JJsfe JAAK0AINL1 - NO. Il/S 13 App>|[_ 1933

De Proletarische^

Weekblad van de Bond van Soc.-Dem. VrouwenPropaganda-clubs in Nederland onder redactie van C. Pothuis—Smit

Met vaste medewerking van Igna, H. Verwey—Jonker, H. T. Werkhoven—Dijkhuis, e.a.

Redactie-adres: Margriete van Clevelaan 4, Amsterdam-Zuid. Telefoon Amstelveen 2193 - Administratie-adres: Hekelveld 15, Amsterdam. Telefoon 32600 — Postgiro 21876 — Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal — Losse nummers 4 cent per stuk

Een Nederlander schrijft uit Spanje:

„Appie is dood

Ze hebben hem dus toch te pakken gekregen. Van de zomer kwam hij met ons mee, een lange jongen, mager en blond. De wat slome trek van zijn gezicht leek de uitdrukking van het Zaanse accent van zijn spraak. Ik was er bij, toen hij de eerste maal werd gewond.

Een paar minuten tevoren, veilig in een droge rivierbedding, zag ik zijn nerveuse pogingen, om de angst voor wat komen ging, te verbergen. Maar toen de beslissende seconde daar was, stond hij eveneens gereed, trok zijn koppel recht en controleerde de lading van zijn geweer, vóór de sprong in het onzekere.

Hij was de eerste, die ze beet hadden, 't Was de moeite niet waard, een „streifschuss" langs zijn rechterarm. Maar de heftige klap en de bloedig die volgde, braken zijn kracht. Hij viel schreiend op de grond en riep om de sanitario's en om zijn moeder.

Met mijn volgende sprong lag ik vlak bij hem en zag, dat er niets was gebeurd. „G.v.d. hou je snuit. Als ze komen zijn we d'r vast aan. Schreeuw niet zo!" beet ik hem toe. Hij zweeg, maar bleef liggen, snikte met zijn gezicht in het zand.

Onze attaque werd afgeslagen, onze jongens moesten terug. Enkele gewonden bleven op het veld achter, waaronder Appie en ik-zelf. Ik had mijn hoofd wat opzij gelegd, om schaduw te zoeken onder de rand van mijn helm en zag zo Appie liggen. Uren lang lag hij roerloos in dezelfde houding.

De zon steeg hoger en hoger, vóór ons lag de stelling, niets bewoog en soms was de stilte beangstigend zwaar.

De avions waren van de hemel verdwenen, geen schot werd afgevuurd, slechts bonsde soms achter ons de artillerie, suisden de granaten over ons heen en hoorden we de doffe inslag bij het

dorp, dat nog enige kilometers vóór ons lag.

Ik denk, dat zijn wond pijn ging doen, of dat de hitte het hem benauwd maakte, in ieder geval hoorde ik opeens steunen en even later riep hij weer: „Sanitario, Sanatario! Moeder, o, help mij!"

Dadelijk takte de mitrailleur der fascisten, ik zag het zand rond Ap opspringen links! — rechts! — vóór hem, toen trok hij samen met een schreeuw van pijn en was stil.

's Avonds haalden de kameraden ons weg. We lagen in dezelfde ambulance, in dezelfde trein, in hetzelfde hospitaal.

Een paar dagen later bezocht hij ons; hij had een paar schoten in arm en schouder, niet gevaarlijk en zonder gevolgen. Als we onder elkaar over hem spraken, zeiden we: „Die? die gaat niet meer weg!" Als je zijn bleke gezicht zag, leek het er ook niet erg op.

Toch is hij weer weggegaan. In het zonnige plaatsje aan de zee herstelde hij

spoedig en het voorbeeld van zoveel dappere kameraden, die veel zwaarder verwondingen met vrolijk gezicht doorstonden, in de hoop weer snel terug te kunnen gaan naar het front, schonk hem nieuwe kracht en staalde zijn moed.

Toen de vijand in de eerste Januaridagen in sneeuw en regen zijn beste troepen stuurde om Teruel te heroveren, stond Ap weer tussen de anderen en deed zijn antifascisten-plicht. De stad was van ons en bleef van ons. Acht maal op één dag vielen de fascisten aan, achtmaal deinsden ze af. De sneeuw lag dik op het veld, in de grimmige koude vroren onze gewonden dood. De zwarte avions kruisten ook 's nachts boven de linies en als de mitrailleurs schoten om te verhinderen, dat het koelwater bevroor, suisden de bommen neer naar de plaats, waar de vliegers het mondinesvuur hadden opgemerkt.

Ap deed zijn plicht, hield stand voor het ideaal, dat hem naar Spanje gedre-