IN MEMORIAM C. S. GROOT

Zoo is dan onze lieve geestige Kee heengegaan, na lang en geduldig gedragen lijden.

Tot het laatst is zij zich zelve gebleven. Vol belangstelling voor de idealen, waarvoor zij zoo vele jaren met hart en ziel heeft gestreden: de gelijkgerechtigdheid van man en vrouw, en de gelijkmaking van de ontwikkelingskansen voor allen. Idealen, die beide vereenigingen, die heel haar hart bezaten, gemeen hebben: de Vrouwenbeweging en de Vrijzinnig-Democratische Bond.

Hoe heeft ze daarvoor haar beste krachten gegeven!

Haar gedegen kennis van zaken, haar geestige invallen, maakten haar tot een der geliefdste spreeksters, waar zij optrad in stad en lande!

Wie denkt niet met genoegen terug aan haar als Marytje de Noord-Hollandsche boerin die in dialekt zoo pittig de vrouwenrechten verdedigde, en zoo menigeen voor onze zaak heeft gewonnen.

Zij gaf voor de propaganda van haar beginselen en idealen haar beste krachten, jaar in, jaar uit, ondanks haar wankele gezondheid.

Maar wij, haar strijdgenooten in de lange jaren van strijd voor het vrouwenkiesrecht, en na de overwinning voor de opheffing van achterstelling der vrouw in wet en maatschappij; wij waardeerden Kee nog anders en beter dan als uitnemende, geestige spreekster. Wij zagen in haar de goede gave mensch, de vrouw van hoog karakter en warm hart!

Het doet ons goed thans te herinneren hoe op haar zestigste verjaardag van alle zijden haar dank en hulde is gebracht voor haar strijden tegen onrecht en achterstelling.

Lieve Kee, wij zullen je niet licht vergeten — de herinnering aan je prettige, begaafde persoonlijkheid zal in ons blijven voortleven.

B. Bakker-Nort.

KEE GROOT f

Wij Rotterdammers noemden haar langen tijd graag „onze Kee", al wisten we zoo goed, dat zij de Kee, en nog meer de Marytje, van het heele land was. Dat was, toen zij in Rotterdam woonde en wij midden in den strijd voor 't Vrouwenkiesrecht stonden. Toen was Kee op de bres en terwijl zij haar krachten en haar groot redenaars talent voor het heele land gebruikte, had zij toch altijd nog tijd en kracht over om in Rotterdam te helpen, als haar hulp gevraagd werd. Altijd bereid was zij om te spreken, hetzij als de onbetaalbaar geestige Marijtje, hetzij als de ernstige, maar altijd pittige Kee Groot. Door haar eenvoudige en juist daardoor zoo sprekende voorbeelden, uit het leven gegrepen, trof zij de harten van haar hoorders en niet het minst van de mannelijke. Haar „goejen êvond saomen", waarmee zij dadelijk bij haar verschijnen een ieder pakte, zullen wij helaas nooit meer hooren; noch de verhalen van haar gefingeerd huishouden, waarbij zij de politiek van den dag zoo kranig te pas bracht, waardoor haar rede voor mannen en vrouwen beide zoo belangrijk en leerzaam werd.

Toen de Ver. v. Vrouwenkiesrecht van naam was veranderd, bewees zij Rotterdam den grooten dienst het presidentschap der Afdeeling op zich te nemen, toen de toenmalige voorzitster wegens ziekte moest aftreden.

Onzen dank voor alles, wat zij voor Rotterdam deed, hopen wij te toonen door in haar geest voort te werken aan het verkrijgen van haar ideaal: gelijkgerechtigdheid van man en vrouw, en gelijke ontwikkelingsvoorwaarden voor allen.

Namens de Afd. Rotterdam A. B. Knappert.