NOTA VAN TOELICHTING

De onderhavige wijziging van het Academisch Statuut (Stb. 1988, 315) strekt tot aanpassing van de vooropleidingseisen voor de studierichting biologie en tot invoering van de studierichting toegepaste onderwijskunde.

Het besluit ontmoet geen bezwaar uit dereguleringsoogpunt.

Adviezen

Het ontwerp-besluit is om commentaar en advies toegezonden aan de universiteiten en de Onderwijsraad. Het commentaar van de zijde van de universiteiten luidde instemmend ten aanzien van de wijziging inzake de vooropleidingseisen voor de studierichting der biologie. Die instemming gold ook de wijziging met betrekking tot de opneming van de studierichting der toegepaste onderwijskunde, met dien verstande dat de bepalingen op enkele punten te zeer zouden aansluiten bij de feitelijke inrichting van de studierichting, zoals die bij de Universiteit Twente heeft vorm gekregen. De universiteiten deden daarom een voorstel tot een formulering die een meer flexibele invulling van het programma toelaat.

De Onderwijsraad kon blijkens zijn advies (12 april 1991, nr. OR 91000074/3A/T) met de wijziging inzake de vooropleidingseisen voor de studierichting der biologie instemmen. Hoewel de raad ten aanzien van de wijziging ter opneming van de studierichting der toegepaste onderwijskunde van oordeel was dat de door de Universiteit Twente verrichte evaluatie niet geheel voldeed aan de in 1989 door de universiteit gewekte verwachtingen, achtte hij niet zodanige termen aanwezig om ten aanzien van het voorstel tot een negatief oordeel te komen. Daarbij onderschreef de raad het voorstel van de universiteiten tot aanpassing van de formulering ten behoeve van de mogelijkheid van een meer flexibele invulling van het programma.

Het ontwerp is op 31 mei 1991 aan de Tweede Kamer der StatenGeneraal aangeboden (WJZ 91039784/4671), op voet van artikel 7, derde lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986, 414). Deze voorhangprocedure heeft niet tot wijzigingen aanleiding gegeven.

Artikelen

Artikel I

A

Ingevolge deze bepaling worden de vakkenpakketeisen, neergelegd in artikel 43, voor de toelating tot, onderdelen van, het propedeutische examen van de studierichting der biologie gewijzigd. Van het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs dienen de vakken biologie en scheikunde deel te hebben uitgemaakt, in plaats van de vakken natuurkunde en scheikunde. Deze wijziging vloeit voort uit een daartoe strekkend voorstel van de Kamer Biologie van het disciplineoverlegorgaan wiskunde en natuurwetenschappen van de Vereniging van samenwerkende Nederlandse universiteiten en hangt samen met de recente herziening van het eindexamenprogramma biologie. Deze herziening brengt een zodanige verbetering van de aansluiting tussen het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs in de biologie en de universitaire studie op dit gebied mee, dat artikel 43 van het statuut hiermee in overeenstemming gebracht wordt.

De wijziging heeft niet betrekking op de studierichting der biologie die door de Landbouwuniversiteit verzorgd wordt. Daarvoor blijven de vereiste vakken natuurkunde en scheikunde.