	<p>
		Artikel U 45	</p>
	<p>
		De gelden van het fonds die overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Pensioenwet 1925 op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet in deposito zijn bij N.S., worden uiterlijk twee maanden na dat tijdstip aan het fonds overgedragen, verhoogd met de rente krachtens bedoeld artikel verschuldigd.	</p>
	<p>
		Artikel U 46	</p>
	<p>
		N.S. vergoedt jaarlijks aan het fonds de pensioenen toegekend krachtens het bepaalde in artikel 24, eerste lid, onder b, van de Pensioenwet 1925, voor zover de betreffende pensioengerechtigden de leeftijd van 60 jaar nog niet hebben bereikt en uiterlijk tot het einde van de maand, waarin zij die leeftijd bereiken.	</p>
	<p>
		Behoort bij Hoofdstuk S, Beroep en herziening	</p>
	<p>
		Artikel U 47	</p>
	<p>
		In afwijking van artikel S 3 is herziening van een in dat artikel bedoelde beslissing, die genomen is met toepassing van de in artikel T 1 bedoelde bepalingen, niet meer mogelijk nadat vijf jaren zijn verstreken sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.	</p>
	<p>
		HOOFDSTUK V	</p>
	<p>
		Generaal pardon	</p>
	<p>
		Hernieuwde gelegenheid tot inkoop van niet-ingekochte diensttijd en wachtgeldtijd	</p>
	<p>
		Begripsomschrijving	</p>
	<p>
		Artikel V 1	</p>
	<p>
		Dit hoofdstuk verstaat onder belanghebbende: a. 1e. de spoorwegambtenaar in de zin van de Pensioenwet 1925; 2e. de gewezen spoorwegambtenaar en de gepensioneerde spoorwegambtenaar in de zin van de Pensioenwet 1925, mits voor hen met inbegrip van de tijd die op grond van dit hoofdstuk kan worden ingekocht, ten minst e vijf voor pensioen geldige jaren in aanmerking komen, dan wel zij met recb 1 op wachtgeld zijn ontslagen; b. de weduwe en de weduwnaar in de zin van artikel G 3 van personen bedoeld onder a; c. de wezen bedoeld in de artikelen G 5, G 6 en G 7 van personen bedoeld onder a.	</p>
	<p>
		Inkoopverzoek	</p>
	<p>
		Artikel V 2	</p>
	<p>
		1. Tijd die personen bedoeld in artikel V 1, onder a, voor een ten laste ^ het fonds komend pensioen hadden kunnen inkopen, kan op schriftelijk ver zoek alsnog voor pensioen worden ingekocht. 2. Onder tijd als bedoeld in het vorige lid wordt mede verstaan tijd, wel ke volgens de vóór het in werking treden van deze wet geldende bepalingen niet voor inkoop vatbaar was, omdat die tijd of minder bedroeg dan een aa p eengesloten tijd van twaalf maanden of geheel of gedeeltelijk gelegen wa s	</p>
    <div id="page_citation" style="display:none;">Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden. Geraadpleegd op Delpher op 29-04-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDC001:003091002:00001</div>