Jaarverslag van de bond van Soc.-Dem. Vrouwenclubs

OVER HET JAAR 1938

Stand organisatie

Wanneer wij nagaan, hoe onze Bond zich gehouden heeft in het jaar 1938, dan kunnen wij zeggen, dat de Bond zich in dit jaar goed heeft gehandhaafd. Het aantal clubs is gelijk gebleven; weliswaar moesten er in de loop van het jaar enkele clubs worden opgeheven, maar daar stond tegenover, dat in andere plaatsen een club werd opgericht. Het resultaat was, dat op 31 December het aantal clubs evenals verleden jaar 209 bedroeg.Het ledental, dat tot nu toe ieder jaar nog een stijging vertoonde. Is in de loop van het jaar 1938, helaas enigszins gedaald; onze clubs hebben thans tezamen 12.050 leden tegen verleden jaar 12.722, een vermindering dus van 672 leden.*)

Het aantal propaganda-commissies bedroeg 19 (verleden jaar 21), voorts had het Bondssecretariaat regelmatig contact met 49 partijafdelingen waar een correspondentschap is gevestigd. Voor het zoeken van aanknopingspunten in plaatsen, waar tot nog toe geen club of commissie is gevestigd en voor het verlenen van hulp aan kleinere clubs, waren de gewestelijke commissies werkzaam. Met deze commissies werd door het Bondssecretariaat een nauw contact onderhouden.

Jaarvergadering.

De Jaarvergadering werd ditmaal gehouden te Amsterdam op 19 en 20 Maart. De vergadering werd bezocht door 360 afgevaardigden van 185 clubs en commissies, benevens 21 gast-afgevaardigden van 16 parti.jafdelingen en 119 belangstellenden

Het Partijbestuur was vertegenwoordigd door de partijgenoten K. Vorrink en C. Woudenberg.

De eerste dag werd besteed aan de bespreking van het beleid van het Bondsbestuur en het behandelen van de ingediende voorstellen, waarbij Uiteraard vele punten, onze propaganda betreffende, ter sprake kwamen.

Ook vond op deze vergadering een reglementswijziging plaats. Op voorstel van het Bondsbestuur werden aan art. 7 van het Bondsreglement twee alinea's toegevoegd, luidende:

„Zo nodig kan door het Hoofdbestuur, in overleg met het Partijbestuur, worden besloten tot de aanstelling van een tweede secretaresse, die lid zal zijn van het Hoofdbestuur en van het Dagelijks Bestuur.

De benoeming heeft plaats door het Partijbestuur, in overleg met het Hoofdbestuur."

De benoeming van een tweede secretaresse werd n.1. door het Bondsbestuur nodig geacht nu de Bondssecretaresse door haar verkiezing tot lid van de Eerste Kamer niet meer haar volle werkkracht aan het Bondssecretariaat zou kunnen geven. Nadat door de Jaarvergadering het reglement in boven omschreven zin was gewijzigd, werd p.ge L. Meijboom— Broersma tot tweede secretaresse benoemd.

Des Zondags werd de vergadering, behalve door de afgevaardigden, door 736 belangstellenden bezocht, waarmee de twee zalen van gebouw Bellevue geheel waren gevuld.

Des morgens hield de Bondssecretaresse een inleiding over „De vrouw en de Maatschappij", waarbij zij een beeld gaf van het vrouwenleven en de vrouwenarbeid in vroeger tijden en nu.

Het was dit jaar de 30ste maal dat de vrouwenclubs in jaarvergadering bijeen waren en naar aanleiding van dit feit gaf pge. M. Wibaut—B. v. B., de oprichtster en gedurende 27 jaar de voorzitster van onze Bond, nog eens haar indrukken uit de oude tijd toen de vrouwenorganisatie zich zelf en haar plaats in onze beweging nog moest vinden.

Des middags sprak p.g. mr. M. Mendels voor ons over de internationale toestanden.

Aan het slot van de vergadering werd door het Amsterdams spreekkoor het spel „Opgang" van p.ge M. Kaas—Albarda opgevoerd.

Hoofdbestuur.

Op de Jaarvergadering werden de zittende Hoofdbestuursleden allen weer herkozen. Het Bondsbestuur was dit jaar als volgt samengesteld: A. E. J. de Vries—Bruins, voorzitster; E. Ribbius Peletier, eerste secretaresse; L. Meijboom—Broersma, tweede secretaresse; I. Vorrink—Bergmeijer en M. Wibaut—B. v. B., Dagelijks-Bestuursleden. A. J. Aarsen— Jansen, A. v. d. Goes van Naters—v. d. Plaats, A. C. Ploeg—Ploeg, H. Straalman—Kremer en H. Verwey—Jonker.

De Bond was in de Partijraad vertegenwoordigd door de partijgenoten: A. J. Aarsen—Jansen en A v. d Goes van Naters—v. d. Plaats.

Propaganda.

Drie maal werd dit jaar door de clubs een actie gevoerd met een propaganda-geschriftje. De eerste keer in de maand Mei met het geschriftje „Ook in tijden als deze" door I. Vorrink—Bergmeijer. Van dit geschriftje werden door de clubs 26.115 exemplaren afgenomen. Tegen de elfde November verscheen onder de titel „Wapenstilstand of vrede?" een geschriftje, gewijd aan het vredesvraagstuk, hetwelk in 36.450 exemplaren werd verkocht. Met Kerstmis verscheen het Kerstgeschriftje, ditmaal

*) Deze daling is niet geheel een gevolg van de moeilijke tijdsomstandigheden, ongeveer de helft van de vermindering dient toegeschreven te worden aan het feit, dat twee grote clubs hun ledenregisters herzien hebben, waarbij men bemerkte, dat een aantal namen afgevoerd moeec worden.

geschreven door pge. T. Heroma—Meilink, van welk geschriftje 43.950 exemplaren door de clubs werden besteld. Helaas heeft de felle koude de colportage met deze brochure wel bemoeilijkt.

