Uit het leven van de Indonesische vrouw ESPERANTO

De baboe

Komt men als Nederlandse in Indonesië, dan moet men niet denken, dat men, hoe graag ook, dadelijk contact zal krijgen met de Indonesische vrouw. Er zijn velerlei redenen die het onmogelijk maken. De belangrijkste is wel het feit, dat daar de Europese en de Indonesische gemeenschap niet mét doch na&st elkaar leven. Wel is waar heeft de Europese samenleving daar typisch Indische kenmerken gekregen, kenmerken overigens die de neiging vertonen nu één voor één te verdwijnen, maar werkelijk contact met de Indonesische heeft zij niet. Het zijn trouwens twee, ondanks drie eeuwen van koloniaal verkeer, volkomen aan elkaar vreemde groepen. De Europeaan, vrij, vrijmoedig bij het brutale af, direct, luidruchtig maar vol energie; de Indonesiër, gereserveerd, bescheiden en schichtig, aan decorum gebonden en daarom langzaam en stil; ziedaar enige sprekende eigenschappen

van Europeaan en Indonesiër, die zich slecht met elkaar verdragen. Daarbij komt, om nog slechts een van de vele voorbeelden te noemen, de invloed van het ontwaakte Indonesische nationale bewustzijn, dat wel contact wil tussen gelijkwaardige partijen, terwijl de.Europese groep bewust en instinctief haar rol als heersende groep niet wil prijsgeven. Dat alles geldt ook voor de verhouding van de Europese en Indonesische vrouw.

De Nederlandse vrouw komt in Indonesië in velerlei functies en omstandigheden. Zij komt daar als getrouwde of ongetrouwde, vestigt zich in de grote of kleinere steden of op ondernemingen in het binnenland, in de cultures op Java of in de Buitengewesten, als vrouw van een ambtenaar of van iemand uit het particuliere bedrijf, ais onderwijzeres, kantoorbediende of winkeljuffrouw, als vrouw van een militair en zo meer. In geen van deze functies komt zij vanzelf in contact met de Indonesische vrouw. Natuurlijk ziet zij Indonesische vrouwen, spreekt zij ze ook spoedig, hetzij in

een soort brabbel-Maleis of in het Nederlands met Indonesische vrouwen die deze taal verstaan. Maai- het zijn dan twee volkomen vreemden, die een paar woorden met elkaar wisselen, contact is er niet, hoewel dit op de duur zeker mogelijk is. De vrouw van een ambtenaar bij het binnenlands bestuur krijgt dit contact eerder dan bijvoorbeeld de Nederlandse, die getrouwd is met een procuratiehouder van een handelsonderneming in een grote s£ad. Een onderwijzeres in een provincieplaatsje komt via haar leerlingen eerder in aanraking met de Indonesische vrouw, dan een lerares die in een grote stad 'es moet geven.

Er is een onzichtbare muur, waaraan van beide kanten sedert eeuwen van koloniaal leven is gebouwd. Met deurtjes gelukkig, die echter slechts met veel goede wil gevonden kunnen worden.

Dit wil niet zeggen, dat de Europese vrouw dus maar weinig te doen krijgt met de Indonesische vrouw. Integendeel. Reeds dadelijk bij aankomst krijgt zij er mee te maken. In de regel komt zij immers in Indonesië in een positie, die het haar mogelijk maakt, een of meer bedienden te hebben.. Mannelijke en vrouwelijke, in de meeste gevallen vrouwelijke bedienden, de ook in Nederland welbekende baboe's. Men heeft daar de was-baboe, de kinder-baboe, de kamerbaboe, de keuken-baboe die gewoonlijk kokki genoemd wordt en nog verscheidene andere soorten baboe's. Een getrouwde Europese vrouw laat zich en haar gezin door een of möer van deze baboe's bedienen. Zij zijn trouwens niet duur. In Batavia kan men ze al krijgen voor 5 gulden of minder per maand, in Djokja zelfs al voor / 2.50 per maand. Een ongetrouwde Nederlandse komt in een hotel of in een pension en wordt daar ook al weer bediend door een baboe van het hotel of het pension of door een eigen baboe.

(Wordt vervolgd.) L. N. PALAR.

ACHTTIENDE LES.

91. Woordvorming.

Het achtervoegsel -irid betekent: waard zijn om, b.v.

vidi — zien vid inda — bezienswaardig kred inda — geloofwaardig i&üdinda — prijzenswaardig estlm inda — achtenswaardig

Dit achtervoegsel wordt niet altijd vertaald met waardig, b.v.:

rid inda — belachelijk dezinnda — te wensen pun inda — strafbaar rekomendmda — aan te bevelen

92. Trappen van vergelijking.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt, welke eigenschap een zelfstandigheid bezit; nu kunnen twee zelfstandigheden een eigenschap in dezelfde mate bezitten, b.v.:

Die boom is hoog en de toren is even l}oog (tiu arbo estas alta kaj la turo estas same alta). De vergelijkende zin luidt dan: De toren is even hoog als de boom (La turo estas same alta kiel la arbo, of: La turo estas tiel alta kiel la arbo). Johan is even dapper als Piet — Johano estas same brava kiel Petro.

Bezit de ene zelfstandigheid de eigenschap in grotere mate (vergrotende trap), dan wordt de vergelijking aldiis:

De toren is hoger dan de boom (La turo estas pli alta ol la arbo). Nego estas pli blanka ol lakto.

Of: De boom is minder hoog dan de toren (La arbo estas malpli alta ol la turo). Hout- is minder zwaar clan ijzer (ligiio estas malpli pesla ol fèro).

Vergelijken we meer dan twee zelfstandigheden, dan kan èén daarvan de eigenschap in de hoogste mate bezitten (overtreffende trap), b.v.: Het huis'is hoog, de kerk is hoger, de toren is het hoogst (La domo estas alta, la pregejo estas pli alta, la turo estas la plej alta).

Zo ook: Jan is dé oudste van mijn drie broers (Jóhano estas la plej aga èl miaj tri fratoj). Die appelen zijn de rijpste (Tiuj pomoj estas la plej maturaj). Van alle rampen is de oorlog de'verschrikkelijkste (El ciuj katastrofoj la milito estas la plej terura).

GiJ GEEFT TOCH OOK UW KRANT NA LEZING AAN EEN NSET-ABONNÉ

Stationsplein te Helsinki

Macht en recht

Helsinki is de hoofdstad van Finland. In de Nederlandse schoolboeken werd zij tot nog toe aangewezen als Helsingfors; echter is de Finse naam Helsinki.

Aantrekkelijk beeld: het grote station, de mooie zuilenrijen, het vrolijke plein. Architecten hebben er hun beste krachten aan gegeven. Reizigers lopen af en aan met de bedrijvigheid, die daarbij behoort. Nu ligt het plein open voor vernieling.

Helsinki wordt immers in deze oorlog beschoten, gebombardeerd. Gebouwen

branden. En er vallen doden — mannen, vrouwen en kinderen. Velen, velen. Want Rusland wil dit vreedzame land, dit vreedzame volk overweldigen. En Finland biedt tegenstand, zoveel het kan. Wat opgebouwd werd, wordt verwoest. Wat ingericht was voor persoonlijk verkeer en handelsbelangen, staat ten prooi aan vernielende bommen. En toch staat aan Finland's zijde het recht en aan de kant der aanvallers het onrecht, terwijl de laatsten oneindig talrijker zijn. dus ogenschijnlijk machtiger. Of die macht het daarom winnen zal? Het „recht" van den sterkste is geen waarborg voor werkelijk recht...