493

Besluit van 18 augustus 1979 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 28 april 1976 (Stb. 286), houdende wijziging van de Wegenverkeerswet (Vorderingsprocedure), van het Koninklijk besluit van 13 december 1978, Stb. 642, houdende wijziging van het Wegenverkeersreglement, en van het Koninklijk besluit van 13 december 1978, Stb. 643, houdende regelen betreffende de commissie van advies bedoeld in artikel 18a van de Wegenverkeerswet

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie, van 10 augustus 1979, nr. R 51053, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 28 april 1976, Stb. 286, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet (Vorderingsprocedure), op artikel III van Ons besluit van 13 december 1978, Stb. 642, houdende wijziging van het Wegenverkeersreglement, en op artikel 14 van Ons besluit van 13 december 1978, Stb. 643, houdende regelen betreffende benoeming, samenstelling, taak en werkwijze van de commissie van advies bedoeld in artikel 18a van de Wegenverkeerswet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

De Wet van 28 april 1976, Stb. 286, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet (Vorderingsprocedure), Ons besluit van 13 december 1978, Stb. 642, houdende wijziging van het Wegenverkeersreglement, en Ons besluit van 13 december 1978, Stb. 643, houdende regelen betreffende benoeming, samenstelling, taak en werkwijze van de commissie van advies bedoeld in artikel 18a van de Wegenverkeerswet, treden in werking met ingang van 1 oktober 1979.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Porto Ercole, 18 augustus 1979

Juliana

De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. S. Tuijnman

Uitgegeven de elfde september 1979

De Minister van Justitie, J. de Ruiter