2. Het in het eerste lid bedoelde onderzoek moet geschieden in een door Onze Minister daartoe erkend laboratorium. Een laboratorium wordt erkend, indien degene aan wie het laboratorium toebehoort, voor het verrichten van onderzoekingen beschikt over daartoe naar het oordeel van Onze Minister geëigende uitrusting, geschikt lokaal of geschikte lokalen en deskundig personeel, en indien aannemelijk is dat de onderzoekingen naar behoren zullen worden verricht. Een erkenning wordt door Onze Minister ingetrokken indien blijkt dat de onderzoekingen niet naar behoren worden verricht of niet meer naar behoren kunnen worden verricht. 3. Onze Minister kan met betrekking tot de uitrusting, de lokalen en het personeel, bedoeld in het tweede lid, alsmede met betrekking tot de inrichting van de bedoelde lokalen, nadere regelen stellen. 4. Van een in het eerste lid bedoeld onderzoek moet een protocol worden opgemaakt waarin de uitkomsten van dat onderzoek en de in artikel 8, eerste lid, onder b, bedoelde code van de desbetreffende partij moeten zijn vermeld. Een in de eerste volzin bedoeld protocol moet zijn opgemaakt overeenkomstig het model, vervat in de bij dit besluit behorende bijlage II en zijn gedagtekend en ondertekend door de persoon onder wiens leiding en toezicht het onderzoek heeft plaatsgevonden. In geval een onderzoek is verricht in het laboratorium van een ander dan van de fabrikant of de importeur moet degene onder wiens leiding en toezicht het onderzoek heeft plaatsgevonden een kopie van het protocol verstrekken aan de desbetreffende fabrikant onderscheidenlijk de importeur. 5. Een in het vierde lid bedoeld protocol onderscheidenlijk kopie van een protocol moet in het in artikel 5, eerste lid, onder e, bedoelde perceel worden bewaard tot het einde van de in artikel 8, eerste lid, onder c, bedoelde maand. 6. Onze Minister kan ten aanzien van de in artikel 4, tweede lid, bedoelde typen van condomen voor ten hoogste de in dat lid genoemde termijn, op verzoek van de fabrikant of importeur afwijking toestaan van de in bijlage I met betrekking tot de verouderingsproef gegeven voorschriften. 7. Een beschikking, houdende erkenning of intrekking van een erkenning als bedoeld in het tweede lid, wordt in de Nederlandse Staatscourant geplaatst.

Artikel 10

Condomen welke voorhanden worden gehouden moeten op deugdelijke, zindelijke en ordelijke wijze worden bewaard in daartoe bestemde en ingerichte lokalen.

§ 3. Wederverkopers

Artikel 11

Het is een persoon, niet zijnde fabrikant of importeur, die bedrijfsmatig condomen aflevert, verboden die condomen af te leveren, indien: a. zij zich niet in de in artikel 8, eerste lid, bedoelde verpakking bevinden; b. de in artikel 6, tweede lid, onder a, bedoelde sluiting is beschadigd; c. de in artikel 8, eerste lid, onder c, bedoelde maand is verstreken; d. de in artikel 8, eerste lid, onder e onderscheidenlijk f, bedoelde gegevens niet op de in dat artikel bedoelde verpakking of een in dat artikel bedoeld geschrift zijn vermeld.

Artikel 12

De in artikel 11 bedoelde persoon draagt zorg dat de condomen die hij voorhanden heeft, op deugdelijke, zindelijke en ordelijke wijze worden bewaard.