KLEDING EN HANDWERKJES

Jongenslumber

Bovenwijdte 94 c.m.

Blouselengte 50 c.m.

Mouwlengte 80 c.m. vanaf m.-achter gemeten.

Het patroon is getekent voor een flinke jongen van 15 jaar.

De blouse wordt gemaakt van peau de pêche waarvan 2 m. nodig is. Daar deze stof vleug heeft, moeten alle delen in

één richting geknipt worden. Verder heeft men één treksluiting van 46 c.m. en twee van 13 c.m. voor de borstzakjes nodig.

Daar de stof maar 70 c.m. breed is, moet naast een mouw een voorpand geknipt worden en zó twee boven elkaar anders gaat het er niet uit.

Boord en manchetten kunnen inplaats van stof, ook van dunne wol in één of twee bijpassende kleuren gebreid wor¬

den. De onderkant van de mouw wordt dan eerst afgewerkt met een schuin biesje voering naar de verkeerde kant. Hiertussen rijgt men dan een elastiek op handwijdte. Daarna wordt de gebreide dubbele manchet aangezet.

Op deze wijze kan ook de onderkant van de blouse afgewerkt worden, doch dan moet de lengte van de boord (8 & 10 c.m.) van het blousepatroon afgeknipt worden en heeft men iets minder stof nodig.

De hoogte van de manchet is 5 c.m. en de wijdte 20 c.m., bij breiwerk kan de

wijdte 16 c.m. zijn.

J. v. M.

VOOR DE HUISVROUW

Voor het Oudejaar

Oliebollen

(25 stuks).

è pond tarwebloem,

2J d.L. of 2J kopje melk,

20 gr. gist,

£ afgestreken lepel zout,

1 kopje krenten en rozijnen,

1 zure appel,

(naar smaak geraspte citroenschil en sucade).

Maak de melk lauw, vooral niet te warm. Roer de gist met een halve lepel suiker vloeibaar. Doe de gist bij het meel en voeg daarna bijna alle melk toe en besla het deeg zo lang tot dat het mooi glad is. Voeg de rest van de melk toe, het zout, de gewassen krenten en rozijnen en de fijn gesnipperde appel, zonodig kleine stukjes sucade en geraspte citroenschil.

Meng alles goed dooreen, dek de kom toe en laat het beslag in een teiltje met warm water of bij de warme kachel ongeveer één uur rijzen.

Vul een braadpan met boterolie of slaolie (ongeveer zoveel, dat er een laag van 10 cm. diep in is) en maak het vet zo heet, dat de blauwe damp er begint af te slaan. Maak 2 eetlepels in de olie vet, en vorm daarmee van het deeg een oliebol. Laat deze voorzichtig in het vet glijden en bak ze langzaam (ongeveer 5 min.) mooi bruin. Haal de oliebollen met een schuimspaan uit het vet, laat ze op grauwpapier uitdruipen, schik ze op een schaal en presenteer ze, dik bestrooid met poedersuiker of basterdsuiker.

Appelbeignets

£ pond bloem,

4 d.1. melk of 4 kopjes,

Iets zout,

4 zure appels.

Maak op dezelfde wijze het beslag. Voeg eerst bijna 2J kopje melk toe en daarna geleidelijk de rest. Boor en schil de appelen en snijd ze in dikke schijven. De schijven door het beslag halen en op dezelfde wijze bakken als de oliebollen.

Haringsla

2 haringen (gezouten of koelhuisharing), | kg. gekookte aardappelen.

1 grote biet,

1 flinke rauwe ui,

1 appel,

1 lepel olie,

3 lepels azijn,

zout, peper, mosterd.

De haringen 2 uur in water weken, ontdoen van de kop en vanaf de staart in tweeën trekken. De aardappel en de biet in plakjes snijden, de appel fijn snipperen en de ui zeer fijn snipperen. Een sausje maken van de kruiden, de olie en de azijn en alles met stukjes haring doorelkaar mengen. De massa mag vooral niet te droog zijn, desnoods kan men wat water toevoegen.

De sla in een met water omgespoelde kom doen, vast aandrukken en storten op een plat bord of schotel. Nu de sla garneren met achtergehouden stukjes haring, biet en ui. Men kan bijv. de sla in vakjes verdelen en deze om en om opvullen met de biet en in het lege vakje een stukje haring leggen.

E. J. BRUINS.