Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1979

496

Besluit van 1 augustus 1979, houdende toevoeging aan hoofdstuk XVI (Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979 van bedragen, welke op hoofdstuk XVI (Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1978 onbesteed zijn gebleven en waarvoor schriftelijk verplichtingen zijn aangegaan

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 19 juni 1979, Centrale Hoofdafdeling Financiƫle en Economische Zaken, nr. U 39706;

Gelet op de wet van 12 april 1979, Stb. 275, tot vaststelling van hoofdstuk XVI (Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979;

Gelet op artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976;

Gezien het rapport van Onze Minister van Financiƫn van 26 juli 1979, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken, nr. 479-3008;

Hebben goedgevonden en verstaan;

Aan de artikelen van hoofdstuk XVI (Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1979, vermeld op de bij dit besluit behorende staat, worden toegevoegd de daarbij aangegeven bedragen, welke op de overeenkomstige artikelen van hoofdstuk XVI (Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 1978 (vastgesteld bij de wet van 12 april 1978, Stb. 246) onbesteed zijn gebleven en waarvoor schriftelijk verplichtingen zijn aangegaan.