BINNENHOF

Een eresaluut voor de moeders

We willen u iets vertellen over de begroting van Sociale Zaken. Het departement staat onder het beheer van den sociaal-democraat Van den Tempel. Het is, evenals Economische Zaken, een zeer omvangrijk departement, met o.a. de onderdelen: Arbeidsverzekering, Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, Volksgezondheid, Volkshuisvesting enz. Zeer belangrijke en wetenswaardige onderdelen voor vrouwen. We kunnen uit alles echter maar een greep doen en zullen ons bepalen tot de Volksgezondheid.

Onze partijgenote De Vries—Bruins — als arts deskundig op dit gebied — heeft hierbij belangrijke dingen gezegd.

In de eerste plaats heeft zij gewezen op de algemene gezondheidstoestand, die in ons land zonder meer gunstig is te noemen.

Met trots mogen wij, Nederlanders, er op wijzen, dat de cijfers voor tuberculosesterfte en de zuigelingensterfte in ons land de laagste van Europa zijn,

En nu komt de pluim voor de Moeders!

Het lage cijfer van de zuigelingensterfte schrijft mevr. De Vries—Bruins toe mede aan de verstandige Moeders, die de aanwijzingen van onze prachtige consultatiebureau's zo goed opvolgen en — wat buitengewoon belangrijk is — grotendeels zelf hun kinderen voeden.

Sedert het jaar 1929 is regelmatig het cijfer der zuigelingensterfte dalende geweest. Dit is met recht voor de Nederlandse vrouwen en de organisaties, werkzaam op het gebied der volksgezondheid, een prachtig resultaat.

Dat wij er zo gunstig voor staan, mag ons niet de ogen doen sluiten voor de gevaren, die speciaal in deze tijd de volksgezondheid bedreigen.

Want met de ongetwijfeld moeilijke voedselvoorziening, die komende is, hangt onmiddellijk samen het tuberculose-sterftecijfer. Dat is bewezen door de oorlog van 1914.

In 1914 was dat cijfer 14, het liep de volgende jaren op van 14.3, 16.8, 18.2 tot 20 in het jaar 1918. Deze onrustbarende stijging bewijst, dat men geducht op zijn hoede moet zijn. En daarom bracht mevr. De Vries—Bruins hulde aan de socialistische minister Van den Tempel, die de subsidie voor de tuberculosebestrijding met ƒ 196.500 heeft verhoogd voor 1940.

Ook wijdde partijgenote De Vries— Bruins haar aandacht aan de gezondheidstoestand. Een rapport over de toestand in de gezinnen der werklozen aan het eind van 1930 hebben wij niet. Enkele gedetailleerde gegevens zijn er wel; zo o.a. het rapport over de voedingstoestand der schoolkinderen uit Den Haag van 1934—1937. Hier zijn pl.m. 20.000 kinderen onderzocht; kinderen van minder gesitueerden en van

beter draagkrachtigen. Het resultaat van het onderzoek is een waarschuwing. Het wees n.1. uit, dat de minderbedeelde kinderen bij hun rijkere vriendjes vergeleken i tot 1 jaar in gewicht en lengte achterstonden. Dat is het resultaat van minder goede voeding.

Daarom drong mevr. De Vries— Bruins bij minister Van den Tempel nog eens sterk aan op twee dingen: le geneeskundig schooltoezicht, 2e schoolvoeding.

Het geneeskundig schooltoezicht is nog in lang niet alle gemeenten van ons land georganiseerd. In dit verband wees onze partijgenote nog even op de Groningse gemeenten, waarover we de vorige week schreven.

Verder de schoolvoeding.

Slechts in 200 gemeenten van ons land wordt schoolvoeding verstrekt. Dit is wel voor een deel het terrein van het departement van Onderwijs, maar de minister van Sociale Zaken heeft in verband

Huishoudelijke ketterij

Vooraf de verzekering dat ik zeer gesteld ben op zindelijkheid en dat ik heus niet vies, vuil en smerig ben en momenteel ook niet in een vies, vuil en smerig huis verblijf. Integendeel het is er altijd SQhoon en fris en huis en huisraad kunnen ruimschoots aan elke toets der hygiënische eisen voldoen.

