5. Indien de som van het inbouwbedrag en de vermindering van het andere pensioen, ook na toepassing van de overige bepalingen van dit artikel, een bedrag gelijk aan 80 percent van het algemeen pensioen overschrijdt, wordt van deze overschrijding een deel in mindering gebracht op het inbouwbedrag, en wel in de verhouding waarin de diensttijd waarnaar het pensioen, waarop vorenbedoeld inbouwbedrag betrekking heeft, is of wordt geacht te zijn berekend, staat tot het totaal van de diensttijden.

Verrekening

Artikel J 16

Indien een algemeen pensioen wordt toegerekend of herzien over een tijdvak waarover reeds pensioen werd betaald, en dientengevolge te veel pensioen is betaald, kan de Sociale Verzekeringsbank dan wel de Raad van Arbeid die het algemeen pensioen heeft toegekend of herzien, het teveel betaalde pensioen ten behoeve van het fonds inhouden op het algemeen pensioen, voorzover betrekking hebbende op evengenoemd tijdvak.

Gemoedsbezwaren

Artikel J 17

De bepalingen van deze paragraaf blijven buiten toepassing ten aanzien van degenen die op grond van gemoedsbezwaren hun recht op algemeen pensioen niet geldend maken, met dien verstande dat zij zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing vinden met betrekking tot diegenen van evenbedoelden, die recht hebben op een uitkering als bedoeld in artikel 36a van de Algemene Ouderdomswet.

ยง 3. Samenloop van invaliditeitspensioen en andere inkomsten uit of in verband met arbeid

Artikel J 18

1. Bij samenloop van een invaliditeitspensioen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, dan wel met een daarmee overeenkomende uitkering krachtens een wettelijke regeling van de Nederlandse Antillen of van een vreemde mogendheid, die is toegekend op grond van dezelfde ziekten of gebreken als uit hoofde waarvan het invaliditeitspensioen is toegekend, wordt de aanvulling op dat pensioen, als bedoeld in artikel F 7, voor zoveel mogelijk verminderd n het bedrag van die uitkering. Deze vermindering bedraagt niet meer dan het bedrag dat krachtens de desbetreffende wettelijke regeling of regelingen daadwerkelijk tot uitbetaling komt of kan komen. 2. Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een verhoging: a. van een aanvulling als bedoeld in artikel F 7, indien die verhoging is toegekend uit hoofde van dezelfde ziekten of gebreken als op grond waarvan een uitkering als bedoeld in het eerste lid is toegekend; b. van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, indien die verhoging is toegekend op grond van dezelfde ziekten of gebreken als uit hoofde waarvan een aanvulling, als bedoeld in artikel F 7, is toegekend of verhoogd. 3. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing bij samenloop met ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet en bij samenloop met door Onze Minister aangewezen uitkeringen, die naar aard overeenkomen met uitkeringen als bedoeld in het eerste lid, dan wel met ziekengeld als bedoeld in de Ziektewet. 4. De vorige leden lijden uitzondering indien de daar bedoelde uitkering wordt genoten uit hoofde van een andere betrekking, die gelijktijdig is ver-