ONS KINDERBLAADJE

ONS TEKENHOEKJE

Kamperen

De kampeerders slapen nog. De zon is nog niet helemaal op en vlak in de nabijheid van de tent huppelen de konijntjes nog rond. Wat 'n heerlijkheid voor de kampeerders om zo straks de frisse

stille morgen te genieten.

t Tekenen van de tent is, zoals je op de bovenste tekening ziet, heel eenvoudig. Maak die, desnoods met behulp van een liniaal, maar eens dunnetjes na. Daarna teken je uit de hand de lijnen wat losser; behalve de touwen, laat die maar flink strak staan.

De bomeniij er achter lijkt moeilijker dan 't is. Ze behoeven niet

picucö IC llJtt.CH.

t Kleuren is ook eenvoudig: 't gras op de voorgrond donkergroen of bruin, dan op t veld achter de tent wat lichtgroene strepen en de bomen weer veel donkerder, blauwgroen. Oranjestrepen in de lucht. \lag en handdoeken kan je ook een fris kleurtje geven.

MeDDen julie ook wel eens gekampeerd? Ik kan het je aanraden hoor! v. Z.

^c)

IN DE SCHOOL.

..Je mnpt. hot VI 11 m W"! QT» Tin v-, ~ 1 1 -

- — je öunum eens meeorengen" zei de

meester. „Dat kan ik niet!" zei het ventje."

antwoord^0"1 niet?" ~ "'tIs op de muur geschilderd," was het

B,JBLAn VAN -DE PROLETARISCHE VKOUW" VAN 8 JULI 1936. No. 1085. ZEVEN' EX rwiNT. JAARGANG No. 969 VAN „ONS KINDERBLAADJE". VERSCHIJNT ELKh WOENSDAG. REDACTIE-ADRES: WALDECK PYRMONTLAAN 11, AMSTERDAM.

VERHAALTJES UIT WEST-FRIESLAND

DOOR M. BRUIJN—DE VRIES.

Zo tegen St. Nicolaas hebben de winkels in de steden en op de grote dorpen Sinterklaastafels en wordt achter de grote winkelruiten alles op z'n mooist uitgestald. Bij Sijtje op het dorp gebeurde er van dit alles niets, want er waren daar immers geen winkels, behalve die ene van Jan Bakker, en Jan „deed" niet aan Sinterklaas. Maar — al zag je nu niets bijzonders in het begin van December — daarom vergat Sinterklaas het kleine dorp van Sijtje niet. Lang niet, hoor! Toen ze nog zo'n klein meisje van een jaar of vier, vijf was, heeft Sijt hem 's avonds en ook 's nachts als ze wakker was, vaak gehoord, als hij over het dak reed met z'n paard. En in de nacht van vijf December hoorde ze Pieter in de schoorsteen, als hij voor haar en Jan wat moois op 't stoeltje bracht. Toen ze ouder werd, hoorde ze dat natuurlijk niet meer. Ik zei zo, dat je tegen St. Nicolaas niets bijzonders op het dorp zag. Maar dan vergeet ik toch de koekvi ouwen. Die liepen alle dorpen af om speculaas, taai en pepernoten te verkopen. De grote koektrommels droegen ze als emmers aan een juk.

Als er soms net een bij je moeder was, als je uit school kwam, kreeg je soms zomaar 'n handvol „peperneuten".

En dan vergeet ik ook Mooij. Mooij had een boekwinkel op het doip waar Sijt vioolles kreeg. In de laatste dagen van November ging hij de huizen langs met prentenboeken, kleurkrijt en potloden. Hij had een grote kist vol, die hij voortduwde op een klein kruiwagentje.

Soms gebeurde het, dat Mooij langs de school kwam, juist als die uitging en dan liepen alle kinderen met hem mee. Ze praatten allemaal door elkaar. „Mooij, ga je ook naar mijn vader en moeder, ik wou zo graag een prenteboek." „Heb je ook kleurboeken?" ,,En kleurpotloden?" ,,'k Heb van alles wat je maar wilt", „zei dan Mooij met zijn hoge hese stem, „vraag maar of Sunderklaas 't op je stoeltje legt . Sijt zei niet veel. Ze wist, dat ze, voor ze die avond naar bed zou gaan, alles wat er in die grote, zwarte kist zat, gezien zou hebben. Dat kwam zo: Mooij kon op één dag al z'n klanten daar in de buurt niet aflopen. Daarom zette hij 's avonds als het donker werd de kruiwagen met de kist bij Sijtjes vader in de werkplaats. Dan ging hij

i