COLLECTIEVE GARANTIEREGELING

Ondergetekenden

1. De Nederlandse Vereniging van Banken 2. De Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. 3. De Vereniging voor de Effectenhandel (na daartoe verkregen uitdrukkelijke schriftelijke machtiging haar in de bijlage genoemde leden vertegenwoordigend) 4. De Nederlandse Spaarbankbond,

alsmede

De Nederlandsche Bank NV, gevestigd te Amsterdam, optredend in het kader van artikel 84 van de Wet toezicht kredietwezen 1992,

in aanmerking nemende

dat in verband met de richtlijn depositogarantiestelsels van 30 mei 1994 (94/19/EG) de Collectieve Garantieregeling per 1 juli 1995 bij privaatrechtelijke overeenkomst in werking is getreden,

dat in verband met voornoemde richtlijn artikel 84 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 is gewijzigd, waardoor het wenselijk is gebleken de Collectieve Garantieregeling aan te passen,

dat het in artikel 84 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 voorgeschreven overleg heeft geleid tot overeenstemming over de wijziging van de Collectieve Garantieregeling,

verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

§ 7. Definities

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze regeling bepaalde, wordt verstaan onder:

1. Wtk 1992: de Wet van 23 december 1992, houdende bepalingen inzake het toezicht op kredietwezen enz. (Wet toezicht kredietwezen 1992, Staatsblad 1992, 722). 2. Regeling: de garantieregeling zoals bedoeld in artikel 84, eerste lid van de Wtk 1992 zoals dit artikel zal luiden na implementatie van de in de considerans genoemde richtlijn en zoals dit artikel nader is uitgewerkt in deze overeenkomst. 3. Deelnemende instellingen: a. de instellingen geregistreerd krachtens artikel 52, tweede lid, onder a van de Wtk 1992; b. de ingevolge artikel 84, derde lid van de Wtk 1992 bij ministerieel besluit aangewezen instellingen; en c. de instellingen geregistreerd krachtens artikel 52, tweede lid, onder c van de Wtk 1992, die ingevolge artikel 3, vierde lid van deze regeling kiezen voor een aanvullende deelname aan deze regeling. 4. Deposito: een creditsaldo aangehouden bij een deelnemende instelling, luidende in guldens of andere valuta, dat wordt gevormd door op een rekening staande gelden of dat tijdelijk uit normale banktransacties voorvloeit, en dat deze instelling onder de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden verplicht is terug te betalen aan haar crediteur, alsmede schulden belichaamd in door deze instelling uitgegeven op naam gestelde schuldbewijzen.