33ste JAARGANG - No. 1183 18 Mei 1938

De Proletarische^

Weekblad van de Bond van Soc.-Dem. Vrouwen- . mk a

Propaganda-clubs in Nederland onder redactie m f M MM gn ■■ m

van C. Pothuis—Smit I 9 fl S I I M ML /

Met vaste medewerking van Igna, H. Verwey—Jonker, H. T. BI «BUj EH H H Bi «1 Hfill «ras

Werkhoven—Dijkhuis, e.a. ijÊÊ 5M tUiF wS

Redactie-adres: Margriete van Clevelaan 4, Amsterdam-Zuid. Telefoon Amstelveen 2193 - Administratie-adres: Hekelveld 15, Amsterdam. Telefoon 32600 — Postgiro 21876 •— Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal — Losse nummers 4 cent per stuk

MARTELAAR VOOR CE VREDE

Ook onze tijd kent z'n martelaren —

en z'n wonderen

In het hooggelegen dorpje Castellar in Zuid-Frankrijk woonde ik eens de jaarlijkse herdenking bij van het lijden van St. Sebastiaan. Hij was n.1. de heilige aan wien de kerk gewijd was; een meer dan levensgroot beeld van den jongen martelaar, wiens lichaam door pijlen doorboord werd, terwijl hij aan een boom was vastgebonden, werd in de processie meegedragen.

De heilige Sebastiaan onderging deze marteldood, omdat hij het christendom, waaraan hij geloofde, niet wilde opgeven.

Zo zijn er velen geweest in die eerste eeuwen van onze jaartelling: in het Romeinse rijk en ook in latere eeuwen — mannen en vrouwen, die hun ideaal niet aan de vijandelijke krachten wilden offeren, zelfs niet, als het om hun leven ging. Spreekt niet het lot van Jeanne d'Arc van een zelfde overgave! En behoort ook Prins Willem I niet tot die schare!

Maar nu in deze tijd, die in het teken staat van tempo, van techniek, ook van bruut geweld, lijken dat haast wonderverhalen. Zulke mensen bestaan niet meer, kunnen niet meer bestaan — zo spreekt men — in onze koude gemechaniseerde wereld ,waarin het eigenbelang, de machtswaanzin, het geweld de boventoon voeren en — ook als zodanig worden erkend door hun tegenstanders, terwijl zij ten slotte toch buigen voor dat geweld.

Neen, in onze tijd kennen wij zulke helden en martelaren niet meer, zeggen velen. Van helden kan men nog spreken, als men — in ontaarde gedachtengang

— daarmee aangeeft de mannen, die hun medemensen succesvol met de voet neerhouden en verdrukken. Maar daarmee is het voor hen uit. „Ieder voor

Carl von Ossietzky in 't laatst van ziin leven.

zich", zo redeneren zij... en zij laten er verder niets op volgen.

Hoe onjuist echter is deze zienswijze.

In deze troebele tijd, waarin demonen lijken te zijn losgebroken, waarin de wereld siddert voor de verwoestende opmars der gewetens-vernielers, daar zijn ook de martelaren, die niet toegeven, niet zwichten. Voor wie het ideaal heilig is en daarom onaantastbaar.

Carl von Ossietzky is gestorven. Gestorven na een lang lijden, waarvan wij de diepte niet durven peilen.

Hij was geen lid van een politieke partij; hij werkte onafhankelijk voor de vrede zijn leven lang, ook reeds, toen de oorlogsbestrijders zeldzaam waren. Toch streed hij in de wereldoorlog met zijn Duitse landgenoten mede, hij stond zelfs in de vuurlinie. Maar zijn ondervindingen daar hebben zijn anti-militairisme versterkt.

Na de oorlog krijgt hij de leiding van een grote vredesorganisatie, en van daar schreef hij zijn felle artikelen tegen de oorlog, telkenmale er op wijzend, dat heldenmoed en heldhaftige daden niets met oorlog gemeen hebben.

Een krachtig vredesstrijder was Carl von Ossietzky. Scherp was zijn pen, fel zijn aanklacht. Hij had de vrijheid lief, hij kwam voor haar op in al zijn geschriften. En oorlog achtte hij onbestaanbaar in de vrije maatschappij, die hem voor ogen stond.

Reeds vóór de oorlog maakten zijn heftige artikelen indruk; zijn artikelen tegen het Duitse militarisme met zijn Pruisisch stelsel en zijn oppermachtige generaals. En daarna, na 1918, keerde hij zich tegen de Horst-Wessel-lieden, tegen de veemmoorden, vreselijke broeinesten van het latere nationaal-socialisme, dat toen nog slechts in vunze duisternis werkte.

Hoe moet een man als Ossietzky ge-