„Quai des Brumes", een film van de mist

Over de film „Quai des brumes" is de mist gespreid: zij hult de haven, de kaden in nevel; zij legt zich zwaar en klam op de mensen. De film suggereert ons de beklemming van deze nietwij kende mist, die als een noodlot is. Die ons de melodramatische handeling volkomen aanvaardbaar maakt.

Een koloniaal is uit de dienst gevlucht. Hij zwijgt over zijn verleden en bereidt een nieuwe toekomst voor: elke dag vertrekken uit een havenstad schepen, welke hem die tegemoet kunnen voeren. Maar dan komt het meisje, dat hij moet beschermen tegen haar belagers, tegen haar luguberen voogd, en als de loopplank van zijn boot wordt ingehaald sterft de koloniaal op straat. Binnen acht en veertig uur worden twee moorden en'een zelfmoord gepleegd, terwijl een derde moord (in een kelder!), wordt aangeduid. Het is, alsof de mist drijft tot deze misdaden, en ze dan onder zijn dekmantel verbergt.

Ieder's leven schijnt door deze nevel beheerst te worden, zonder dat deze ooit als directe oorzaak van een daad is aan te wijzen; onheilspellend keert steeds

het woord „brouillard" (mist) in de gesprekken terug. Zij blijft achtergrond en domineert toch: zij wordt hoofdpersoon.

De vertolkers der hoofdrollen hebben zich volkomen aan haar macht overgeleverd; zij menen niets meer van het leven te verwachten, doch blijken nog de kracht te hebben zich in een hopeloze strijd te verzetten. De artist daarentegen, die „de verborgen dingen" schildert, die in den zwemmer reeds den verdronkene ziet, gaat gewillig aan haar ten gronde.

Jean Gabin met zijn stugge, bijna stroeve spel, was een tragisch slachtoffer, in wien plotseling weer een illusie ontwaakt, waarin hij wat lieve woorden, een teer gebaar vindt voor Michèle Morgan, die als het meisje Nelly, bijna verbaasd en zonder verwachtingen de liefde ondergaat. Michel Simon gaf een zeer afstotende creatie van den voogd, den beestmens, wiens laatste sprankje gevoel slechts zichzelf betreft. Doch elke rol wordt op een opmerkelijke wijze, sterk en vol spanning vervuld. De regisseur Marcel Carné zette hen allen als

scherpe silhouetten in een wereld.

De prachtige mistbeelden van het grote vakmanschap cameraman.

nevelige

getuigen van den VISIE.

WAT MEN AL ZO BELEEFT

Warm ingestopt stappen twee kleine Rode Valken met hun collectebusje het dorp (in Groningen) uit om een buitenwijk te „bewerken". Op drie December heb jullie een „eretaak" is hun gezegd! Het is miezerig weer en de wind jaagt ijzig over de open landwegen. Niet zonder bezorgdheid kijk ik de dappere kinderfiguurtjes na!

Maar, twee uur later zijn ze terug, met gloeiende wangen en bemodderde schoenen. Vol

verhalen over hun belevingen.

M'n eigen jongen, één van de twee, zegt: „Bij één juffrouw moet ik nog even terugkomen, 't is een heel eind weg, zal ik nog eens gaan?" Wind èn temperatuur zijn nu buiten werkelijk bedenkelijk! „Drink eerst maar eens een fijne kop thee," zeg ik, „dan kun je nog eens zien! Maar hij staat gauw op. „Dan ga ik maar meteen, 't scheelt allicht weer een kwartje! En voor de tweede maal gaat het kind vechten met regen en wind!

Een half uur later komt hij, opgewonden, binnenstuiven en roept al in de gang:

„Moeder... raai nou es!"

Daar waag ik me maar niet aan, hij heeft trouwens geen tijd om m'n antwoord af te wachten: „Een hele gulden, fijn, dat ik gegaan ben hè!

Een warm geluksgevoel doorstroomt me. In een wereld van smart, onrecht en moedeloosheid. deze tintelende kinderogen, die gulle handen en warme harten! Geeft het geen nieuwe moed en vreugde om tóch door te gaan met ons werk, telkens weer opnieuw?

