BINNENHOF

Een noodwet van Albarda

De sociaal-democratische Minister van Waterstaat heeft de moeilijkheden aan het verkeerswezen in deze abnormale tijden onder de ogen gezien. Het gevolg hiervan is geweest, dat de Tweede Kamer een Noodwet ter behandeling kreeg, die inhoudt het regelen van het vervoer in buitengewone omstandigheden of oorlogsgevaar.

Opvallend bij deze behandeling was de grote lof voor dit voorstel van verschillende sprekers, die aan het debat deelnamen. Slechts de N.S.B. had critiek. Een kritiek, die eigenlijk niets anders betekende dan een verdachtmaking van de bedoelingen van een sociaal-democratisch minister. Het ontwerp werd door de N.S.B. maar liefst gehouden voor een poging om langs een achterdeur de ordening in het vervoerswezen — een zuiver socialistisch beginsel — binnen te halen. Het heeft ons groot genoegen gedaan, dat van alle kanten in de Kamer deze beschuldiging van de N.S.B. werd bekritiseerd. De heer Joekes (V.D.) zei rustig, maar daarom niet minder scherp aan het adres van de N.S.B.-spreker: „De opmerking van den heer de Marchant et d'Ansembourg, alsof dit wetsontwerp de strekking zou hebben om een monopolie te verzekeren voor een bepaald vervoermiddel, is een uiting van een zodanige bevooroordeeldheid, dat men zich moet afvragen, of iemand, die het algemeen belang rustig beschouwt, tot een dergelijke opvatting kan komen."

En Albarda zelf zei in zijn beantwoording: „De heer de Marchant et d'Ansembourg heeft dit wetsontwerp willen kenschetsen als een stap op de weg naar de socialisatie. Als dit de bedoeling was, dan zou het in de stukken zijn geschreven. De regering is niet voornemens, en ik ben niet voornemens, om met een masker op te treden of met oneerlijke bedoelingen voor de Staten-Generaal te verschijnen."

Wat zal er eigenlijk gebeuren als deze Noodwet in werking treedt?

In de eerste plaats wordt door de Wet bereikt een registratie van alle Nederlandse vervoermiddelen, en dit is in ons land dringend nodig. Er is nl. geen volledig overzicht van de vervoermiddelen, waarover ons land beschikt. Vooral, nu er door militairen zoveel vervoermiddelen zijn gevorderd, moet de regering we¬

ten, wat er nog ten dienste staat van het vervoer ten behoeve van de volkshuishouding.

Het andere hoofdbestanddeel van de Wet betreft de wijze van vervoer in dagen van nood. Dit is een algemeen belang. Wanneer men b.v. bepaalde hoeveelheden goederen zou willen verdelen over oneconomische vervoermiddelen, zodat tijdverlies, benzineverlies of kolenverlies zou optreden, dan heeft de regering in deze Noodwet een middel, om dat te voorkomen. Er zijn sprekers geweest, die hebben gewezen op eventuele schade voor sommige ondernemingen, van wie misschien de vervoermiddelen worden uitgeschakeld en waarvan schadeloosstelling werd bepleit.

Albarda heeft deze schadeloosstelling met beslistheid afgewezen. Schade voor geen enkel individu is in tijden van nood niet te voorkomen en door elke noodwet zullen bepaalde personen worden gedupeerd. Wanneer b.v. de uitvoer van bepaalde artikelen wordt verboden, is dat ongetwijfeld nadelig voor een aantal ondernemingen, maar dan zal toch niemand hierin een reden tot schadeloosstelling willen zien. Het is alleen maar de bedoeling om met deze wet zoveel mogelijk voordelen aan het verkeer in z'n geheel op te leveren. Als de toepassing dezer wet leidt tot economisch verbruik van de vervoermiddelen, van de banden, tot besparing van brandstoffen, benzine en kolen, dan zullen de bedrijven des te langer kunnen worden voortgezet en dat is een algemeen belang.

Na de overtuigende en rustige verdediging van Albarda, waarover ook de burgerlijke bladen lof spraken, mocht onze p.g. de voldoening smaken, dat zijn ontwerp zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. H. W.

