Artikel 15. Privatiseringsontslag

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: a. betrokkene: de betrokkene in de zin van artikel 1, onder b, aan wie een privatiseringsontslag is verleend en die onmiddellijk aansluitend aan dat ontslag in dienst is getreden van de privaatrechtelijke organisatie; b. privatiseringsoperatie: een operatie die ten doel heeft werkzaamheden van het Ministerie van Defensie uit te besteden of over te dragen aan een bestaande of voor dat doel opgerichte privaatrechtelijke organisatie; c. privaatrechtelijke organisatie: de privaatrechtelijke organisatie die de werkzaamheden uitvoert die in het kader van een privatiseringsoperatie door het Ministerie van Defensie zijn uitbesteed of overgedragen; d. privatiseringsontslag: het ontslag uit een overheidsbetrekking in het kader van een privatiseringsoperatie; e. ontslag als werknemer: het ontslag uit de betrekking bij de privaatrechtelijke organisatie. 2. Indien binnen twee jaar na het privatiseringsontslag blijkt dat de betrekking die betrokkene bij de privaatrechtelijke organisatie vervult niet passend is en hij in verband daarmee al dan niet op eigen verzoek is ontslagen, heeft hij recht op de aanvullende uitkering uit hoofde van zijn ontslag als werknemer met ingang van de dag op welke hij aanspraak krijgt op een uitkering krachtens de WW. 3. Indien betrokkene binnen twee jaar na het privatiseringsontslag als werknemer is ontslagen ten gevolge van opheffing van zijn betrekking bij de privaatrechtelijke organisatie of overtolligheid van personeel door verandering of inkrimping van die organisatie heeft hij recht op de aanvullende uitkering uit hoofde van zijn ontslag als werknemer met ingang van de dag op welke hij aanspraak krijgt op een uitkering krachtens de WW. 4. Betrokkene die als werknemer is ontslagen en op wie het bepaalde in het tweede of derde lid niet van toepassing is, heeft uit hoofde van zijn ontslag als werknemer recht op de aanvullende uitkering met ingang van de dag op welke hij aanspraak krijgt op een uitkering krachtens de WW, met dien verstande dat de duur van de aanvullende uitkering ingaat op de dag van het privatiseringsontslag.

HOOFDSTUK 5. SAMENLOOP

Artikel 16

1. Betrokkene die ter zake van eenzelfde ontslag recht heeft op een suppletie heeft gedurende de termijn dat hij recht heeft op die suppletie geen recht op een uitkering krachtens dit besluit. 2. Betrokkene als bedoeld in het eerste lid, heeft met ingang van de eerste dag volgende op die waarop de duur van de suppletie is geƫindigd, recht op een uitkering krachtens dit besluit, indien de duur van de uitkering, waarop betrokkene krachtens dit besluit recht zou hebben gehad indien hij geen recht op suppletie zou hebben gehad, langer is dan de duur van de suppletie.