Nog eens: de Bedrijfsradenwet.

Verleden jaar October schreef ik over dit ontwerp, toentertijd in de Tweede Kamer behandeld. Dezer dagen werd het ontwerp besproken in de Eerste Kamer. De sprekers bij deze discussie waren in drie groepen te verdeelen.

Ie. De vurige vóórstanders, die minister V#schuur warm complimenteerden met zijn ontwerp, een deel der katholieken.

2e. De felle tegenstanders, die in dit ontwerp zien een gevaar van toekomstige medezeggenschap der arbeiders in de bedrijven, wat ze tot geen prijs willen.

3e. De koudbloedigen, die de wet willen slikken, omdat er een element in zit, dat ten goede kan worden ontwikkeld.

Onze lezeressen zullen het misschien een beetje te veel van 't goeie vinden, dat ik haar al weer met deze Bedrijfsradenwet, toch eigenlijk een taai ding, aan boord kom. De zucht naar „Wetensmacht", die zich op onze Jaarvergadering zoo sterk demonstreerde, geeft me den moed, nog eens dit onderwerp met u te bespreken. Ook, en dit is van veel gewicht, in verband met onzen verkiezingsstrijd. Want dit wetsontwerp door de Senaat bekrachtigd en dus binnenkort tot wet verheven, raakte één der voornaamste punten van ons verkiezingsprogram:

Bedrijfsorganisatie en Medezeggenschap.

Wat het algemeen kiesrecht op politiek terrein is geweest voor de arbeidersklasse, dat beteekent bovenstaanden eisch op economisch terrein. Want op het gebied van het bedrijfsleven is de proletariër nog in bijna elk opzicht slaaf, een verlengstuk van de machine. Van hem wordt niets anders gevraagd dan zijn arbeidskracht; hoe deze arbeidskracht in het productieproces wordt aangewend, hoe dat geheele proces reilt en zeilt, daar staat hij volkomen buiten. Onze éisch medezeggenschap voelen wij, als een recht, het anders ordenen van de productie voelen wij als een plicht die op de menschheid rust, willen de ontzettende inzinkingen, die we nu beleven, in een betere maatschappij voorkomen worden.

Doodsbang is de bezittende klasse voor dezen eisch van ons verkiezingsprogram. Zeer teekenend wees dan ook in dit debat in de Eerste Kamer, hoe fel de vertegenwoordigers van het kapitaal bij uitnemendheid: de VrijheidsVonders zich tegen deze wet verzetten. De heer v. d. Bergh, leider van het groote margarinebedrijf keerde zich met

hand en tand tegen dit ontwerp, vond het voor de leiding van het zakenleven funest, wanneer de arbeiders hierbij een stem in 't kapittel zouden krijgen. Het is de moeite waard, in dit verband even melding te maken van een uitlating van het „Handelsblad", de spreektrompet van het groot-kapitaal. Nadat dit blad de rede van den heer v. d. Bergh volledig heeft toegejuicht, schampert het aan 't sociaal-democratisch adres; dat het met de medezeggenschap van de werkers bij de Arbeiderspers, het bedrijf der „roode kapitalisten", „al buitengewoon merkwaardig is geloopen."

Zoo'n uitlating is uitstekend geschikt, om ons in den verkiezingsstrijd, bij de verdediging van onze eischen, voor de voeten te gooien. Maar het „Handelsblad" is niet geheel juist. In de le plaats is er wel sprake van een begin van medezeggenschap in ons bedrijf. In de 2e plaats is het niet loyaal, om te eischen van een socialistische instelling — die helaas ook nog onder kapitalistische verhoudingen leeft — dat zij te middeh dier verhoudingen haar idealen volkomen verwezenlijkt. Dat kan zij niet en dat weef het „Handelsblad" ook wel.

De wet zelf: de sociaal-democraten waren ten opzichte daarvan de koudbloedigen. De wet gaat hun lang niet ver genoeg. Slechts ter wille van één

k&ukejQ

STEMT OP

Schoonmaak?

Voorjaar ... het weer wordt zachter .. de kachel gaat uit, de tijd komt, dat hij opgeruimd wordt, er komt een leege plek onder de schoorsteen en menige huisvrouw vindt, dat haar kamer eens een flinke beurt moet hebben. De ramen gaan open, de zon schijnt, frissche lucht moet het huis binnen komen. Er zal wel niet veel verschil van meening bestaan over de vraag, of wanneer de kachel weggezet wordt, de kamer eens een beurt moet hebben. Een kolenkachel maakt veel stof, wat in de gordijnen trekt, en de lentezon kan voor het eerst, de meubels weer eens fijn beschijnen, waardoor ze goed opfrisschen.

Hier kan ook niemand tegen zijn.

Maar tegen die ouderwetsche schoonmaak, daar komen gelukkig tegenwoordig veel vrouwen tegenop.

De schoonmaak, die minstens zes weken duurt, waarbij men begint met de gordijnen uit het geheele huis te wasschen en gestreken... in de kast te leggen. Waarbij oude lakens voor de ramen

LIJST 11

DE LIJST DER

S. D A. P.

ding: de verordenende bevoegdheid, waardoor het mogelijk kan worden, dat de overheid aan college's, waarin ook vertegenwoordigers van de vakorganisaties zitting hebben, invloed kan geven op den gang van zaken in 't bedrijfsleven, hebben onze menschen er vóór gestemd. H. W.

CORRESPONDENTIE

S. S. te V. — De stukjes worden wél geplaatst, maar niet in het volgend nr.

M. V. te A. — Uw artikel zou meer dan een blz. innemen. Dat zou natuurlijk niet in evenwicht met den verdereiv inhoud zijn.

r. v.—B. te A. — Aan het Bondsbestuur opgezonden.

worden gehangen, waar alles van z'n plaats wordt gehaald, waar behangen en gewit wordt, kortom, een zesweeksche huishoudelijke hel, én voor het gezin, èn voor de huisvrouw. Is het huis eindelijk schoon, de gordijnen weer opgehangen, de matten gelegd, dan mag niemand ergens aankomen, dan moet alles griezelig netjes blijven.

Vooruitstrevende huisvrouwen, die 'graag vereenvoudigen willen en rustig, zonder omhaal hun werk willen verrichten, denken niet eeps meer aan zoo'n ouderwetsche schoonmaak, maar het is ons bekend, dat nog in zeer vele gezinnen, in de weken vóór Paschen, „ouderwetsch wordt huisgehouden".

We schreven reeds, dat in de huizen met kolenkachels de kamers vanzelfsprekend een beurt krijgen, wanneer de kachel niet meer brandt. Gelukkig zien we reeds in vele gezinnen de electrische en de gaskachel. Deze zijn veel hygiënischer, maken geen roet en minder stof. In deze gezinnen kan de schoonmaak dus geheel van de baan. Natuurlijk wordt geregeld alles onderhouden, de meubels zullen zeker wel eens van z'n plaats moeten. Er moet ook wel eens behangen en gewit. Maar voor dit alles is een vaste werkregel, een rationeele manier van werken, er is geen sprake meer van „alles tegelijk" en „alles door elkaar". Er is eigenlijk voor iederen dag een vast plan gemaakt, waarnaar gewerkt wordt. Zoo zal er ook orde zijn en de schoonmaakchaos op de achtergrond komen. D. Z. v. V.