NOTA VAN TOELICHTING

Bijgaand ontwerp-besluit, houdende een voorstel tot wijziging van het Algemeen Besluit (Warenwet), het Margarinebesluit (Warenwet) en het Mayonaise- en slasausbesluit (Warenwet) strekt tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juli 1976 betreffende de vaststelling van het maximumgehalte aan erucazuur in oliën en vetten, die als zodanig voor menselijke consumptie zijn bestemd, alsmede in levensmiddelen waaraan oliën en vetten zijn toegevoegd (nr. 75/621/EEG) (Pb. L 202/35).

Vanwege de omstandigheid dat bij proeven met dieren is gebleken dat toediening van erucazuur en van andere docoseenzuren ongewenste effecten veroorzaakt, is in 1976 het gehalte hiervan in voor de voeding belangrijke levensmiddelen als oliën, vetten, margarine, halvarine, mayonaise en slasaus beperkt tot ten hoogste 6,5 %. Overeenkomstig bovengenoemde EEGrichtlijn dient het gehalte aan erucazuur zelve te worden beperkt tot ten hoogste 5% in alle levensmiddelen.

Aangezien door nieuwe onderzoeken niet is aangetoond dat kan worden uitgesloten dat de isomeren van erucazuur dezelfde ongewenste effecten kunnen veroorzaken, blijft de beperking van de isomeren tezamen tot ten hoogste 6,5% voor bepaalde vetrijke levensmiddelen bestaan.

De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, L. Ginjaar

De Minister van Landbouw en Visserij,

Van der Stee

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Th. M. Hazekamp