Onthulling gedenkteken voor

mevrouw Drucker

Op Zaterdag 30 September, des middags om drie uur zal te Amsterdam in de Noorder Amstellaan bij de kruising van de Waalstraat de onthulling geschieden van een gedenksteen voor wijlen mevrouw Wilhelmina Drucker, bekend pionierster op het gebied der vrouwenbeweging, die op 5 December 1923 is overleden.

Onze lezeressen zullen zich waarschijnlijk de levensschets herinneren, die wij enkele weken geleden (nr. van 9 Augustus) over Wilhelmina Drucker, publiceerden.

Bloedtransfusie

Wat is bloedtransfusie?

Het is overbrenging van bloed van den enen persoon op den anderen Dit nieuwe bloed vermengt zich dan met het aanwezige bloed.

Dat bloed moet komen van 'n gezond mens.

Dat bloed moet ook geschikt zijn speciaal voor hem of haar, die het ontvangt.

Dit wordt na onderzoek door doktoren uitgemaakt.

Bij de bloedtransfusie is er dus een gever en een ontvanger.

De ontvanger heeft nieuw (voor hem geschikt) bloed nodig.

De gever staat wat van het zijne (door doktoren goedgekeurde) af.

Deze methode wordt tegenwoordig in alle ziekenhuizen toegepast. Men heeft ook een manier gevonden om het bloed enige tijd te kunnen bewaren, zodat het voor gebruik gereed is. De medici bestuderen op het ogenblik de mogelijkheid om conservering voor langere tijd te verkrijgen.

Ook tijdens de oorlog in Spanje werd deze transfusie toegepast bij mensen, die veel bloed verloren hadden en die daardoor in het leven konden blijven.

In Nederland bestaat een centrale bloedtransfusie-dienst; reeds tien jaar werkt deze in een 50-tal gemeenten. Deze dienst wordt nu uitgebreid, omdat de mogelijkheid bestaat, dat in de toekomst bloedtransfusie in grotere mate nodig zou kunnen zijn. Daarvoor worden er op dit ogenblik meer gevers gevraagd. In Amsterdam zijn 1400 personen ingeschreven, die zonder geldelijke vergoeding hun bloed aan een patiënt willen geven. Dit is per keer hoogstens een halve liter, terwijl het alleen gebeurt, wanneer dit voor den gever geen bezwaar oplevert — dus na nauwgezet onderzoek.

De centrale bloedtransfusiedienst hoopt, dat zeer veel gezonde mensen zich voor deze bewerking zullen opgeven. Het Nederlandse Rode Kruis en de Geneeskundige en Gezondheidsdienst te Amsterdam werken hierbij samen.

Wandelwagentje

Een werkloos gezin te Amsterdam vraagt wie een wandelwagentje te missen heeft. Adres. M. van Driest, Columbusplein 35 3e ét.

is om te bevestigen dat ik, de „Worm,' den kapitein al het vorige volkomen betaald heb gezet. Hij is mij nu een maand salaris

schuldig". J ___

Toen werd er een deputatie naar het logies van den Worm. gezonden en die vond hem bezig met z'n pakje uit te trekken, z'n pruik, z'n grijze jurk enz. enz. Hij kwam met de deputatie mee terug' en aan het gejuich kwam geen einde. Eigenlijk geloof ik, dat wij allemaal een beetje teleurgesteld waren, dat er geen schandaal was. Behalve natuurlijk de kapitein zelf en de kolonel. Maar dat ligt in 't mensen natuur.

Vanzelfsprekend had ieder 't over het prachtige toneelspel van den Worm. Waarom had hij nooit verteld, dat hij zo mooi kon acteren? De Worm antwoordde toen rustig, dat niemand 't hem ooit gevraagd had. Maar hij had thuis veel gedaan aan liefhebberijtoneel.

Er werd meteen een toneelclub opgericht onder de aanwezigen, met den Worm als voorzitter. Het geld dat de kapitein hem onmiddellijk betaalde, gebruikte hij later voor costumes en décors.

Toch blijf ik 't een gevaarlijke aardigheid vinden. Je moet niet met vuur spelen, zelfs niet voor de grap.