MOGEN VU HAMSTEREN...

DE HAMSTER-

De hamster behoort tot de knaagdieren. Hij maakt in lijn hol, dat uit 3 tot 5 kamers bestaat, een aanzienlijke voorraad graan en peulvruchten. Niet zelden wordt er in zulk een hol meer dan 50 pond daarvan gevonden. De hamster heeft deze voorraad nodig voor zijn talrijke familie; er komen ongeveer 20 kleine hamstertjes per jaar bij, soms iets minder, soms echter wel 32.

De hamster is een wild en kwaadaardig dier; hij stelt zich woedend te weer; zelfs tegen den mens.

Hamsteren is tot dusverre terecht voorgesteld als iets verkeerd. Ja, het is gebrandmerkt als een handeling, die volkomen onsociaal is.

Men benadeelt de mensen, die er niet toe in staat zijn, omdat diegenen, voor hun gewone inkopen, lege winkels zullen vinden. En men is oorzaak, dat de prijzen worden opgedreven.

Dat niet-hamsteren gedurende de wereldoorlog ook in ons land groot ongerief gaf, daar weten wij alles van: vettekort bij opgroeiende kinderen; 4 jaar geen thee en daarvoor een surrogaat, dat alleen de naam met thee gemeen had; geen citroenen voor zieken, om maar iets te noemen.

Die destijds hamsterden, deden groot onrecht, om het woord misdaad nu maar niet te gebruiken.

Laatst, September 1938, stonden de mensen weer klaar; zij bestormden de winkels, die leeggekocht werden. Omdat er geen oorlog kwam, kon men achteraf spotten over ue zonderlinge bestellingen van sla-olie, thee, koffie, enz, die toen zijn geschied.

Nu onderstelt de regering, dat bij deze gedeeltelijke rïobilisatie weer veel mensen aan het hamsteren zullen slaan in 't geval, dat de toestand dreigend zou

worden — hetgeen ze op dit ogenblik nog niet is. En nu wordt het hamsteren „aangemoedigd".

Dat wil zeggen: men mag hamsteren, wanneer men het doet vóór dat het gevaar er is. Men mag een „voorraad" maken. Dan zijn de winkels in de tijd, dat er nog kalmte heerst, in staat om hun voorraden aan te vullen, zodat zij niet leeg komen.

Gevolg is, dat veel mensen op dit ogenblik voorraden maken. Terwijl onderscheidene winkeliers aanbiedingen doen om hun oude en nieuwe klanten b.v. voor ƒ 25 van alles wat te bezorgen, zodat zij vooreerst, b.v. bij luchtaanvallen — dit voorbeeld wordt genoemd — geholpen zijn, wanneer geen leverancier hen kan bereiken en zijzelf hun woning niet mogen verlaten.

Dat vanzelf door deze aankondigingen een angststemming wordt gewekt, is begrijpelijk. Maar wij onderstellen, dat de regering dit nog te verkiezen acht boven het niet-bezitten van voorraden voedsel. Wij spreken er geen oordeel over uit

Wel vestignn onze gedachten zich op de gezinnen, de zéér vele gezinnen, die nu eenmaal niet hamsteren kunnen, omdat zij zelfs geen gering bedrag boven het wekelijks nodige kunnen besteden voor de tijd die daarna komt. En al mag

men nu redeneren: zij kunnen dan in de gewone winkels weer terecht, want deze zijn op dat ogenblik weer gevuld, toch kan dit ons absoluut niet bevredigen. Wie kan zeggen, hoe dan de toestand is? In ieder geval moeten deze mensen — en welk een massa vormt die groep! — dan toch ook over straat om hun inkopen te doen, willen zij etenswaren verkrijgen.

De meeste mensen worden echter spoedig in een paniekstemming gebracht, dus zou '* dwaasheid zijn om aan te raden da&rom geen voorraden in te slaan, als men er het geld voor kan vinden. Wij wagen echter een andere raad of suggestie te geven: i

Laat ieder gezin, dat 't kan missen, van alles wat 't voor zichzelf méér inkoopt, nog een precies gelijke voorraad inslaan en dit ter beschikking stellen van een werkloos gezin, dat niet extra kan kopen. Of — allicht was dit het beste — hiervoor zich wenden tot een organisatie, die deze solidariteitsbetuiging in gerejtlde banen kan leiden. Wij denken b.v. aan verenigingen als .,Makkerhulp".

Alleen op deze wijze behoeft mei zich niet schuldig te weten, wannee- men namstert.