48ste t. Brei 2 st. samen aan begin en eind, 5 t. recht. Herh. deze 6 toeren 3 x (3>. Kant af.
Borst en binnenkant der poten.
Zet met beige katoen 12 st. op en werk van de eerste tot en met de 64ste toer van het lichaam. Brei dan 6 toeren recht.
71ste t. (Dit wordt de binnenkant van de 2de poot). Meerder aan het begin en brei de 2 laatste st. samen. (25).
72ste t. recht. Herh. de 2 laatste t. 5 x (25).
83ste t. Brei de 2 laatste st. samen (24).
84ste t. recht. Herh. de laatste 2 t. 5 x (19).
95ste t. Brei 2 st. samen aan het begin en meerder in de laatste st. (19).
96 t. Brei de 2 laatste st. samen (18). Herh. de 2 laatste t. 4 x (14).
105de t. Brei 2 st. samen aan het begin, meerder in de laatste st. (14).
106de t. Meerder in de eerste st., brei de 2 laatste st. samen. (14). Herh. de 2 laatste t. X x (14).
109de t. Brei aan begin en eind 2 st. samen.
110de t. recht. Herh. deze 2 t. 1 x (10).
113de t. Meerder in de eerste st., brei de 2 laatste st. samen. (10).
114de t. recht. Herh. de 2 laatste t. 6 x (10).
127ste t. Meerder in de 2 eerste st. (12). 6 toeren recht. Kant af. Neem voor de voorkant der borst 6 st. op, waar de 6 toeren recht zijn gebreid tussen de poten en brei met beige katoen 1 toer recht.
2de t. Meerder in de eerste en laatste st. (8).
3de t. recht. Herh. deze 2 laatste t. 1 x (10). 6de t. Hecht de rode katoen aan en meerder in de eerste en laatste st. (12). 17 toeren recht.
24ste t. Brei 2 st. samen aan begin en eind, 3 t. recht. Herh. deze 4 toeren 3 x (4), 4 t. recht.
44ste t. Brei 2 x2 st. samen. Kant af.
Voorpoten: zet met beige katoen 12 st. op en brei 2 t. recht.
3de t. Meerder in de eerste en laatste st. (14). 3 t. recht.
7de t. Brei in het midden 2 st. samen (13). 8ste t. recht. Herh. de 2 laatste 1. 1 x (12). 11de t. Hecht aan met gele katoen en meerder in de eerste en laatste st. (14). 3 t. recht. Hecht aan met rode katoen en brei 12 t. recht.
27ste t. Meerder in het midden (15). Herh. deze toer 5 x (20), 8 toeren recht.
41ste t. Kant 5 st. af en brei dan aan begin en eind 2 st. samen (13). 42ste t. recht. 43ste t. Brei 2 st. samen aan begin en eind. (11). 44ste t. recht. Herh. de 2 laatste t. 2 x (7). Kant af. Brei de 2de poot hetzelfde.
Oren: zet met beige 3 st. op en brei 2 t. recht. 3ae t. Meerder in de eerste en laatste st. (5). 3 t. recht. Herh. deze 4 t. 4 x (13) 34 t. recht. 57ste t. Brei 2 st. samen in het midden (12), 58ste t. recht. Herh. de 2 laatste t. 1 x (11). Kant af. Brei het 2de oor. Brei voor de binnenkant twee maal het oor van gele katoen.
Staart: zet met beige 3 st. op en brei 2 t. recht. 3de t. Meerder aan het begin en eind (5). 4de t. recht. Herh. de 2 laatste t. 3 x (lij. 8 toeren recht. 19de t. Brei 2 st. samen in het midden (10). 20ste t. recht. Herh. de laatste 2 toeren 1 x. Kant af. Brei dit stukje nog eens van gele katoen. Naai de stukken in elkaar en laat een opening in de rug voor het vullen Na het vullen worden staart en oren aangezet. Teken de knopen met O. I. inkt en naai ze aan. Geef de neus en bek aan met een draad witte of zwarte wol.
Wat kinderen denken
Kleine driejarige Henk was stout geweest — héél erg, en had, toen Moeder hem verbood, bovendien nog de brutaliteit om te zeggen: „Drink jij je thee maar op"! Gevolg — in de gang, waar ons ventje stond te snikken of z'n leven er van af hing!
Helaas, voor wélke zonde hij gestraft werd, drong niet tot 'm door want al snikkende klonk z'n stemmetje: „Drink je thee dan maar niet op"!
