De uitslag der verkiezingen

De S.D.A.P. verloor twee zetels, voor een deel toe te schrijven aan de verdachtmakingen van sommige dagbladen, voor een ander deel aan de z.g. Troelstra-Beweging, die leeft in de illusie, dat hun voorman het ware socialisme zal brengen. Bovendien kreeg de C.D.U. (chr. dem. unie) evenals in 1937 waarschijnlijk een aantal van de vroegere soc.-dem. stemmen wegens het veranderde standpunt betreffende de bewapening, zodat wij met dit alles ons niet al te zeer teleurgesteld behoe 'en te gevoelen.

De N.S.B. bleek nog weer iets meer van haar aanhang te hebben verloren na 1937.

De grote winst was voor de katholieken. Dit stemt tot nadenken. De katholieken — hoezeer zij ook in sommige fascistische landen te lijden hebben, staan iets minder afwijzend tegenover het fascisme dan de andere partijen. Men herinnere zich het laatste schrij-

De Statenverkiezingen zijn achter de rug. Een grote omwenteling wordt er niet uit geboren, enkele onderlinge verschuivingen zijn het resultaat.

Mussert, die winnen zou, heeft na 1935 nog niets anders gedaan dan verliezen, hoewel hij naar onze smaak nog wel minder dan 21 zetels had mogen houden.

Onze eigen partij boekt een gering verlies. Maar het is een verlies, waarbij we niet ponder hope zijn.

Had niet de onzalige Kiès-beweging in Friesland moeilijkheden veroorzaakt, dan zouden we met een bescheiden winstje uit de bus gekomen zijn.

We weten het; er zijn velen, die zo graag eens weer een geweldige stormloop van de S.D.A.P. zouden zien; zoals in de jaren 1913, 1919 enz. De laatste jaar of tien blijft onze Partij zichzelf zo ongeveer gelijk. We blijven steeds schommelen om „het vierde deel van Nederlands bevolking". Echter is deze afmattende crisistijd een periode, waarin de S.D.A.P. niet als vanouds haar grote kracht kan tonen. Aan alle kanten is het publieke leven in kluisters geslagen. Vertegenwoordigers onzer Partij in openbare lichamen kunnen niet, zoals in de jaren vóór de crisis hun opbouwend en uitbreidend werk op sociaal terrein verrichten. Daarvoor zorgt Den Haag wel.

En wanneer men van de soc.-dem. bestuurders geen forse daden ziet, wanneer hun optreden in Staten en Raden noodzakelijkerwijs uiterlijk gelijken moet op dat van bestuurders van andere richtingen, dan denkt al heel gauw het grote publiek: ,,'tls toch allemaal lood om oud ijzer ;waarom zal ik nu speciaal

ven der bisschoppen over wat aan katholieke verboden is; daarbij werden de aanhangers der N.S.B. het zachtste behandeld. Ook Franco's overwinning in Spanje werd zeer door hen toegejuicht.

De liberalen en de vrijzinnig-democraten — vooral de laatste — hebben ongetwijfeld veel steun gehad aan de actie van „Eenheid door Democratie" gevoerd. Onwaarschijnlijk is 't ook niet, dat deze propaganda soc.-dem. stemmen heeft weggehaald.

In elk geval, de S.D.A.P. heeft door een samentreffen van allerlei factoren, waarvan wij er enkele noemden, twee zetels verloren. Ontwijfelbaar is echter de algemene uitspraak van het Nederlandse volk geweest: „geen dictatuur"!

Wij staan nu voor de gemeenteraadsverkiezingen, waarbij een aantal van deze beletselen niet behoeven te gelden. Laten wij er onze beste krachten voor inzetten.

den Sociaal-democraat stemmen. Zij kunnen toch ook geen verbetering brengen".

Zo is het wel enigszins verklaarbaar, dat onze Partij in deze misèrej aren geen groter zuigkracht op de Nederlandse bevolking heeft. Tot grote voldoening stemt het wel, dat wij een zó getrouw kiezerscorps bezitten, dat in deze tijden van neergang het ideaal van 't socialisme is trouw gebleven.

