b. Voor dienst op openbare terechtzittingen bij:

getuigenverhoren, ten laste van de partij, die tot bewijs of tegenbewijs is toegelaten, f 8,20;

comparaties van partijen, verhoren op vraagpunten en andere verhoren of verrichtingen ten laste van de eisende of verzoekende partij, f 8,20;

c. Voor bemoeiingen bij de executoriale verkoop van onroerend goed of van schepen ter terechtzitting, ten laste van degene, die de verkoop vervolgt, f 16,40.

B

Het eerste lid van artikel 15 wordt gelezen als volgt:

Artikel 15. 1. Aan de deurwaarders is voorts voor ambtshandelingen, met uitzondering van die genoemd in artikel 14, sub J en artikel 17 wegens afstandsgeld verschuldigd: a. indien verricht binnen hun standplaats f 3,25; b. indien verricht buiten hun standplaats f 8,20 voor elke vijf kilometers afstand van hun standplaats tot de plaats, waar de ambtshandeling moet worden verricht; voor de terugreis is geen vergoeding verschuldigd. Een gedeelte van vijf kilometers wordt, wanneer het minder dan de helft bedraagt, niet gerekend; de helft te boven gaande geldt het voor vijf kilometers. In geen geval zal afstandsgeld verschuldigd zijn tot een hoger bedrag dan zou toekomen aan de deurwaarder van de dichtstbijzijnde standplaats in het kanton.

C

Artikel 17 wordt gelezen als volgt:

Artikel 17. Voor dienst bij: a. het uitspreken in het openbaar van beslissingen in zaken, waarvan de behandeling niet in het openbaar heeft plaatsgevonden; b. getuigenverhoren, comparaties van partijen, verhoren op vraagpunten en andere verhoren of verrichtingen van het gerecht, voor zover deze niet op openbare terechtzittingen plaatsvinden; c. vergaderingen der gerechten; d. terechtzittingen voor strafzaken ontvangen de deurwaarders een schadeloosstelling van f 16,40 voor ieder uur of gedeelte daarvan, uit 's lands kas.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1980. Het is mede van toepassing op verrichtingen die na 1 december hebben plaatsgevonden, doch waarvoor de opdracht voor die datum is gegeven.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

New York, 14 december 1979

Juliana

De Staatssecretaris van Justitie, E. A. Haars

Uitgegeven de zevenentwintigste december 1979

De Minister van Justitie, J. de Ruiter

1 J' aa,s,e lijk gewijzigd bij Koninklijk besluit van •9 april 1977, Stb. 219.