Artikel 43

1. Met een beschikking wordt een weigering om een beschikking te geven gelijkgesteld. Het bevoegd gezag wordt geacht het geven van een beschikking te hebben geweigerd, wanneer het niet binnen zeven maanden na de datum van ontvangst van de aanvraag een exemplaar van de beschikking daarop aan de aanvrager heeft toegezonden. 2. Het bevoegd gezag kan deze termijn binnen een maand na de datum van ontvangst van de aanvraag bij een met redenen omkleed besluit met een daarbij te bepalen termijn verlengen, indien de aanvraag een zeer ingewikkeld onderwerp betreft. Voordat het bevoegd gezag een zodanige beslissing neemt, stelt het de aanvrager in de gelegenheid daarover zijn mening kenbaar te maken. 3. Indien toepassing is gegeven aan het tweede lid, deel het bevoegd gezag zijn besluit onverwijld schriftelijk mede aan de aanvrager en de betrokken overheidsorganen. 4. Het vermeldt zijn besluit in de kennisgevingen bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder a en c, en derde lid. Het voegt een exemplaar van zijn besluit bij de overeenkomstig artikel 14 ter inzage te leggen stukken. 5. Indien een aanvraag ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan het tweede lid, gecoördineerd met andere aanvragen behandeld wordt, geldt de ingevolge dat lid bepaalde termijn tevens voor de beschikking op die andere aanvragen.

Artikel 44

1. Het beroep wordt ingesteld bij Ons. 2. Het beroep kan worden ingesteld door: a. de aanvrager; b. de betrokken adviseurs; c. degenen die overeenkomstig artikel 20, 21,22, tweede lid, of 28, eerste lid, onder c, bezwaren hebben ingebracht; d. enige andere belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 20, 21,22, tweede lid, of 28, eerste lid, onder c, bezwaren in te brengen.

Artikel 45

1. Het beroepschrift wordt ingediend voor het einde van de in artikel 32, eerste lid, bedoelde termijn. 2. Indien overeenkomstig artikel 43 het geven van een beschikking wordt geacht te zijn geweigerd, kan het daartegen gerichte beroepschrift worden ingediend totdat het bevoegd gezag de beschikking op de aanvraag alsnog aan de aanvrager heeft toegezonden. 3. Wanneer het beroepschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien de klager aantoont dat hij beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden.

Artikel 46

1. Een beschikking waarop deze paragraaf van toepassing is, wordt van kracht met ingang van de dag na het einde van de in artikel 32, eerste lid, bedoelde termijn. Indien gedurende die termijn met toepassing van artikel 60a van de Wet op de Raad van State een verzoek tot schorsing van de beschikking dan wel tot het treffen van een voorlopige voorziening is gedaan, wordt de beschikking niet van kracht voordat op dat verzoek is beslist.