391

Rijkswet van 28 juni 1979, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van de artikelen 1 en 2

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van de artikelen 1 en 2;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.

ARTIKEL II

De artikelen 1 en 2 van de Grondwet 1 vervallen.

Lasten en bevelen, dat deze Rijkswet in het Staatsblad en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst, en dat alle ministeriƫle departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 28 juni 1979

Juliana

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Van Agt

De Minister van Binnenlandse Zaken, H. Wiegel

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse Zaken, Van der Stee

Uitgegeven de zesentwintigste juli 1979

De Minister van Justitie a.i., H. Wiegel

' Laatstelijk qewijziad bij de wet van 28 juni 1979, Stb. 390. Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken II 1975/76, 13 957, R 1039; 1976/77, 13 957, R 1039 Hand. I11976/77, bladz. 1973 Kamerstukken I 1976/77, 13 957, R 1039 (55); 1978/79, 13 957, R 1039(109) Hand. I 1978/79, bladz. 1118, 1205.