Trouwens, als we de cijfers van de Statenverkiezingen van vele jaren terug vergelijken, kunnen we trots zijn op de stevige positie van onze S.D.A.P. Sedert 1919 maakten we 6 Statenverkiezingen, die voor onze Partij respectievelijk leverden: 117; 107; 120; 127; 126; en nu 124 zetels.

De Anti-Revolutionnairen maakten in die zelfde periode:

88; 87; 78; 82; 76; en 82; de Liberalen: .

86; 61; 62; 58; 33; en 35; de Vrijzinnig-Democraten:

44; 40; 42; 36; 28; en 39.

Van deze vier belangrijke politieke partijen zijn wij dus de enige, die nè, het uitgangsjaar 1919 stegen.

Laten we blij zijn, dat in deze angstige, verwarde tijd zo'n groot deel van het volk zijn onwankelbare trouw aan ons beginsel heeft bewezen; laten we hieruit de kracht putten van het oude bijbelwoord:

„Zij, die geloven, haasten niet."

* * *

De Raadsverkiezingen zijn op komst. Altijd hebben zij nóg groter belangstelling dan de Statenverkiezingen. Het publiek ként nu eenmaal liever de mannetjes (of vrouwtjes), die straks zijn belangen moeten behartigen, en bij de Statenverkiezingen stemt men dikwijls op een persoon, dien men helemaal niet kent. Ook treedt het werk, dat in de Staten wordt verricht, niet zo in het openbaar, als het raadswerk.

Omdat wij de grotere belangstelling voor de Raadsverkiezingen kennen, moeten de weken die vóór ons liggen, zo krachtig mogelijk worden benut.

Huisbezoek en verspreiding onzer geschriften, duidelijke voorlichting over wat onze mensen, ook in deze tijd, in de Raden hebben gedaan, vooral ook, welke dreigende onheilen zij soms hebben afgewend, geeft ons krachtig propagandamateriaal in handen.

Laat ieder dit bedenken en haar deel bijdragen om de rode Raadsfractie's, in 't belang der Nederlandse arbeidersklasse, zo sterk mogelijk te maken.

H. W.

Vara-vrouwenhalfuur

„Waait buiten de lentewind?" Over deze vraag zal mw. T. Heroma—Meilink spreken in het vrouwenhalfuur op Woensdag 3 Mei, des middags half drie.

WAT MEN AL ZO BELEEFT

(J- I-—V. te W.) In de feestelijke kamer zit stralend het jonge bruidspaar. Familie en vrienden, die zich van harte verheugen om dit jonge geluk. Bloemen en vreugde! Gelukkige bevoorrechten! De jonge man verdient behoorlijk; samen hebben ze hun nieuwe tehuis, keurig en warm kunnen inrichten. Als in de avond de lichten opgaan, lijkt het een sprook:e, de lieve, witte bruid, de trotse jonge echtgenoot.

Om acht uur zegt de jonge vrouw: ,,de nieuwsberichten!" Er valt een stilte, wij leven in de dagen vlak voordat ,,de grensbewaking" wordt opgeroepen! Dezen avond is er weer eens wat „ontspanning". De bruid zucht van verlichting! Op dat ogenblik kijk ik haar aan! Er is niets meer over van de diepe geluksglans, die de gehele dag op haar gezicht lag. Zij is op dit moment een vrouw.... vol zorg over den geliefden man, in wiens handen zij vandaag haar jonge leven heeft gelegd. En toch.... dit is misschien het mooiste ogenblik van deze dag, nu zij even wordt de jonge vrouw, die de verantwoordelijkheid van haar nieuwe taak diep voelt. Moge het niet bij deze „zucht" blijven! Ik hoop, dat zij en vele jonge vrouwen denkende en werkende strijdsters worden in een wereld, waarvan de „nieuwsberichten" een „vreugde" en geen „nachtmerrie" zullen zijn.

BINNENHOF

Zij, die geloven, haasten niet