voirsz beeldestormingl.e lot Antwerpen , Ghent, Amsterdam ende andere steden van groter importance ende meerder maclit , ghesebiet was , zonder datmen tselue hadde oonnen beletten , dat apparenllicke te vresen was dal die beletlinghe vandien alhier niet ghescliieden cn zoude inoghen zonder grote bloedtslorlinghe , Ende dat lienluyden zulex niet gheradeu cn dochte daeröme hen zeluë In perijclicl van beurs lijfde te stellen ïe meer alsoot scheen dat die gbene die de voorsz insolentie bedreuen apparentlicke enich heymelick vers tandt mosten hebben met enighe personaghië, ende oock meer /mips , dan zy wel openhaerden , Actum den xxiiijen augusti a° xvclxvj.” «Wederom den lesten augusti a° voirsz (1566) es conuocatic vandie vroelscbap gheleyt alwaer hemluyden by borghemrn gheproponeert es dat hemluyden by den ghenen die hem nomineren Gheus , versouck ghedaen was ome te demolieren alle die voeten van altaerê In alle Kercken en conuenlen ende dat men voorts alle die reste van de beelden brenghen zoude In tvonlincxhuys 1) ome die zclue 1). Zie 2de Keuri. der stad, bl. 16 vO., waar het »»o®- gëtiahuys'’ wordt aangewezen ter opname der »besieckte” personen, welke men niet in huis wilde noch leunde houden. De bedoelde keur is van 1537 , toen een pestziekte, »gaue Godts of heetè sieckte” genaamd. te Delft hevig woedde ; waarover men kan naslaan mijne Mededeelingen uit Tiet Archief der stad Delft, hl. 41 vgg. Inde «Prologe” van de » Delfsche Broertgens-Kermis” (zie Sleysw. achter het Iste stuk zijner Beschr. v. Delft, en Doitet, hl. 345\01gg.) wordt ook van het Vondelincjs-huis gewag gemaakt. Het stond op de Broerhuislaan ; zie Bleysw. bl. 487.

26