worden te zijn berekend geheel of gedeeltelijk samenvalt, overschrijdt de som van de inbouwbedragen - voorzover deze geacht kunnen worden betrekking te hebben op een tijd overeenkomende met de samenvallende diensttijd - niet het bedrag van het algemeen pensioen, dat geacht kan worden betrekking te hebben op een tijd overeenkomende met bedoelde samenvallende diensttijd.

2. Indien een overschrijding als bedoeld in het vorige lid plaats zou vinden, wordt het voor ieder pensioen berekende inbouwbedrag, voor zover betrekking hebbende op samenvallende diensttijd als bedoeld in het vorige lid, verminderd tot een zodanig deel van het bedrag van het algemeen pensioen bedoeld aan het slot van het vorige lid, als elk inbouwbedrag zich verhoudt tot de som van die bedragen. 3. Indien de som van de inbouwbedragen, ook na toepassing van het vorige lid, een bedrag gelijk aan 80 percent van het algemeen pensioen overschrijdt, wordt deze overschrijding in mindering gebracht op elk inbouwbedrag in de verhouding waarin elk van die bedragen staat tot de som daarvan. 4. Indien aan een belanghebbende pensioen is of geacht wordt te zijn toegekend en tevens pensioen krachtens een andere regeling, als bedoeld in het volgende lid, is - of voor de toepassing van met deze paragraaf overeenkomende bepalingen van die regeling geacht wordt te zijn -toegekend, vinden de vorige leden voor zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing. Het bepaalde in de vorige volzin geldt met dien verstande, dat indien het betreft pensioenen toegekend krachtens een militaire pensioenwet, voor de toepassing van dit artikel niet als diensttijd geldt de diensttijd, die krachtens die wet met vier per mille van de pensioengrondslag is vergolden. 5. Onder een pensioen krachtens een andere regeling als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan een pensioen ten laste van de Nederlandse Schatkist -anders dan ingevolge wettelijke garanties of ingevolge overneming van de verplichting tot betaling-, ten laste van de Nederlandse Antillen, vaneen publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in evengenoemd land, dan wel ten laste van een door het openbaar gezag in Nederland of in dat land ingesteld fonds.

Artikel J 15

1. Op schriftelijk verzoek van degene, die aantoont, dat uit hoofde van zijn recht op algemeen pensioen een vermindering plaats vindt van enig ander pensioen dan bedoeld in artikel J 14, vijfde lid, wordt het bedrag van die vermindering, voor zoveel mogelijk in mindering gebracht op het inbouwbedrag. De vorige volzin is slechts van toepassing voor zover bedoelde vermindering betrekking heeft op tijd die gelijktijdig in de desbetreffende betrekkingen is of geacht kan worden te zijn vervuld. Aan diensttijd die niet daadwerkelijk in dienstverhouding is doorgebracht, wordt een plaats toegekend overeenkomstig het bepaalde bij artikel J 9, onderc. Overigens is artikel J 9, onder b, van overeenkomstigetoepassing. 2. De vermindering van het inbouwbedrag bedoeld in het vorige lid gaat in met de dag waarop de in dat lid bedoelde omstandigheid is opgetreden, met dien verstande dat deze niet vroeger ingaat dan een jaar voor de eerste dag van de maand waarin het desbetreffende verzoek werd ingediend. 3. Bij toepassing van het eerste lid wordt in geval op meer dan een pensioen recht bestaat, het bedrag van de in dat lid bedoelde vermindering op de inbouwbedragen in mindering gebracht naar verhouding van evenbedoelde bedragen. 4. Indien het inbouwbedrag reeds is verminderd krachtens artikel J 12, vindt het eerste lid slechts toepassing voor zover zulks nodig is om te voorkomen, dat de som van evenbedoeld verminderd bedrag en de vermindering bedoeld in het eerste lid, het onverminderde inbouwbedrag zou overschrijden. De voorgaande volzin is van overeenkomstige toepassing in het geval bedoeld in het vorige lid.