Los het kaliumjodide op ca. 50 ml water. Voeg daarna het jodium toe en los op. Vul aan met water tot 100 ml.

3.2.2.3. gal

Bereid een oplossing van de navolgende samenstelling:

gedroogde rundergal 10 g water 100 ml

Steriliseer gedurende 20 min. bij 115°C.

3.2.2.4. briljantgroenoplossing

Bereid een oplossing van de volgende samenstelling:

briljantgroen (BDH) 100 mg water 100 ml

Verhit de oplossing gedurende een half uur in een bad met en gebruik hem dezelfde dag als waarop hij is bereid. kokend water

3.2.2.5. bereiding

Bereid kort voor het gebruik op aseptische wijze een mengsel van de bovengenoemde componenten in de hieronder aangegeven verhouding:

basismedium (3.2.2.1) 100 ml jodiumoplossing (3.2.2.2) 2 ml gal (3.2.2.3) 5 ml briljantgroenoplossing (3.2.2.4I 1 ml

latiemedium (zie 7.8)

vleesextractpoeder 5 g gistextractpoeder 3 g pepton 10 g lactose 10 g saccharose 10 g dinatriumwaterstoffosfaat (Na ; HP0 4 ) p.a. 1 g natriumdiwaterstoffosfaat (NaH ; P0 4 ) p. a . 0,6 a fenolrood 0,09 3 g briljantgroen (BDH) 4,7 mg agar (gezuiverd en snel oplosbaar) 12 g water 1000 ml

Los de overige ingrediënten onder verwarming in het water op. Breng de oplossing aan de kook en laat ten hoogste 1 min. doorkoken. Koel direct af tot 50 C en giet uit in petrischalen van 15 cm doorsnede bij een zodanige temperatuur dat de agar snel in de schalen stolt. Droog de voedingsbodems vóór het gebruik goed (45 min. 37°C).

De pH dient 6,9 ± 0,1 te bedragen.

3.4. Werkwijze

Breng 25 g van het monster over in ca. 225 ml van het niet-selectieve vloeibare medium (3.2.1). Bebroed deze vloeistof 16-20 uur bij 37°C en breng daarna 10 ml over in ca. 100 ml tetrathionaatbouillon (3.2.2).

Bebroed de vloeistof gedurende 48 uur bij 42,5 ± 0,5°C. Strijk na 18-20 uur en na 48 uur de tetrathionaatbouillon met behulp van een entoog (2,3-3 mm) uit op briljantgroen fenolrood agar-platen (3.3). Bebroed de platen gedurende 18-24 uur bij 37°C en beoordeel ze op het voorkomen van specifiek rode kolonies. Onderzoek enkele van deze kolonies op de onder 3.5 genoemde identificatiereacties. (Indien gewenst, kan naast de briljantgroen fenolrood agar ook een ander isolatiemedium worden gebruikt).