- het geven van onderwijs inclusief de daaruit rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden voor zover zij daarvan niet geheel of gedeeltelijk zijn ontheven;

- de werkzaamheden bedoeld in het tweede lid, onder b.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1980.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 20 december 1979

Juliana

De minister van onderwijs en wetenschappen, A. Pais

Uitgegeven de zevenentwintigste december 1979

De Minister van Justitie, J. de Ruiter

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt er toe de afzonderlijke beloning wegens praktische oefening en vorming af te schaffen voor de onderwijsgevenden in het lager onderwijs en in samenhang daarmede de vorming en begeleiding van de aanstaande leidsters en onderwijzers op te nemen in de functieomschrijving van bedoelde onderwijsgevenden.

De gelden die ten gevolge van de onderhavige maatregel vrijkomen zullen worden aangewend voor de - gedeeltelijke - financiering van de per 1 augustus 1979 gerealiseerde invoering van de 30-schaal in het primair onderwijs.

Naar aanleiding van het onderzoek naar taak en functie van onderwijsgevenden in het primair onderwijs werd per 1 januari 1976 reeds de vorming en begeleiding van aanstaande onderwijsgevenden, onder afschaffing van de aparte beloning terzake, opgenomen in de functieomschrijving van de kleuterleidsters. Op dat moment leek het echter niet steeds mogelijk de aan vorming en begeleiding verbonden werkzaamheden te laten plaatsvinden binnen de normale weektaak van een onderwijzer en een hoofd, zodat voor deze categorieën onderwijsgevenden de afzonderlijke beloning gehandhaafd bleef.

Inmiddels is in deze situatie echter verandering gekomen.

Het treffen van maatregelen die extra arbeidsplaatsen hebben geschapen, heeft de onderwijsgevenden in het lager onderwijs meer ruimte in hun weektaak gegeven, zodat het thans gerechtvaardigd kan worden geacht dat de vorming en begeleiding van aanstaande leidsters en onderwijzers binnen hun functie wordt opgenomen.

In dit verband kan onder meer worden gewezen op:

- de regelmatige verlaging van de leerlingenschaal die de laatste jaren heeft plaatsgevonden en die per 1 augustus jl. leidde tot invoering van de 30-schaal (er zij op gewezen dat ten tijde van de invoering van de Toelageregeling praktische vorming de 40-schaal gold); - de maatregelen in het kader van de taakrealisatie; - de invoering van de faciliteiten ten behoeve van culturele minderheden en - het instellen van «vervangingspools».

De minister van onderwijs en wetenschappen, A. Pais

1 Laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk besluit van 24 september 1979, Stb. 538.