NOTA VAN TOELICHTING

Op basis van de Zaaizaad- en Plantgoedwet bestaat de mogelijkheid tot verlening van kwekersrecht voor rassen van een groot aantal land- en tuinbouwgewassen. In Nederland, maar ook in andere landen, schrijdt de ontwikkeling in veredeling en teelt steeds voort en breidt de handel zich gestaag uit. Sortimentsvernieuwing speelt hierbij een belangrijke rol. Hierdoor ontstaat vooral in de sterk groeiende sierteeltsector, in toenemende mate behoefte aan uitbreiding van het aantal gewassen waarbinnen kwekersrecht mogelijk is.

Bovendien leidt de internationale samenwerking in de Unie tot Bescherming van Kweekprodukten (U.P.O.V.) steeds meertot een multinationale benadering en aanpak van het kwekersrecht. Voorbeelden hiervan zijn het harmoniseren, centraliseren en voor elkaar verrichten van het identiteitsonderzoek en het op elkaar afstemmen van gewassen, waarvoor kwekersrecht openstaat, en van de tarieven. Nederland steĆ¼nt in de mate van het mogelijke het U.P.O.V.-streven de voorwaarden en de mogelijkheden van verlening van kwekersrecht binnen de Unie te harmoniseren.

In het licht van het bovenstaande voorziet het onderhavige besluit in uitbreiding van de mogelijkheid kwekersrecht te verwerven door aanwijzing van een viertal nieuwe gewassen.

Met name bij de gewassen kalanchoƫ en liatris neemt het gerichte veredelingswerk in Nederland steeds grotere vorm aan. Deze veredeling is, gezien de daardoor verkregen en nog te verwachten vernieuwing en verbetering van het rassensortiment, van belang voor de huidige en toekomstige positie van de Nederlandse sierteelt. Mede op grond van deze tendensen en resultaten zal de kweker de gelegenheid moeten hebben voor het ontwikkelen van nieuwe rassen, waaraan doorgaans hoge kosten zijn verbonden, een redelijke beloning te verwerven door middel van kwekersrechtbescherming.

De opname van bougainville moet worden gezien als een bijdrage van Nederland aan het streven van de U.P.O.V. naar internationalisering van kwekersrecht in de mate van het mogelijke. Dit streven richt zich, zoals hierboven reeds is gesteld, in toenemende mate op samenwerking bij het identiteitsonderzoek en op het met elkaar in overeenstemming brengen van de nationale lijsten van gewassen, waarvoor kwekersrecht is opengesteld. In dit kader zal door Denemarken kwekersrecht worden geopend voor onder meer hyacinth, tulp en narcis.

Van het gewas bes, waarin het gerichte veredelingswerk al had geleid tot een kwekersrechtsysteem voor rode, zwarte en kruisbes, wordt kwekersrecht ook mogelijk gemaakt voor de witte bes, alsmede onderlinge kruisingen tussen deze soorten. Evenals thans het geval is blijft hierbij de beperking tot de nutsvormen gehandhaafd.

Ten slotte zij vermeld dat het betrokken bedrijfsleven, overeenkomstig artikel 94 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet in de gelegenheid gesteld over het ontwerp daarvan zijn mening kenbaar te maken, heeft verklaard met het onderhavige besluit in te stemmen.

De Minister van Landbouw en Visserij, Van der Stee