VOOR DE HUISVROUW

Tombola

In mijn schrijftafel is een laatje waar al de vragen, wensen, opmerkingen, aanmerkingen en dergelijke, aangaande de P.V. in belanden. Dat wens ik in deze opruimingstijd op te ruimen. Het is een raar hutje mutje, maar ieder zal het

zijne er wel in vinden. Net als bij een tombola ga ik het eerste lotje er uithalen; altijd prijs! en meestal een hoop voorwerpen, die helemaal niet bij elkaar passen.

Gepermanente Haren. Pge. E. G. te Beemster Schrijft in het boekje ,,De huid en haar verzorging" van Liesbeth Le Coultre staan enige dingen, die verschillen met hetgeen ik beweerd heb. Er klopt iets dus niet; maar ik weet niet wat er niet klopt en kan er dus niet veel van zeggen. Er klopt wel eens vaker iets niet bij me, ik doe en schrijf wel eens rare dingen en ik handel zelf wel eens niet naar mijn schrijven. Een bekentenis: gister heb ik mijn haren laten permanenten. Tegen beter weten in. Tegen mijn principes in, dat het geld en tijd verkwistend is en dat het slechts „ijdelheid en ij delheid" is. Mijn haardos is zeer weelderig en zeer weerbarstig: zit nooit naar 't zin. De onderste punten van mijn haren zitten nu in permanente krul a ƒ2.10. Dat is niet veel. Ik ben dus goedkoop verkwistend geweest en voorzichtig, want mochten de punten dor, droog en dood worden, dan zijn ze er zonder schending van het aangezicht ras afgeknipt. Ik ben nu ook een ervaring rijker, ik weet hoe men zich laat mishandelen en toetakelen en ik weet wat het zeggen wil. Wie mooi wil zijn moet pijn lijden. De pijn betekende hier veel geduld heben, want ik heb er drie lange uren mee zoek gebracht. De tijdverkwisting was dus erg. De geldverkwisting minder, want ik heb den kapper werk verschaft en geld moet rollen althans volgens den heer Sickesz (de mij nheer van de chocoladerepen en van Quo Vadis). Er waren dus vele goede beweegredenen: ik heb nu een nette pruik, veel ervaring opgedaan en werk verschaft. Maar dit zijn smoesjes. Ik heb gezondigd. Ik zondig echter wel eens

graag. Wee degene die er kwaad van denkt!

De straf op de zonde is nog niet gevolgd. Mijn permanente ervaring van een dag is, dat de krullen de nacht goed hebben doorgebracht en goed in vorm hun 2e levensdag zijn begonnen. Ze zijn nog niet dor, droog en dood.

De volgende week gaat de tombola door.

Kook de melk. Ongekookte melk kan typhus, t-b.c. en andere ziektekiemen bevatten. Daarom moet alle rauwe melk, dus alle melk, die los verkocht wordt, gekookt worden. Trekkers en vacantiezigeuners, denkt er aan, er schuilt gevaar in de losse melk zo van den boer Het gebruik van ongekookte melk, ook in de thee, is onverantwoord.

Typhus. De typhus-bacil veroorzaakt een zeer ernstige buikziekte. De bacil

De opvoeding van

kan voorkomen in verontreinigd water en in melk, die uit bussen komt, die met dit water zijn schoongemaakt. Gebruik nooit slootwater. Al lijkt het water uit het beekje nog zo helder, het is onbetrouwbaar. E. J. BRUINS.

onze kinderen

Als je groot bent

— Wat je worden moet als je groot bent? Och, m'n lieve kind, dat duurt gelukkig nog zo lang. Een jongetje, zo oud als jij, is als een vreemd zaadje, dat we eens gekregen hebben. We geven zo'n zaadje een mooi plaatsje in onze tuin met, als 't kan, heel veel zon. Daar begint het dan te groeien, al groter en groter, maar we weten nog steeds niet wat 't worden zal.

't Kan zijn, dat er een bloempje met erge mooie kleuren uit te voorschijn komt dat, net als een viooltje, je aankijkt en je vertelt, dat het er alleen maar staat cm naar de zon te kijken en de mensen blij te maken.

't Kan óók gebeuren, dat er een grote, groene plant uit groeit met geweldige trotse bladeren, die heel veel ruimte voor zichzelf nodig heeft, zodat alles wat dicht bij hem staat in de verdrukking komt en geen enkel straaltje van de zon kan krijgen.

Als we dan de tuin in kijken, zien we hem direct staan en we vinden hem groot en geweldig, maar we zoeken even naar 't kleine bloempje met z'n elfengezichtje en dat knikken we toe en we denken: fijn, dat jij er óók bent.

Jij, m'n jongen, kunt later een deftige meneer worden, die alle dagen z'n Zondagse pak aan heeft en rond rijdt in een prachtige auto. Dat lijkt je wel, tiè? In je mond heb je een grote sigaar met een heel brede band er om. Je kijkt trots in 't rond, is die auto niet van jou? De auto, ja, die is van jou, maar de

vogels die fluiten en de bloemen die er groeien zie je niet.

Je raast langs de wegen en er blijft niets anders oyer dan een grote wolk van stof.

Weet je nog van gisteren, toen de orgelman door onze straat ging? Wat hebben wij samen in de kamer fijn gedanst! We vonden 't jammer toen hij voorbij was en je holde hem nog na met brood voor z'n paard. Volgende week komt hij weer, vertelde je me toen.

Als de grote deftige auto, waarvoor alles aan de kant moet gaan, voorbij is, zijn we blij, maar de man met het orgel, daar verlangen we naar terug.

We bekijken de grote plant en we zeggen, jonge, jonge wat kolossaal! maar 't bloempje waar je heel dicht bij moet gaan staan om het goed te kunnen zien, daar houden we van.

Daarom ben ik zo blij, dat jij nu nog veel te klein bent om te zeggen wat jij later worden wilt.

Nu zou je misschien de auto kiezen en alle beschikbare ruimte voor je zelf opeisen, zóveel, dat je de muziek van den orgelman niet meer horen zou.

J. v. d. Meer—Hoefman.

Tentoonstelling Rodin

Naar aanleiding van het onderschrift bij het artikel over Rodin in het vorige nummer maakt een onzer lezeressen er ons op attent, dat leden van vakbonden reductie genieten op de toegangsprijs. Bij informatie aan het Museum deelde men ons mede, dat leden van vakverenigingen op vertoon van lidmaatschapskaart toegang hebben tegen betaling van 35 cent. Men behoeft dus niet op de „goedkope dagen" te wachten.