In Porto-Rico is voor de eerste maal een vrouw benoemd tot emigratie-commissioner.

En nu de schaduwzijden: Door de Nationaal Socialistische Dictatuur in Duitschland wordt de vrouw opnieuw als een minderjarige behandeld; men wil haar invloed op het lot van het Duitsche volk geheel uitschakelen, zooals uit elke gestie blijkt.

Er is geen sprake van dat een nieuwe Duitsche vrouwenbeweging ontstaan zou zijn. Het „Frauenfront" bestaat feitelijk uit arbeidsters, die deel uitmaken van vakbonden en aan het hoofd daarvan worden slechts Nationaal-Socialistische vrouwen gesteld, die de nieuwe beginselen onder de vrouwen willen verspreiden en toepassen. Het leven wordt voor de vrouwen overal uiterst moeilijk gemaakt en men dwingt haar feitelijk tot ontslagname uit haar functies. Er worden nog maar heel weinig meisjes tot de universiteiten toegelaten en men wenscht, dat zij meer voor huishoudelijke beroepen en philantropie worden opgeleid. Om de vrouwen eenigszins te winnen, worden leeningen verstrekt aan jonge en faciliteiten toegestaan aan groote gezinnen. Er is in den militaristischen Hitlerstaat voor de vrouw geen plaats op de arbeidsmarkt en zij kan geen anderen persoonlijken invloed uitoefenen dan die, welke door de Nationaal-Socialistische Regeering wordt voorgeschreven en gecontroleerd.

Het aantal studenten, dat jaarlijks wordt toegelaten, is tot 15.000 gelimiteerd; meisjes hebben slechts recht op één tiende der beschikbare plaatsen. Voor de toelating zal niet alleen rekening worden gehouden met de intellectueele capaciteiten der candidaten doch ook met hun physiek, karakter en „burgerdeugden". In December 1933 kondigde de Centrale Artsenorganisatie als een harer doeleinden aan „het onmogelijk maken van de medische studie voor vrouwen".

Van den anderen kant werden maatregelen getroffen dat ook vrouwen deelnemen aan den vrijwilligen arbeidsdienst; voor meisjes omvat deze: huishoudonderwijs, tuinbouw, opleiding in het boerenbedrijf, etc.

Door vooraanstaande vrouwen uit de vroegere conservatieve partijen werd een interessante brochure uitgegeven: „Deutsche Frauen an Adolf Hitier"; hierin wordt voor vrouwen algeheele gelijkheid van rechten opgeëischt, evenals de vrijheid om haar gaven en bekwaamheden ongehinderd te kunnen ontwikkelen. (Wordt vervolgd).

Een woord van Hegel-Bolland.

„De wereldgeschiedenis is de vooruitgang in het bewustzijn der Vrijheid, — een vooruitgang, dien wij in zijne noodzakelijkheid te beseffen hebben".

Leden schenkt onzen adverteerders Uw aandacht, ook zij steunen ons werk.

BIBLIOGRAFIE

F. E. Baily: Lady Beaconsfield and her times (Hutchinson, London 18 sh.).

R. Strachey: Careers and openings for women (Faber, London 7/6).

Dr. E. F. W. Eberhard: Feminismus und Kulturuntergang (W. Braumuller, Wien

und Leipzig Rm 18).

Mevr. Gunning: De vrouw en het fascisme (Nederl. Nat.-soc. uitgeverij 0.10). E. F. Griffith: Modern marriage and birth control (Gollancz, London 5 sh). Margaret Kornitzer: The modern woman and herself (Jonathan Cape, London 4/d). L. Pruette: Women workers through the depression (Macmillan N.Y. 2 $). J. Langdon-Davies: A short history of women (Jonathan Cape, London 4/d). A. A. Noskoff: Meine Frauenlegion (Union deutsche verlagsgesell. Stuttgart Rm. 2.85).

Else Frobenius: Die Frau im Dritten Reich. 1933. Nationaler Verlag. Berlin. Guida Diehl: Die Deutsche Frau und der National-Sozialismus. 1933. Neulanderverlag. Eisenach.