Gedacht kan worden aan het geval dat de betrokkene zijn land hals over kop is ontvlucht zonder meeneming van documenten betreffende zijn opleiding of aan het geval dat het uitgesloten moet worden geacht dat het regime dat aan de macht is in het land van herkomst zal meewerken aan het afgeven van een document waaruit blijkt dat in dat land ter zake van de beroepsuitoefening door de betrokkene geen tuchtrechtelijke, strafrechtelijke of bestuursrechtelijke beperkingen gelden. In dat geval is, gelet op artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de minister toch bevoegd de aanvrage in behandeling te nemen.

Tot slot, de in dit besluit neergelegde procedures laten de reguliere toetsing op grond van de Wet tewerkstelling vreemdelingen onverlet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers