BOEKBESPREKING

E. M. F. Buys-Kleyn. De vrijheid der Christenvrouw, in en buiten huwelijk.

Deze ongeveer 25 blz. lange brochure, uitgegeven door „De Protestantsche vrouw" verdient onze groote belangstelling. Als werkelijk de woorden van Mevr. Buys-Kleyn weerklank vinden in Christelijke kringen, als haar stem niet is die eener roepende in de woestijn, maar als vele Christenvrouwen zoo denken of zullen gaan denken, dan zullen wij spoedig voor wat de practische toepassing onzer beginselen betreft in haar krachtige medestrijdsters vinden. Mevr. Buys-Kleyn bekijkt de wereld vanuit haar Christelijk standpunt, maar dat is niet het standpunt, dat wij door vele Christenen zien innemen.

Juist op grond van het Christendom komt Mevr. Buys-Kleyn tot de overtuiging dat de vrouw is de medearbeidster, levensgezellin van den man.

„Nog te veel ziet de man" aldus schr. „ook in onze Christelijke kringen, in de z.g. werkende vrouw een concurrente, of, zoo hij haar als collega aanvaardt, maar al te vaak een inferieure en aan hem niet gelijkwaardige arbeidskracht. Dit kan zijn wanneer de vrouw arbeidt in een voor haar beslist ongeschikt beroep, maar het komt ook voor daar, waar de vrouw evengoed en soms beter voldoet dan de man. Hij ziet nog teveel met een bijna Joodschen (rabbijnschen) kijk: de vrouw, levend onder de wet der zonde, en niet: de Christin, levend onder en bevrijd door de wet van Christus, uitgaande met haar roeping als evangeliste óók daar, waar zij een beroep uitoefent en staat in haar volle vrijheid, niet levend onder wat Gods Woord noemt: de wet des mans.

De graaf van Zinzendorf was reeds in 1758 een ander, een Christelijker beoordeelaar van de vrijheid der vrouw, toen hij in een rede zeide: Door Eva's val was uit de hulpe een dienares geworden. De booze geest voer in de mannen, om de vrouwen tot verzorgsters te nemen. Inplaats zich te verheugen in haar ziel.(blz. 12)."

Dit zijn wel heel andere klanken, dan die wij gewoon zijn van deze zijde te vernemen.

„Wij hebben" vervolgt schr. op blz. 24, „in de maatschappij toe te zien, dat de vrouw daar werkt in die beroepen, waar haar plaats is, waar zij door haar talenten en gaven gewenscht en zelfs noodig is, gehuwd of ongehuwd.

Dus ook voor de gehuwde vrouw vraagt schr. vrijheid.

De lezing van dit boekje is zeer aan te bevelen, vooral om kennis te nemen van wat er ook leeft in Christelijke kringen. E. A.

NED. BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE PLATTELANDSVROUWEN

Jaarvergadering te Utrecht.

Konden wij na de vorige algemeene vergadering bericht geven van een opgewekt vereenigingsleven, dit jaar kunnen wij weer hetzelfde doen.

Er kwamen 18 nieuwe afdeelingen tot stand en 4 gewestelijke vereenigingen, zoodat het totaal ledental nu bedraagt 3269 leden. Ze zijn verdeeld over 44 plaatselijke en 4 gewestelijke afdeelingen. Van dit ledental vindt men er 1800 in Drente en 559 in Groningen; daarna volgen Zeeland, Noord Holland en Overijsel.

Behalve over de gewone interne kwesties werd er een uitvoerige gedachtenwisseling gehouden over de wenschelijkheid, om in vele afgelegen en achterlijke gemeenten naast wijkverpleegsters ook landbouwhuishoudonderwijzeressen te plaatsen, die geregeld huisbezoek zouden moeten doen, die aan de vrouwen en meisjes practische cursussen zouden moeten geven en bij wie in veel dingen om raad gevraagd zou kunnen worden.

Van uit de vergadering werd er een telegram verzonden aan den ministerraad met het verzoek, het bestuur een onderhoud te willen toestaan naar aanleiding van