6. Indien het advies van de bedrijfsgeneeskundige dienst daartoe aanleiding geeft verzoekt Onze Minister de directie van het Algemeen burgerlijke pensioenfonds de ambtenaar in aanmerking te brengen voor maatregelen of voorzieningen als bedoeld in het vorige lid onder b.

Artikel 60

1. Indien voor een ambtenaar een bedrijfsgeneeskundig onderzoek wordt aangevraagd op grond van het bepaalde in het derde lid of het vijfde lid onder b van artikel 59, doet Onze Minister hem daarvan, onder vermelding van de motieven en de desbetreffende bepaling, schriftelijk mededeling. 2. Het oordeel van de vanwege de bedrijfsgeneeskundige dienst optredende geneeskundige, die een onderzoek heeft verricht als bedoeld in artikel 59, wordt zo spoedig mogelijk aan de ambtenaar en aan Onze Minister medegedeeld. 3. De ambtenaar, die zich met het oordeel van de in het tweede lid bedoelde geneeskundige niet kan verenigen, kan daartegen, mits binnen driemaal vierentwintig uur nadat hette zijner kennis is gebracht, onder opgave van de redenen schriftelijk bezwaar maken bij Onze Minister. Indien de ambtenaar zijn behandelend geneesheer bereid heeft gevonden desgevraagd aan de in het vierde lid bedoelde commissie mondeling of schriftelijk zijn mening kenbaar te maken, doet hij daarvan - onder opgave van naam en adres van de arts - in het bezwaarschrift mededeling. 4. Behalve indien Onze Minister, na overleg met de bedrijfsgeneeskundige dienst, het bezwaar van de ambtenaar reeds aanstonds voldoende gegrond acht, wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift door een commissie van drie geneeskundigen een hernieuwd onderzoek ingesteld. In deze commissie, die zal worden aangewezen door het hoofd van de bedrijfsgeneeskundige dienst, zal geen zitting mogen hebben de in het tweede lid bedoelde geneeskundige. De commissie deelt haar oordeel zo spoedig mogelijk mede aan Onze Minister, die vervolgens de ambtenaar daarvan in kennis stelt alsmede aan de behandelend geneesheer van de ambtenaar. 5. De kosten van het hernieuwde onderzoek komen voor rekening van het Rijk. Ten aanzien van eventuele reis- en verblijfkosten van de ambtenaar is het bepaalde in artikel 96 van toepassing.

Artikel 61

1. Ter beantwoording van de vraag, of volledige dienstuitoefening al dan niet blijvend uitgesloten moet worden geacht, kan de ambtenaar na overleg tussen Onze Minister en de bedrijfsgeneeskundige dienst worden onderworpen aan een onderzoek, dat desverlangd kan worden bijgewoond door een door de ambtenaar gekozen geneeskundige. Deze kan ter zake mondeling of schriftelijk van advies dienen. 2. Blijkt bij het in het vorige lid bedoelde onderzoek-waaraan de ambtenaar gehouden is zijn medewerking te verlenen - dat hij op grond van ziekte of gebreken is geraakt in een toestand van blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van zijn functie, dan verzoekt Onze Minister aan de directie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds dienaangaande een beslissing te nemen. Van dit verzoek wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de ambtenaar.

Par. 2. Bezoldiging in geval van ziekte tijdens het dienstverband

Artikel 62

1. De ambtenaar, die wegens ziekte verhinderd is zijn dienst te verrichten, geniet gedurende de kalendermaand, waarin de verhindering is ontstaan en gedurende de daarop volgende achttien maanden zijn volle bezoldiging en daarna 80% van zijn bezoldiging.