Waarom deze lange tirade? Wel ik ga u wat verkondigen, waar u zo misschien niets van hebben moet en waar u misschien de neus voor ophaalt en wat u in één woord vies vindt. Dat is de grootste vereenvoudiging van het huishoudelijke werk, die u buitendien geen herseninspanning en geld kost n.1.: Werk niet te veel.

Het bovengenoemde huis wordt bewoond door drie volwassenen en één kleine peuter v?n jaar.

Het houtwerk wordt 4 X Per Jaar gedaan en dan afgenomen met water en ammonia. (De moderne verf is meestal lang zo sterk niet, als die uit de goede oude tijd, vandaar dat het in 't algemeen aan te raden is het houtwerk niet of uiterst zelden met zeepsop te behandelen.)

Het linoleum wordt 4 X Per jaar gewreven. Het ziet er goed uit en is veel veiliger voor het verkeer er over, dan het linoleum dat elke Vrijdag met veel arbeidsverspilling zo glimmend geboend wordt.

De meubels worden 2 X Per jaar gewreven. De meeste meubels lijden eerder aan een gebrek van te véél dan aan te weinig was. Veel was geeft donkere vlekken, doet het stof eerder in hoeken en

met de voedingstoestand van het jonge geslacht Éeker ook hieraan zijn aandacht te besteden. Er zijn mensen — onze partijgenote wees er even op — die principiële bezwaren hebben tegen schoolvoeding van overheidswege, omdat zij beredeneren, dat deze zorg uitsluitend' gezinstaak is.

Maar hier worden kinderen de dupe, vooral, omdat in de meeste gevallen wel vaststaat, dat alleen absolute financiële onmacht der ouders de oorzaak is van voedsel-tekort. Dan moet de overheid bijspringen en dit is een groot maatschappelijk belang.

Minister Van den Tempel heeft in zijn beantwoording blijk gegeven, warm te voelen voor alles, wat mevr. De Vries— Bruins aan de orde stelde. Maar omdat het onderwerpen zijn, die niet zuiver alleen Sociale Zaken betreffen, heeft de minister hier niet volledige armslag. Hij zeide echter toe ,,te zullen bevorderen, wat bevorderd kan worden".

Wij geloven dankbaar te mogen zijn, dat het departement van Sociale Zaken in de komende moeilijke tijden in handen is van een zo ernstig, verantwoordelijk en warmvoelend mens als Van den Tempel. H. W.

randen vastkleven en de vingervlekken zijn er veel duidelijker op te zien.

De woonkamers worden om de andere dag gezogen. Toelichting is hier overbodig. Het is er werkelijk niet stoffig.

De ramen worden 1 X i" ie 14 dagen gezeemd. Misschien kan dit zelfs nog wel tot 1 X in de 3 weken vereenvoudigd worden.

Het spreekt van zelf dat huis, huisinrichting en aantal bewoners en het werk van den man (al of niet in huis) grote invloed hebben op het onderhoud. De ene inrichting vraagt meer onderhoud dan de andere. Maar over het algemeen kunnen we zeggen dat hier in ons land door de huisvrouw te veel wordt gewerkt. De stofzuiger heeft veel werk verbannen, „het grondig uithalen" der kamer is niet meer nodig. Zondags kunnen we rustig het hele kamerdoen nalaten of ons tot het uiterste beperken van: even rond de tafel zuigen en het stof, dat erg in 't oog loopt even wegvegen.

Met de sleur der traditie van het eeuwige werken der huisvrouw moet gebroken worden.

Het huishoudelijke werk is de arbeid der vrouw, maar het is niet de gewichtigste kant van haar taak. Zij zorgt tevens voor de opvoeding der kinderen, voor het sfeer-scheppen in huis, voor een goed huwelijksleven, voor maatschappelijk werk buitenshuis, voor het partijwerk, voor eigen leven en ontwikkeling. Daar moet tijd en aandacht voor zijn en daarom mag het huishoudelijk werk niet de hoogste zaligheid zijn.

Er is meer, dat er verre boven uit gaat. E. J. BRUINS.

VOOR DE HUISVROUW