St.partij „De Vrijheidsbond", Ver. Onderl. Vr.besch., Kath. Bond van Ziekenverpl., Bd. van de Kleedingindustrie.

De navolgende motie werd aangenomen:

„De Ned. Ver. enz., overwegende, dat elk mensch, de vrouw zoowel als de man, moreel recht heeft op arbeid als bron van een zelfstandig bestaan; dat de huidige werkloosheid gelijk andere crisisnooden even zwaar drukken op de vrouw als op den man; dat het daarom onrechtvaardig is dat overheid en ook particulieren de werkloosheid van den man gedeeltelijk trachten te verschuiven naar de vrouw, door den nog beschikbaren arbeid aan haar te ontnemen en voor hem te reserveeren; protesteert tegen de achterstelling van de vrouw, die haar terug zal voeren naar volkomen oeconomische afhandelijkheid;

besluit deze motie ter kennis te brengen van de regeering en ze te publiceeren. Gesproken werd over propaganda, het vormen van comité's van actie in alle plaatsen en over de gezamelijken oprichting van een bureau voor moreele steun» arbeidsbemiddeling en informatie voor de intellectueele arbeidster in den ruimsten zin van het woord.

Als vervolg op de vergadering van 8 December '34 te Utrecht kwamen op 11 Januari '35 de afgevaardigden van de meeste dezer Vereenigingen, waarbij zich nog gevoegd hadden de Ver. v. Vr.artsen en de Bd. v. Huishoudpersoneel, met 2 afgevaardigden onzer Vereeniging bijeen. Men besloot in de week tusschen 17 en 23 Maart '35 in de groote plaatsen van ons land vergaderingen te beleggen. Deze week werd gekozen, omdat in dien tijd over de geheele wereld, uitgaande van de Business and Professional Women, vergaderingen over het ontwerp Vrouwenarbeid zouden worden gehouden. Een Werkcomité werd gekozen, bestaande uit de dames: Bouwmeester (Werkende Vrouwen), Ribbius Pelletier (S. D. Vrcl.), Teilegen (Vr. met Acad. Opl.); en Polak-Rosenberg (Vrouwenbelangen). Dit comité stelde een vlugschriftje samen, getiteld „Vrouwenarbeid .... een maatschappelijk belang", dat een groot succes was.

Vergaderingen werden belegd in Groningen, Leeuwarden, Deventer, Den Haag» Amersfoort, Amsterdam, Rotterdam en Arnhem.

Deze actie oogstte overal de grootste belangstelling.

Het comité werd intact gelaten om, zoo noodig, weer de verdediging van vrouwenarbeid voort te zetten.

Uitgegeven werden

verschillende vlugschriftjes.

1. rede van Mr. Estella Simons, gehouden op de studieconferentie te Amersfoort.

2. blauwe folder voor propaganda onder de jongeren (voorstel Schoondijke).

3. insluitbriefje.

4. vlugschriftje van Mevr. Polak-Rosenberg, genaamd „Vrouwenarbeid.... een maatschappelijk belang".

5. Vrouwen stemt op Vrouwen (verkiezing Prov. Staten).

6. een telefoonlijstje met zakkalender.

7. verslag Jongeren conferentie door Mej. Jane de Iongh

terwijl Mej. Joh. Naber een brochure samenstelde over wat het feminisme der Nederlandsche vrouw bracht, die groote propagandistische waarde heeft en door de afdeelingen goed werd afgenomen.

De brochure contra Famke werd ook in 1934 nog goed verkocht.

T. HUYSER roRRFTS

TEL. 48483 HEILIGEUJES Z-4-6