In totaal werden in 1938 106.515 brochures afgenomen. Omstreeks Sint Nicolaas verscheen een raambiljet tegen het kopen van oorlogsspeelgoel, de clubs bestelden van dit biljet 4389 exemplaren.

In October hebben vrijwel alle clubs weer meegewerkt aan de actie voor „De Proletarische Vrouw", deze actie leverde 2914 nieuwe abonné's op.

Een verheugend verschijnsel is, dat hoe langer hoe meer de clubs het gehele jaar door haar aandacht aan „De Proletarische Vrouw" gaan besteden. Sommige clubs bestellen regelmatig proefnummers voor een klein aantal adressen, in andere plaatsen heeft men het tot een gewoonte gemaakt op geregelde tijden met „De Proletarische Vrouw" te gaan colporteren. Op deze wijze is het mogelijk, dat ook in tijden, dat er niet een speciale actie gevoerd wordt, het aantal abonné's wordt uitgebreid. Ook wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan de „bedankjes" op ons blad. In verschillende clubs heeft men een aantal vrouwen bereid gevonden regelmatig de abonné's, die haar abonnement hebben opgezegd, te gaan bezoeken. Dikwijls heeft dit tot resultaat, dat op het bedanken wordt teruggekomen.

Bij de October-actie hebben de clubs kennis gemaakt met de nieuwe propagandiste voor „De Proletarische Vrouw", p.ge G. J. de Jong, door de Arbeiderspers benoemd als opvolgster van p.ge M. Kist. In het voorjaar zag pge. M. Kist zich wegens vertrek uit Amsterdam door haar huwelijk genoodzaakt, voor haar functie van propagandiste te bedanken. Wij zijn er van overtuigd, dat pge M. Kist door haar werklust en haar enthousiasme bij allen, die met haar hebben samengewerkt, in aangename herinnering zal blijven.

In het begin van het jaar deed de Partij een beroep op de medewerking van onze clubs voor de te voeren leden-win-actie, welke medewerking natuurlijk gaarne werd verleend. Door vele clubs wordt geregeld medegewerkt bij de colportage met „Vrijheid, Arbeid, Brood" en met Partijbrochures. Vergeten worde voorts niet te vermelden het aandeel, dat door onze vrouwen werd genomen in de inzameling ten behoeve van het Comité uit S.D.A.P. en N.V.V. inzake de verpleging van Spaanse kinderen.

Vrouwendag.

De Vrouwendag werd dit jaar weer door een groot aantal clubs gevierd. In totaal werden er 136 vergaderingen gehouden, die bezocht werden door de vrouwen uit 177 clubs. Het aantal clubs, dat de Vrouwendag viert, is zo men ziet groter dan het aantal vergaderingen. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat verschillende kleinere clubs gezamenlijk een Vrouwenvergadering houden. In totaal trokken deze vergaderingen pl.m. 20.000 bezoeksters. De leuze voor de Vrouwendag was ditmaal: „Wil strijden voor recht, vrede en vrijheid, voor ons en onze kinderen".

Voor de opluistering van de vergaderingen gaf het Bondsbestuur een toneelstukje uit, „Drie Novemberdagen", geschreven door p.ge C. PothuisSmit. Dit toneelstukje werd door 130 clubs aangevraagd. Blijkens de verslagen is het stukje zeer in de smaak gevallen.

Leesclubs.

Onze leesclubs vormden, zoals steeds, een belangrijk onderdeel van ons ontwikkelingswerk. Het is te begrijpen, dat in deze tijd met z'n moeilijke problemen bij vele vrouwen een sterke behoefte bestaat haar kennis van de maatschappelijke vraagstukken te verruimen. Overal, waar wij leesclubs houden en over goede leiding beschikken, slagen de clubs dan ook uitstekend. In 1938 werden er pl.m. 200 leesclubs gehouden, die tezamen ongeveer 2000 bezoeksters telden. Twaalf van deze clubs werden gehouden in plaatsen, waar nog geen vrouwenclub is gevestigd. Zes en twintig clubs konden in de plaats zelf geen leesclubleidster vinden en ontvingen hulp van een leidster uit een andere plaats.

Onze uitleendienst van lectuur verschafte vele leidsters materiaal ter behandeling op de leesclub. In totaal kon aan 152 aanvragen worden voldaan.

Ook de Mededelingen leverden de leidsters stof ter behandeling op de leesclub. Alle clubs en de partijafdelingen, die zulks wensen, ontvangen gratis de Mededelingen. Voorts zijn er 696 partijgenoten op de Mededelingen geabonneerd.

Kadervorming.

Voor de leidsters van deze leesclubs bestond weer de gelegenheid een studieweek met practische oefeningen in het spreken te voleen. Van deze gelegenheid werd door 18 partijgenoten, die merendeels zelf ter plaatse reeds enige tijd als leesclubleidster werkzaam waren geweest, gebruik gemaakt.

Voor haar, die reeds de practische cursus volgden en voor andere belangstellenden werd een studiecursus gehouden, in welke cursus gezamenlijk werd bestudeerd het boek van H. Verwey—Jonker, „Het Socialisme in deze tijd".

Ook aan de scholing van bestuursleden werd wederom aandacht besteed 29 partijgenoten uit 26 verschillende clubs volgden een scholingsweek. In totaal hebben in de loop der jaren uit 149 clubs een of meer bestuursleden aan een scholingsweek op „De Bom" deelgenomen.

Een aantal partijgenoten, die in vorige jaren een scholingsweek hadden