en waarin de candidatuur van mevr. van Gelder-Droste bestreden wordt.

De Presidente deelt thans mede, dat het de bedoeling van mej. Tendeloo is het bureau voorloopig in Den Haag te laten, doch dat zij zich het recht voorbehoudt later een voorstel tot verplaatsing te doen.

Mevr. Posthumus-van der Goot verdedigt het standpunt van Mej. Tendeloo; mevr. van der Molen-De Baan zet nogmaals haar bezwaren uiteen.

Bij de stemming behaalden mevr. van GelderDroste 70, Mej. Tendeloo 69 en Mevr. Witholt-Broese v. Groenau 3 stemmen, terwijl 4 stemmen blanco werden uitgebracht.

Intusschen rezen uit de vergadering ernstige bezwaren tegen de herstemming tusschen mevr. van Gelder-Droste en mevr. Reneman-Scheers. Mr. Kappeyne verdedigt de handelwijze van het stembureau: In de statuten is dit geval niet voorzien; een herstemming tusschen alle candidaten die de vereischte meerderheid behaalden, zou nooit of slechts na eindelooze herstemmingen tot een resultaat kunnen leiden. Dit was dus de eenig mogelijke handelwijze voor het stembureau, tenzij men een geheel nieuwe stemming, en dan plaats voor plaats, zou wenschen, wat zeer veel tijd in beslag zou nemen.

Mevr. Gorter, Den Haag, is van oordeel, dat eenvoudig de zes, die de hoogste stemmenaantallen behaalden ,als gekozen moeten worden beschouwd. Mr. Kappeyne voert hier tegen aan, dat dit de eenige niet-statutaire oplossing zou zijn; iemand, die met voldoende meerderheid is gekozen, kan niet zonder meer afvallen.

Er wordt gestemd over de al- dan nietgeldigheid der stemming; deze wordt met 99 vóór en 51 tegen geldig verklaard.

Thans kan dus herstemming voor het presidentschap plaats vinden en wordt mevr. van Gelder-Droste met 74 tegen 72 stemmen gekozen.

De presidente doet een dringend beroep op de afdeelingen en de H.B.-leden om te komen tot een goede samenwerking met de nieuw gekozen presidente. Zij richt zich daarop tot de aftredende H.B.-leden. Van de beide heeren, Mr. van Dullemen en Mr. Veegens had zij steeds de grootst mogelijke medewerking ondervonden, de nieuwe statuten zijn grootendeels het werk van Mr. Veegens; ook aan de dames mevr. Bakker-Nort, die reeds eenigen tijd geleden wegens drukke werkzaamheden en huiselijke omstandiqheden aftrad, en mevr. Polak-

Rosenberg, de aftredende vice-presidente, brengt zij dank voor het vele dat deze voor de Vereeniging gedaan hebben.

De Vergadering onderstreept deze woorden met een hartelijk applaus.

Mevr. Polak spreekt als scheidende vice-

presidente een persoonlijk woord tot Mej. Piepers, in wie zij de groote hoffelijkheid prijst en de groote trouw, ook in het kleine. De secretaresse uit haar dankbaarheid jegens de aftredende presidente voor het vele, dat zij van haar geleerd heeft; Mej. Bouwmeester dankt haar, als vertegenwoordigster van de grootste en „lastigste" afdeeling, namens alle afdeelingen.

Aan de orde zijn de voorstellen.

Het eerste voorstel van afd. Den Haag is meer een motie dan een voorstel. De vergadering is het met de strekking eens, echter is men van oordeel, dat dit niet in het Huish. Reglement behoort te worden opgenomen.

Het tweede voorstel-Den Haag wordt aangenomen, gedeeltelijk geredigeerd volgens amendement-Amsterdam, en dus luidende:

„De vergadering spreke den wensch uit, dat de besluiten der Alg.Vergaderingen ter kennis der leden zullen worden gebracht, en bij hoofdelijke stemming over deze besluiten ook de stemmenaantallen vóór- en tegen vermeld zullen worden".

Mej. Andreae licht 'het voorstel-Hilversum toe. De vergadering is echter van oordeel, dat dit een afdeelingskwestie is. Het oprichten van een portefeuille is zeker een aardig en aanbevelenswaardig idee, maar zou in den kleineren kring der afdeelingen moeten geschieden en niet van het H.B. uitgaan.

Wat het voorstel van de afd. Zaltbommel betreft, hiervoor is het thans wat laat geworden. De presidente zegt toe, dat men nieuwe bewerking van het brochuretje van Mej. Mr. Adriaanse zéér op tijd zal worden uitgegeven, opdat de afdeelingen daarmede kunnen werken voor de Kamerverkiezingen van 1941.

Daar er niet meer voldoende tijd beschikbaar is om het ingrijpende voorstel van de afd. Amsterdam te behandelen .schorst de Presidente de vergadering.

Om zeven uur vereenigen de aanwezigen zich aan een gezellige maaltijd in de theeschenkerij „Sonsbeek , waarvan de afd. Arnhem alle eer had; speciaal de aardige tafelversiering viel zeer in den smaak.

Op den Zondagmorgen te 10 uur heropende de Presidente de vergadering en kreeg Mej. Bouwmeester gelegenheid het voorstel-Amsterdam nader toe te lichten en te verdedigen. Het standpunt van Amsterdam is in hoofdzaak dit: om invloed te kunnen uitoefenen moet de Vereeniging een groot aantal leden hebben; in tijden van betrekkelijke rust moet de Vereeniging groot gemaakt worden, daarom moet thans een deel van het kapitaal besteed worden aan een goede propagandiste, die door huisbezoek, waarvoor bestuursleden nooit voldoende tijd