lager dan 55°C, bepaald volgens NEN 5328, uitgave 1972, of NEN-ISO 3679, uitgave 1984; v. K3-vloeistof: een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt gelegen is op of boven 55°C, bepaald volgens NEN-ISO 2719, uitgave 1979, of een verfprodukt, waarvan het vlampunt gelegen is op of boven 55°C, bepaald volgens NEN 5328, uitgave 1976, of NEN-ISO 3679, uitgave 1984; w. lichte stookolie: lichte stookolie in de zin van de Wet op de accijns; x. teeltoppervlakte van de cellen: het totaal van het oppervlakte van de teeltbedden ten behoeve van de teelt van eetbare paddestoelen; y. agrarisch bedrijf: een inrichting als bedoeld in bijlage I, categorie 8.1, onder a, of categorie 9.1, onder f, behorende bij het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer; 2. Dit besluit is niet van toepassing op een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt dat is opgericht na de datum van inwerkingtreding van dit besluit en dat is gelegen in een gebied dat krachtens artikel 1.2, tweede lid, onder a of b, van de Wet milieubeheer bij een provinciale milieuverordening is aangewezen of dat anderszins bij een zodanige verordening is aangewezen als gebied waarin de kwaliteit van het milieu of van een of meer onderdelen daarvan bijzondere bescherming behoeft en waarvoor bij die verordening regels zijn gesteld, die die bescherming beogen. 3. Dit besluit is niet van toepassing op een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt, dat is opgericht na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en dat is gelegen: a. op minder dan 50 m afstand van een object categorie I, dan wel b. op minder dan 25 m afstand van een object categorie II of III; 4. Dit besluit is niet van toepassing op een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt, dat is opgericht vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en dat, inclusief een eventuele uitbreiding na deze datum, is gelegen: a. op minder dan 25 m afstand van een object categorie I, dan wel b. op minder dan 10 m afstand van een object categorie II of III. 5. Voor het bepalen van de afstanden, genoemd in het derde en vierde lid, wordt gemeten vanaf het onderdeel van het tuinbouwbedrijf met bedekte teelt, dat het dichtst bij het genoemde object is gelegen. Hierbij wordt niet betrokken een waterbassin, een watersilo, een warmwateropslagtank en het open erf.

Artikel 2

1. Degene die een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt drijft, voldoet aan de voorschriften die zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage I, alsmede aan de krachtens deze voorschriften door het bevoegd gezag gestelde nadere eisen. 2. Van een beschikking waarbij nadere eisen worden gesteld, wordt kennis gegeven in één of meer dag-, nieuws- of huis- aan huisbladen.

Artikel 3

1. Degene die voornemens is een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt op te richten, meldt dit voornemen ten minste vier weken voor het oprichten aan het bevoegd gezag en aan de inspecteur. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het veranderen van een tuinbouwbedrijf met bedekte teelt, dan wel met betrekking tot het veranderen van de werking daarvan. 3. Een melding als bedoeld in tweede lid, is niet vereist indien eerder een melding overeenkomstig dit artikel is gedaan dan wel voor de inrichting onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop dit besluit op de inrichting van toepassing werd, een onherroepelijke vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer gold, en door het veranderen of het veranderen van de werking van de inrichting geen afwijking