Staatsblad

van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1979

604

Wet van 24 oktober 1979, houdende naturalisatie van Auad, Eduard en 25 anderen

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Auad, Eduard en 25 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging, voor zoveel nodig, van de bewijsstukken bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het Nederlanderschap wordt bij deze verleend aan:

1 Auad, Eduard, geboren te Cairo (Egypte) 23 april 1925, wonende te Rotterdam (Zuid-Holland), met bepaling dat, voor zoveel nodig, de spelling van verzoekers geslachtsnaam wordt vastgesteld als «Auad» en de voornamen van zijn minderjarige zoon als «Alfred Edouard»; 2 Auad, Joseph Edouard, geboren te Beiroet (Libanon) 6 november 1957, wonende te Rotterdam (Zuid-Holland), met bepaling dat, voorzoveel nodig, de spelling van verzoekers geslachtsnaam wordt vastgesteld als «Auad» en zijn voornamen als «Joseph Edouard»; 3 Bhegani, Ahmed Ibrahim, geboren te Kaberamaido (Oeganda) 15 maart 1928, wonende te Arnhem (Gelderland), met bepaling dat, voorzoveel nodig, de geslachtsnaam van verzoeker wordt vastgesteld als «Bhegani»; 4 Shah, Yemnabai, geboren te Masaka (Oeganda) 14 september 1925, echtgenote van Bhegani, Ahmed Ibrahim, met bepaling dat, voor zoveel nodig, de geslachtsnaam van verzoekster wordt vastgesteld als «Shah»;