„Alarm in do Middellandse Zee"

Angstwekkend snel heeft de mentaliteit der mensen zich in de agelopen jaren gewijzigd. Het is toch nog niet zo heel lang geleden, dat de vrede in Europa onbedreigd en het vertrouwen in de Volkenbond gewettigd scheen. De pacifistische strekking der films, .welke in die tijd werden gemaakt als „Kameraadschap". „Ik heb een mens gedood", „Westfront 1918", „Niemandsland" en „Van het Westelijk front geen nieuws", vond weerklank in aller harten. Bezaten zij iets, dat de tegenwoordige films, welke als „pacifistisch" worden aangekondigd, missen?; ontbreekt het de makers in deze tijd aan geloof, bezieling? Of is de waardering van het publiek, dat aan de verwezenlijking van het ideaal twijfelt, veranderd? Wellicht is het aan beide partijen te wijten, dat van deze films geen overtuigende kracht meer uitgaat.

„Alarm in de Middellandse Zee" is zulk een goed-bedoelde poging en het is ook hier niet na te gaan, waarom de regisseur, Leo Joannon in zijn opzet faalde, ofschoon hij er in slaagde een uitstekende film te vervaardigen. Een film, psychologisch zo knap, zo verantwoord, dat wellicht juist aan dit weloverwogene, weinig-spontane, de matheid is toe te schrijven, welke over dit werk ligt uitgespreid. Doch door dit uit-wikken en wegen is het onwaarschijnlijke scenario aannemelijk geworden, neemt men de opzettelijkheden zonder verwondering als toevalligheden of als vingerwijzingen van het noodlot.

De matrozen van een Engelse, een Franse en een Duitse kruiser gaan „passagieren", en tijdens een knokpartij, die onverbrekelijk met een bezoek aan de vaste wal schijnt te zijn verbonden, wordt een moord gepleegd. De officieren, die aan land onderling vriendschappelijke betrekikngen hebben aangeknoopt, nemen elk hun eigen mannen in bescherming; niet door het geloof aan eigen onschuld, maar door het geloof aan de schuld van de anderen, ontstaat een vijandschap tussen hen, die niet verdwijnt, wanneer alle matrozen inderdaad onschuldig blijken. De moordzaak brengt intussen ook een „gas"-smokkelaffaire aan het licht en de Franse kruiser krijgt opdracht het smokkelschip met zijn gevaarlijke lading te achterhalen en aan te houden; de commandant krijgt hierbij twee buitenlandse waarnemers aan boord; onnodig te zeg¬

gen dat dit dezelfde Engelse en Duitse officieren zijn ... De kapitein van het smokelschip weigert zich over te geven en laat het gas uitstromen, zodat over een afstand van enige kilometers de lucht boven de zee vergiftigd is. Het „alarm in de Middellandse Zee" wordt gegeven; slechts één schip bevindt zich in de gevaarlijke zóne, en aan boord daarvan bevinden zich (hoe kan het anders?) de vrouw en het zoontje van den Fransen commandant. De officieren besluiten dwars door het gas te hulp te snellen; in deze uren hervinden de drie fc.kaar in moed en opoffering, doch zij hervinden elkaar niet als mensen voor wie de grenzen zijn weggevallen, doch als Duitser, Engelsman en Fransman, die eerbied en vriendschap voor elkaar gevoelen over de grenzen heen. Men zou deze harde werkelijkheid-zonder-meer de kracht van het werk kunnen noemen; doch de illusie zou de inhoud sterker hebben gemaak; men brengt de vrede niet door te constateren, wat is, doch door te suggereren, wat zou kunnen zijn...

Wanneer men zich echter over deze teleurstelling heen zet, blijft een boeiende, soms zelfs beklemmende film. Tal van personen zijn min of meer vluchtig in de behandeling betrokken; geen van hen wordt ten voeten uit voor ons neergezet; zij zijn alleen van belang in hun betrekking tot het conflict, doch in zoverre zijn zij dan ook scherp en raak getekend. Een uitzondering hierop vormt de Franse commandant, die als het ware de draad vormt, waarmee de verschillende gebeurtenissen aan elkaar zijn geregen, van welke meer uitgewerkte rol Pierre Fresnay, sober en strak, een uitstekende creatie gaf.

