Flevoland, sectie H, nummer 382, tot de zuidoostelijke hoek van laatstgenoemd perceel. Vandaar volgt de grens de grens van de gemeente Dronten zoals deze na toepassing van het tweede lid komt te lopen, tot het punt van uitgang.

2. De grens van de gemeente Dronten wordt nader aldus vastgesteld dat tot het gebied van deze gemeente mede gaat behoren het gebied dat wordt begrensd door de volgende lijn:

beginnende in de meest noordelijke hoek van het perceel, kadastraal bekend gemeente Oostelijk Flevoland, sectie I, nummer 198, volgt de grens welke enerzijds wordt begrensd door de percelen, kadastraal bekend gemeente Oostelijk Flevoland, sectie I, nummers 198,176,177,179,182,185, 343, 118, 282,304,130, 132,338, 250, 341, sectie L, nummers 372, 172, 173, 174, 79, 293, 308, 517 en 519 en anderzijds door de percelen, kadastraal bekend gemeente Oostelijk Flevoland, sectie I, nummers 196, 236, 237, 234, 235, 174, 173, 172, 162, 184, 342, 339, 340, sectie L, nummers 208, 283, 292, 291, 294, 300, 528,301,302, 516 en 518 tot de zuidwestelijke hoek van het perceel, kadastraal bekend gemeente Oostelijk Flevoland, sectie L, nummer 519. Vandaar volgt de grens, eerst in algemeen noordoostelijke en daarna in algemeen noord-noordwestelijke richting de bestaande grens tussen enerzijds het openbaar lichaam «Zuidelijke IJsselmeerpolders» en anderzijds de gemeenten Flarderwijk, Nunspeet en Dronten, tot het punt van uitgang.

Artikel 3

De in artikel 2 omschreven gebieden houden op deel uit te maken van het gebied van het openbaar lichaam «Zuidelijke IJsselmeerpolders».

HOOFDSTUK II

Hoger gezag

Artikel 4

1. De bevoegdheden die krachtens wettelijke voorschriften aan provinciale staten, aan gedeputeerde staten en aan Onze commissaris in de provincie toekomen, worden ten aanzien van de gemeente Lelystad uitgeoefend door Onze Minister van Binnenlandse Zaken, tenzij die voorschriften het vaststellen van verordeningen door provinciale staten betreffen. De bevoegdheid tot het vaststellen en uitvoeren van bedoelde verordeningen wordt uitgeoefend door de betrokken organen van de gemeente Lelystad. Besluiten waarbij aan het bepaalde in de vorige zinnen toepassing wordt gegeven, worden gelijkgesteld met besluiten van provinciale staten, van gedeputeerde staten of van Onze commissaris in de provincie.

2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken kan de uitoefening van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheden, voor zover deze toekomen aan Onze commissaris in de provincie, bij een in de Staatscourant te plaatsen besluit geheel of gedeeltelijk overdragen aan Onze commissaris in de provincie Gelderland.

3. Besluiten waarbij Onze Minister van Binnenlandse Zaken toepassing geeft aan het eerste lid, en besluiten als bedoeld in het tweede lid worden, voorzover daarbij belangen betrokken zijn die andere Ministers aangaan, niet genomen dan na overleg met deze Ministers.