Die avond zingen wij mèt de kinderen, vol vreugde onze strijdliederen en ik poets, zónder mopperen vier hevig bemodderde schoenen!

Dat is nu mijn eretaak!

Stevige, smakelijke winterkost

Dat de kou hongerig maakt, weten we allemaal. En dat moeder peinst over mogelijkheden, die haar in staat stellen aan aller eetlust te voldoen, zonder daarom nu juist extra-grote hoeveelheden te koken, is dat ook een feit.

Die mogelijkheden bestaan, en we willen

er eens een paar onder de ogen zien.

In de eerste plaats valt de keus op die voedingsmiddelen, waarvan bekend is, dat ze „verzadigend" werken, dat ze — populair uitgedrukt — „vullen". De peulvruchten behoren daartoe: bruine en witte bonen, capucijners, groene erwten, linzen.

Ten tweede dient ervoor gezorgd te worden, dat vooral het vet in de maaltijd niet te schraal gerantsoeneerd wordt: een stukje spek, een. extra klontje vet of boter doen het gevoel van verzadigd-zijn wat eerder intreden en ook wat langer voortduren. Daarom zullen peulvruchten met jus in de kou een pracht-combinatie vormen, maar, omdat we op zo'n „bonendag" meti succes het anders gebruikelijke vlees kunnen missen — de bonen in hun ééntje brengen ons reeds voedsel genoeg! — daarom beschikken we in zo'n geval ook gewoonlijk niet over het bijproduct van gebraden of gebakken vlees: de vleesjus. We maken dan gebruik van de handige Maggi's Justabletten, we volgen geheel de gebruiksaanwijzing, die op de pakjes te lezen staat en we vullen onze sauskom met het smakelijke resultaat van onze eenvoudige handgrepen.

We kunnen echter met de Maggi's Justabletten nog anders te werk gaan en er een bruine saus van maken, die wat dikker is dan een gewone jus: we doen dat eenvoudig door bij de bereiding één deciliter vloeistof minder te gebruiken dan op het jus-recept is aangegeven.

En willen we onze saus variëren — ook dat is mogelijk.

Ten eerste kunnen we in plaats van boter een ongeveer even grote hoeveelheid vet rookspek gebruiken (voor vier personen b.v. 100 gram of één ons). We bakken dat uit in een diep pannetje, scheppen de kaantjes voorlopig even in een kommetje, gieten het met drie deciliter water aangemengde justablet in de pan bij het hete vet en 1 aten onze saus met een deksel erop een paar minuten zachtjes doorpruttelen, om ze daarna met de toegevoegde kaantjes in de sauskom te doen.

Ten tweede kunnen we in het spekvet — of in een daarmee ongeveer gelijkstaande hoeveelheid boter — een paar fijngesnipperde uien bakken (lichtbruin) en er dan het aangemengde justabletje bijvoegen: het resultaat is dan een smakelijk bruin uiensausje.

Ten derde smaakt de saus uitstekend (vooral bij linzen en bij witte bonen), als we er tot slot een paar lepels dikke tomatenpurée door mengen of als we ze eenvoudig op smaak afmaken met een paar theelepeltjes mosterd, naar verkiezing nog aangevuld met enige fijngesneden augurken.

Als bij zo'n peulvruchtenmaaltijd ook nog een schaaltje aardappelen (of rijst) op tafel staat — wat minder dan men bij andere groentensoorten gewend is — dan is het spel volmaakt: de verschillende voedingsstoffen (eiwit, vet, koolhydraten, zouten, vitaminen) zullen in voldoende mate in het maal vertegenwoordigd zijn, terwijl voor de smakelijkheid gezorgd wordt door het lekkere bruine sausje, dat èn bij de peulvruchten èn bij de aardappelen uitstekend past en dat door zijn betrekkelijk groot vetgehalte het verzadigingsgevoel behoorlijk lang laat voortduren. M- F-

Mededelingen voor de propaganda onder de vrouwen

INHOUD DECEMBER-NUMMER.

1. „Duitsland's vroegere koloniale rijk", door Hilda Verwey—Jonker.

2. „Palestina, het Beloofde land".