De regisseur heeft zich door de overvloed van materiaal, dat hem ten dienste stond (de Duitse, Franse en Engelse marine gaven hem beschikking over hun schepen) niet laten verleiden tot overdaad; hij wist het uit te buiten, zonder zich in onbelangrijke détails te verliezen; slechts zelden „vermeide" hij zich in het uitspinnen van onderdelen, b.v. bij het ietwat gerekte feestvieren der matrozen. Hij gaf de verwrongen geschiedenis een logische opbouw door de

nadruk te leggen op de hoofdmomenten, vluchtig over de onwaarschijnlijkheden heen te glijden, en diepte te geven aan voorvallen, die de achtergrond van de geschiedenis vormen, en toch haar loop bepalen. Geen ogenblik ontglipt hem de

leiding en het spel is dan ook tot in kleinigheden berekend en verantwoord (opmerkelijk is, dat allen hun eigen taal spreken, waarmee een verwarrende factor van zovele films verdween, al waren de nationale eigenaardigheden fijntjes getypeerd); daar zijn de kennismaking van de officieren over het speelgoedbootje, het langzaam groeien van het conflict tussen hen, het afscheid van de ouders en kinderen op de bedreigde passagiers-boot, de spannende achtervolging en ondergang van het smokkelschip, die nooit in het sensationele vervallen, even zovele voorbeelden van.

Men vindt in deze film een voorbeeld van de versterking en ondersteuning, welke de dialoog het beeld kan geven, als in de cynische humor van den Engelsman, de theatrale vaderlandsliefde van den Duitser, welke hem tot zelf-vernietiging drijft, de onschuldige opmerkingen van het zoontje van den Fransen commandant

De camera-man liet de omgeving alle recht wedervaren, en de beelden getuigen naast vakmanschap van grote gevoeligheid.

Het bijna abrupte einde, dat aandeed als een verhaal, dat wordt afgebroken, omdat de verteller door ontroering wordt overmeesterd, vormde een indrukwekkend slot. VISIE.

CLUBBERICHTEN

Clubberichten moeten gezonden worden naar de Arbeiderspers Hekelveld 15, Amsterdam.

AMSTERDAM Voorstellen voor de Jaarvergadering van de Bond moeten worden ingezonden vóór 23 Januari a.s. bij het clubsecretariaat, Waalstraat 70III. Op Dinsdag 7 Februari spreekt p.ge J v. d. Kieft, voor de club over „De Internationale politieke toestand". Van nu af zijn de kaarten in de groepen aan de bekende adressen verkrijgbaar. j y.—B

AMSTERDAM GROEP 2. Op 5 Januari jaarverg. in het afdelingslokaal De Wittenstraat 10. Voor de club was Mw. De Boef aanwezig. De voorz. spoorde de vrouwen aan om met de a.s. verkiezingen zoveel als mogelijk is de medewerking te verlenen, welke door de Partij zal worden gevraagd. Daarna werd „Kameraden" gezongen. Voorz. bracht verslag uit van de October-actie, welke 1 door onze groep behoorlijk is gevoerd, resultaat 115 abonnees op de „Prol Vrouw", waarvoor de vrouwen die hun medewerking hieraan verleenden dank werd gezegd. Verslagen van secr. en colportageleidster werden goedgekeurd. Inplaats van Mw. Rademaker, die zich niet herkiesbaar stelde, werd Mw. De Bruyn gekozen. De overige bestuursters werden allen herkozen. Controle-commissie: Mw. Abbenhuis, Abcouwer en Wendt. Hierna werd een kopje thee gedronken. Besloten werd om de helft van het saldo van het eendaags uitstapje (ƒ 1.43) in het verkiezingsbusje te storten. 2e voorzitster is Mw De Bruyn. Het was een goede vergadering, ofschoon de opkomst groter had moeten zijn. Donderdagmiddag 19 Januari a.s. te 2 uur vangt de zangclub aan in het afdelingslokaal, De Wittenstraat 10. Wij verwachten vele nieuwelingen. Wij wekken de vrouwen op de avondleesclub' (Dinsdag) ten huize van Mw. Bruens, v. Limb. Stirumstr. 22A. in flinke getale regelmatig te bezoeken. Het is zeer leerzaam. j. h. k. s.