Artikel 18, eerste lid. Het ontwerp schrapt de mogelijkheid om voor onbepaalde tijd te worden toegelaten. De organisatie zal dus regelmatig aanvragen om hiernieuwde toelating moeten indienen. De toetsing aan de algemene en bijzondere vereisten die bij en krachtens het ontwerp-besluit geregeld zijn wordt derhalve stelselmatig herhaald, hetgeen een verscherping van het overheidstoezicht betekent. Nieuw is ook de eis dat het territoir waar de organisatie optreedt bij de toelating wordt vastgesteld. Van bijzonder belang is de verwijzing naar de categorieën van artikel 17, tweede lid. Deze verwijzing bewerkt, dat eenzelfde bedrijf dat in meer dan één van die categorieën wil functioneren even zovele afzonderlijke toelatingen nodig zal hebben, en dus ook voor elk van die categorieën afzonderlijk aan de bij en krachtens het besluit gestelde eisen zal moeten voldoen.

Artikel 18, tweede lid. Verwezen moge worden naar het in het algemeen gedeelte van deze toelichting over de algemene en bijzondere vereisten gezegde. Voor zover de vereisten voor toelating reeds los van het concrete geval te formuleren zijn dient de Minister ze krachtens artikel 18, tweede lid, te publiceren. Deze algemene vereisten zullen tevens automatisch als algemene voorschriften («voorwaarden», zegt de Wet op de weerkorpsen) aan de toelating verbonden zijn. De vereisten zullen niet meer, zoals volgens het bestaande uitvoeringsbesluit, de arbeidsvoorwaarden van het personeel kunnen betreffen; deze vermelding werd verouderd geacht. Toegevoegd is het legitimatiebewijs, ook de verslaglegging. Ten aanzien van dit laatste punt wordt nog opgemerkt, dat de verplichting en de vorm, waarin deze verslaglegging dient te geschieden, mede afhankelijk zijn van de juridische constructie waaronder de desbetreffende organisatie opereert.

Artikel 18, derde en vierde lid. Het derde lid noemt gezichtspunten waaronder de Minister een verzoek om toelating heeft te beoordelen, los van de algemene vereisten van het tweede lid. De opsomming is ruim, zowel wat onderwerpen als wat bewoordingen betreft. Over de verhouding tussen het tweede en derde lid van artikel 18 is gesproken in het algemeen gedeelte van deze toelichting. Eisen van meer permanente aard zullen krachtens het vierde lid als bijzonder voorschrift aan de individuele toelatingen kunnen worden verbonden.

Artikel 18, vijfde lid. Ook tegen een intrekking zal beroep open staan bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State.

Artikel 18, zesde lid. Deze bepaling beoogt de doelmatige uitvoering van de voorgestelde regeling te vergemakkelijken. Een wijziging van een voorschrift, behorende tot de hierboven besproken algemene vereisten, zal overigens voor alle toegelaten organisaties gelijkelijk moeten gelden.

Artikel 21 bevat overgangsrecht. Ingevolge het bestaande artikel 18, eerste lid, waren geen nachtveiligheidsdiensten voor onbepaalde tijd toegelaten zodat hiermede in de overgangsbepaling ook geen rekening behoefde te worden gehouden.

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter

De Minister van Binnenlandse Zakenal-i-,

J. de Ruiter

De Minister van Defensie,

Scholten