worden, dan van hoofden van gezinnen — goed, maar laat men het principe van draagkracht toepassen daar waar het behoort, n.1. bij de belastingpolitiek, maar niet bij een salarisregeling.

Men zou van alle ongehuwden met eigen inkomen enkele procenten extra in de inkomstenbelasting kunnen heffen. De Staat zou daaruit heel wat meer halen dan uit de extra-verlaging der salarissen der ongehuwde ambtenaren.

Waar bij de groep ongehuwde ambtenaren het overgroot deel uit vrouwen bestaat, meen ik dat in dit blad een enkel woord van protest op zijn plaats is.

B. B. N.

UIT DE VEREENIGING. CONTRIBUTIE.

Op de Jaarvergadering is door verschillende afdeelingen gevraagd of het niet mogelijk zou zijn, de contributie voor onze vereeniging te verlagen. Het Hoofdbestuur heeft toen toegezegd, dit punt in ernstige overweging te nemen. Er is op een Hoofdbestuursvergadering lang over gesproken en wij hebben de zaak van alle kanten bekeken.

Willen wij onze vereeniging in stand houden en dat is op het oogenblik zeer zeker van groot belang, nu de tijden voor de vrouwen weer zoo moeilijk worden, dan is het hoogst noodzakelijk, dat de afdracht tenminste op ƒ 1,25 blijft en ook in de afdeelingen is het niet raadzaam de contributie op minder dan ƒ 2,50 te stellen.

Er werd ook op de vergadering voorgesteld, dat een groep personen dan samen een abonnement zou nemen op ons blad, hierdoor zou het aantal abonnementen aanmerkelijk terugloopen en zouden de kosten per blad weer veel hooger worden. Wij bezuinigen overal waar wij maar kunnen, ons Bureau is verminderd, er hebben minder vergaderingen plaats, maar zonder geld zijn wij absoluut machteloos.

Er is echter een andere oplossing, die in kleine plaatsen en plattelandsgemeenten wel, doch in een groote stad niet doorgevoerd zou kunnen worden en waar het toch in hoofdzaak de plattelandsgemeenten waren, die om contributieverlaging vroegen, willen wij deze oplossing hier even aan de hand doen. Het gaat hier om de manier van contributie innen, en wel deze:

Dat men niet in het begin van het jaar ineens aan de leden een kwitantie aanbiedt van ƒ 2,50, maar dat men bij personen, die bezwaar hebben tegen het betalen van deze ƒ 2,50, maandelijks ƒ 0,20 gaat halen. Tegen dit kleine bedrag per maand kan wel niemand bezwaar hebben. Het gaat dan niet per kwitantie, maar per busje en waar het voor de penningmeesteresse misschien bezwaarlijk is dit alleen te doen, kan men de gemeente in een paar wijken verdeelen en in iedere wijk iemand vragen om dit maandelijks te doen. Het zullen in iedere wijk dan toch ook maar enkele personen zijn, dus is het ook niet veel werk, voor diegenen die zich belasten met het innen van de contributie op deze manier. Het is een systeem, dat in meerdere vereenigingen wordt toegepast.

Laten die afdeelingen, die om verlaging hebben gevraagd eens probeeren of het op deze manier gaat en dan hooren wij op de volgende Jaarvergadering wel eens of zij hiermede succes hebben gehad. E. H. Piepers.

ONS VERWEERSCHRIFT.

Uitgegeven in opdracht van onze Vereeniging zag dezer dagen bij Tjeenk Willink het licht: „De Triomf van het Wanbegrip" (Famke's beweringen) gestuit door 12 respectabele publicisten wier namen men in de advertentie in dit nummer aantreft.