KLEDING EN HANDWERKJES

Meisjesjurk 10 jaar

Bovenwijdte 80 c.m.

Jurklengte 90 c.m.

Mouwlengte 38 c.m. voornaad.

Volgens de tekening wordt de jurk gemaakt van geruite stof, waarvan de ruit schuin loopt. Dit is alleen aan te bevelen wanneer de .ruit is opgedrukt. Is de ruit ingeweven dus gewoon recht, dan kan de jurk natuurlijk wel schuin geknipt worden, doch dan kan men geen plooien in de rok maken en zal de jurk in het dragen wel spoedig gaan uitzakken. Natuurlijk kan men de jurk ook van effen stof maken.

Bij geruite stof van 90 c.M. breedte heeft men 2.50 meter nodig. Men moet er met knippen op letten dat de ruit in de zijnaden en plooien doorloopt.

Maakt men de jurk van effen stof van 130 c.m. breedte dan heeft men 1.80 meter nodig. Men knipt dan uit één

stofbreedte het voorpand en het halve rugpand plus i plooidiepte en daarboven de andere helft van het rugpand plus | plooidiepte en de mouwen.

De plooien worden tot 12 c.m. onder de taille opgestikt, de rest wordt ingeperst en springt uit.

In het voorpand worden voor nering een paar zakjes gemaakl geruite stof neemt men de klepje,

effen stof in bijpassende tint.

Het jurkje sluit op m. vóór met : en knopen. Hiervoor knipt men c voor een 15 c.m. lang split in en 1 dit af met een biesje. Inplaats i van kan men ook het patroon 8 vanaf de vouw leggen en deze 8 gebruiken, van boven, voor oversl£

zoom, van onderen als plooi. Op m. maakt men dan een rij knoopsgate de taille.

Er zijn twee kraagpatronen gete! rij. een rond, plat kraagje en een i opstaand kraagje. Maakt men

kraagjes van effen wasbare stof. dan is het wel handig ze apart af te werken en met een grote steek in te naaien, zodat ze nog eens gemakkelijk verfrist kunnen worden.

De mouw wordt van onderen afgewerkt met een 3 c.m. breed en 18 a 20 c.m. wijd manchetje. Met het inzetten valt de naad 3 & 5 c.m. naar voren.