!

I 8

regi

jte'1

jcW

k°1

ed

efl

gjji ^bleken bewering, dat beperking van rechten der vrouw als

rakkere tot haar bescherming strekken.

J 't Is toch wel voldoende gebleken, dat die goed bedoelde be-

l™ i I.J.

rnerming in de praktijk dikwijls tot groot onrecm en öuwuc vrouw leidt. De beste bescherming voor haar, gelijk voor iClke volwassene is, haar het recht te geven om voor eigen belan-

'Jtn yplvp! nn +p komen.

iam "

. J Summa Summarum. Dit ontwerp zou, wet geworden, eenige

Mtn. , . < • _ 1 — Unnro1!!1/C_

u(jrPnnische verbeteringen orengen in ons ue&iaauu uuw«iJM-

.fcht. In hoofdzaak zijn deze waarborgen tegen misorum vdn

Ncht van den man, deze macht zelve blijft behouden. Ook v°lgens dit voorstel, zou de echtvereeniging gebaseerd blijven "P de gezagspositie van den man als meerdere van de vrouw.

O.i. echter staat het huwelijk, dat een levensgemeenschap van Ve gelijkwaardige en gelijkgerechtigde persoonlijkheden is,

P veel hooger peil.

Dit wetsvoorstel is een compromis tusschen het verleden en N heden, waarin ten onrechte het verleden domineert.

Het kan ons dus weinig bevrediging schenken. Het geeft meer ^ opvatting over het huwelijk weer zooals die in het verleden ^eft bestaan, dan hetgeen thans als een rechtvaardige en billijke

Reling voor een moderne huwelijksverhouding in ae narren aer

t

iii!l

ae

no

li

'esten leeft.

B. BAKKER—NORT.

m

w.

,{e<

lOo

Huwelijksschuwheid en vrouwenemancipatie.

Onder de couranten-uitknipsels die ik deze week ontving, is een van „de Haagsche Post" van 8 Mei 1927. Daarin wordt

"der boven dit artikel geplaatst opschrift een beschouwing egeven over de oorzaak van „het afnemen der huwelijken". Dit

FSchiedde naar aanleiding van een in druk verschenenen rede

go1pner vrouw „het probleem der ongehuwde vrouw."

Aan de emancipatie der vrouw wordt de afname der huwelijken

'"^geschreven. Er zouden in ronde getallen in Nederland 200.000

l^'pgehuwde vrouwen en 175.000 ongehuwde mannen van 30 tot

5 jaar leven. Aan deze cijfers wil ik niet tornen, misschien zijn *>i juist. Maar wat ik wel wil tegenspreken dat is dat de huwelij-

en in ons land in de laatste 50 jaar, sedert ongeveer in Neder*1d de vrijmaking der vrouw begon, in aantal en procentsge-

Vijs zou zijn afgenomen. Het tegendeel is waar.

Oneeveer een halve eeuw geleden kwamen er in ons land op de

'00o inwoners 7.5 huwelijken voor, terwijl dat aantal in 1923

gestegen tot 8 op de duizend inwoners. Dat beteekent dus

6ene toename van 0,5 op de duizend, voorwaar geen gering aantal

P eene bevolking van tusschen de 7 en 8 millioen. En wat ook

atl beteekenis is,, is dat de leeftijd der huwenden in dat zelfde

,,'Msverloop gedaald is. Waren er in 1880 op de 100 huwelijken Waarvan de vrouw nog geen 25 jaar was, in 1923 waren er

'^6 huwende paren, waarvan de vrouw haar 25e verjaardag

§ moest vieren.

Waar „de Haagsche Post" zijne beschouwingen besluit met de gorden „ongetwijfeld heeft de vrouwenemancipatie eene huwe'feschuwheid bewerkt, die vroegere generaties niet kenden", ^ar geeft hij een bewijs dat hij in navolging van de schrijfster „het probleem der ongehuwde vrouw" wat daast over een °6stand die niet bestaat.

^ °«danks of tengevolge der vrouwen-emancipatie namen de Gelijken in ons land in aantal toe.

aletta h. jacobs.

het volkenbondsrapport over den handel in vrouwen-en kinderen.

Bij de oprichting van den Volkenbond werd in het Pact bij art. 23c bepaald, dat de bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen de aandacht van den Bond zou hebben. Een commissie werd daartoe gevormd, en in 1923 werd deze door een gift van 75 duizend dollars door de Amerikaansche vertegenwoordigster Grace Abbott aangeboden in staat gesteld een onderzoek in te stellen naar den omvang van het kwaad, om zoodoende daadwerkelijk maatregelen voor bestrijding te kunnen vaststellen. Een klein comité van deskundigen werd benoemd, die aan belangstellenden een belangwekkend Rapport deden toekomen, zooals wij in ons April-nummer met een enkel woord vermeldden. Allereerst zij vastgesteld dat dit Rapport het onschatbare voorrecht heeft, door de geheele wereld zonder eenige tegenspraak beschouwd te worden als het gedocumenteerd stuk over deze uiterst moeilijke kwestie. Hier zijn „experts" aan 't werk geweest, die met de uiterste zorgvuldigheid materiaal verzameld hebben, die verklaren konden, geen enkel feit gebruikt te hebben waarvan de waarheid niet vast stond, die daarvoor den bijstand hadden van de regeeringen der landen waar dit onderzoek plaats had, en van alle hulpmiddelen waarover deze te beschikken hadden. Zonder een centraal gezaghebbend lichaam als de Volkenbond zou een Rapport met een zoo gezaghebbend karakter als dit, niet hebben kunnen verschijnen.

Het Rapport geeft antwoord op de volgende vragen, die het zich bij den aanvang van zijn onderzoek gesteld had :

a. Bestaat er, in een van de onderzochte landen, een belangrijk aantal vrouwen van vreemde herkomst die zich aan prostitutie overgeven ?

b. Bestaat er in eenig land een vraag naar deze vrouwen, en welke zijn in dat geval de factoren die deze vraag doen ontstaan ?

c. Van waar komen die vreemdelingen, gaan zij vrijwillig naar den vreemde, of worden zij daarvoor sterk beïnvloed door anderen ?

d. Welke menschen houden zich met den handel bezig?

e. Vanwaar komen deze vrouwen, door welke middelen heeft men haar overreed om te gaan, welke banen volgden zij ?

Een voorloopig onderzoek had aangeduid dat er enkele routes .gingen van Oost-Europa naar Midden- en Zuid-Amerika. De onderzoekingen vingen dus aan in deze landen, om zich tot de bedoelde Europeesche landen uit te strekken. Het eerste deel van het Rapport dat gepubliceerd werd noemt geen namen van landen. In sommige Engelsche bladen, die een kijkje achter de schermen hebben kunnen nemen, wordt de niet verschijning betreurd van het tweede deel, waar de feiten naar de landen gerangschikt zijn; en de vraag wordt gesteld of men sommige landen, waar de handel heviger woedt dan in de andere heeft willen sparen, of dat men meent dat die landen, zonder aan de kaak gesteld te zijn, gemakkelijker de noodzakelijke maatregelen zullen kunnen nemen. -

Hoe het zij, de enquête noemt geen namen, maar vermeldt dat het rapport gaat over 28 landen, waar 112 steden bezocht zijn, 6500 menschen die geacht werden inlichtingen te kunnen geven zijn gehoord, waaronder 5000 die zich als .souteneurs of prostituées met de prostitutie als bedrijf bezig hielden.

Ofschoon het diepere doel van dit geheele onderzoek de bestrijding van dezen volkskanker in zijn geheel is, moet niet uit 't

(Vervolg op blz. 6).