R—Br.
DE OPVOEDING VAN ONZE KINDEREN
EIGEN ERVARINGEN
LICHT, ZON, BEZIGHEID
Ik wilde graag hier met alle moeders de dingen eens proberen te bepraten, die van zoveel belang zijn als wij „moeder" zijn of hét moeten worden.
U allen, die al moeder bent, weet, wat het zeggen wil een kind te verwachten, U die dit nog moet ondervinden, probeer vooral het mooie wat in het a.s. moederschap ligt te begrijpen en waarderen.
Als alles er voor gereed ligt en het kindje
meldt zich aan, wat voelen we ons dan gelukkig. Maar zolang de hulp van wie ook nog
om ons heen is, gaat alles meestal vlot en
goed. Heeft deze ons echter verlaten, dan komt de plicht op ons zelf neer.
Nu is mijn bedoeling om eens na te gaan hoe wij dit voor onszelf en de baby zo prettig mogelijk kunnen maken.
Elke dag komt weer opnieuw met zijn zorgen en vreugde. Het is juist de kunst om die zo goed mogelijk voor ons gezin te maken. Begingen wij altijd met het kind of de
kinderen 's morgens vroeg te helpen, dit is het beste, daar er later gebel is, enz. Dan vlug aan het werk begonnen en bij goed weer het zo inrichten, dat er stellig een wandelingetje af kan. Ik denk hier vooral aan de winter en dan moet dit 's morgens gebeuren.
Nu weet ik wel, dat het moeilijk is; maar
daar men, als men terug komt, zelf ook verfrist is, is het heus geen bezwaar om nog een
poosje aan het werk te gaan. Zo'n tochtje heeft beiden goed gedaan. Geen zeiltjes voor de kap! Neen .heerlijk de frisse lucht in de wagen laten komen. Wij vermijden drukke straten en lopen liever buitenom; ook met de oudere kinderen is het zoveel beter. Zo is er in de eerste tijd met het wiegekind een regelmaat in 't gezin, omdat het nog veel slaapt en mocht het eens huilen tussen de
voedingen in, laat het lan rustig huilen. Maar anders wordt het, als het ouder wordt en al eens in de box of de stoel komt, dan wordt opletten de boodschap en dit is juist het begin,
waarin de tijd komt, voor de training van ons geduld.
Is het kind gezond, dan zal het rustig spelen of eens naar de omgeving kijken. Maar het kan wel eens gaan tobben of huilerig zijn. Probeer dan door wat te zingen of geluidjes te maken, het af te leiden, zo onder het werk door. Echtex niet toegeven en er uit nemen. Zijn er meer kinderen in één gezin, dan houdt de een onge¬
merkt de anaere bezig. Ook niet door verwennen, maar eigenlijk door hun spel of bezigheid. Help hen eens wat op weg.
Schik b.v. de blokjes en beestjes om hen heen,.
zodat zij er middenin zitten, bouw een torentje
en gooi het eens om, laat een popje of beertje eens dansen, zing er een rijmpje bij. En als men ongemerkt weggaat, hebben zijzelf een spelletje ontdekt.
Dan komt de leeftijd van kruipen, vallen en opstaan. Overal aanzitten! Dat is wel een heel moeilijke tijd. Vooral met 't oog op vuur en heet water.
Moeders, leest eens hoeveel kinderen er jaarlijks nog verbranden! Al dat leed zou bespaard gebleven zijn, als de kleintjes veel langer in de box, of iets wat er op
lijkt, waren gebleven. Veel te vroeg gaan
zij er uit: „omdat het gehuil vervelend is. Zij wennen er aan; dus moet u ernstig volhouden. Ook uit hygiënisch oogpunt is het zoveel beter, als zij hun eigen wereldje hebben.
Plak wat aardige platen in de hoek waar hun box staat: koetjes, konijntjes, poesjes enz. Maak van gekleurde bandjes een bosje op de wijze van mandolinelinten en hang die in de
buurt en zie eens hoe ze die kleurtjes waar¬
deren. En dan: veel de ramen open! Vooral als men niet veel uit kan. Heeft men een plaats of tuintje, dan kan het kindje ook bij goed weer 's winters buiten staan, met kruikjes en warm ingepakt. Buitenlucht is mijns inziens een voornaam ding voor onze kinderen. a, g. B.