mutageen. De meest bekende PAK met kankerverwekkende werking is benzo(a)pyreen.

Uit onderzoek blijkt dat blootstelling aan PAK kanker bij mensen kan veroorzaken. Met name gaat het hierbij om beroepsmatige blootstelling aan teer en teerprodukten.

Aquatische organismen kunnen PAK direct opnemen uit het water. Van vissen is bekend dat zij PAK kunnen metaboliseren. In met PAK verontreinigde gebieden is een verhoging van het aantal tumoren en leveraandoeningen waargenomen. In organismen die PAK minder goed kunnen afbreken, zoals mosselen en garnalen, vindt bioaccumulatie van PAK plaats. Door de lage afbraaksnelheid van met name de hoogmoleculaire PAK, vindt ophoping van PAK in het milieu plaats.

In het oppervlaktewater zijn PAK aanwezig. Het gehalte aan PAK in zwevend stof in rijkswateren, getoetst aan de milieunormen voor de compartimenten bodem en water (Milbowa-normen) 1 levert op vrijwel alle lokaties en voor vrijwel alle gemeten parameters een overschrijding van de grenswaarden op.

In waterbodems worden hoge concentraties PAK gemeten omdat de slecht oplosbare PAK de neiging hebben neer te slaan tot sediment of te absorberen aan gesuspendeerde kleideeltjes die op hun beurt weer sedimenten vormen. Van de waterbodemlokaties van de rijkswateren voldoet minder dan 5% aan de streefwaarden en circa 5% aan de grenswaarden.

Over PAK-concentraties in de bodem is geen landelijk dekkend beeld beschikbaar, doch lokaal worden hoge concentraties PAK gemeten waarbij overschrijdingen van het maximaal toelaatbaar risico (MTR) met een factor tien zijn waargenomen.

PAK-houdende coatings zijn een belangrijke bron voor de belasting van het oppervlaktewater en de waterbodems met PAK.

Bovendien vormen deze coatings een belangrijke bron voor de emissie van PAK naar water en lucht. Deze emissies worden veroorzaakt door verdamping bij het aanbrengen van verf- en afdeksystemen, slijtage en uitloging, alsmede verwijdering van oude lagen.

De totale emissie naar lucht, water, bodem en waterbodem van de 10 PAK (zie § 4 voor toelichting van het begrip «10 PAK») ten gevolge van het gebruik van PAK-houdende coatings door de Nederlandse industrie is circa 140 ton per jaar. Ongeveer de helft hiervan is afkomstig van de een-componentcoatings, de andere helft van de twee-componentencoatings.

§ 3. Overleg met de doelgroep en alternatieven

In eerste instantie is een reductiestrategie ontwikkeld voor de uitfasering van een-componentteren: koolteer, teerlak (black varnish) vinylteer. Deze strategie is ontwikkeld op basis van overleg tussen het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) (vertegenwoordigd door het Rijksinstituut voor integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling, RIZA) met het bedrijfsleven, vertegenwoordigd door de VNSI (Vereniging Nederlandse Scheepsbouw Industrie), binnenvaartorganisaties en de verfindustrie (VVVF). Gebleken is, dat het nauwelijks mogelijk is om de PAK-gehaltes uit koolteren terug te dringen door middel van technische maatregelen. Een substantiële reductie kan alleen worden bereikt door op grote schaal PAK-arme verf- en afdeksystemen toe te passen.

Er is onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van alternatieve coatings in een samenwerkingsverband van binnenvaart, verfindustrie, werven, VROM en het RIZA. In dit onderzoek is de milieubelasting van

Notitie Milieukwaliteitsdoelstellingen bodem en water; Tweede Kamer, vergaderjaar 890-1991; Kamerstukken II, 21 990, nr. 1.