Minister Romme tot beperking van de arbeid van meisjes ons weer tot actie. Op de beproefde vxriito arl wü 111 6ci1 Memorie van

Toelichting aan de adviescommissie, die de Hooge Raad van Arbeid op dit punt moest voorlichten en/zonden ook van dit puntig stuk vele exemplaren door het land.

Sedert trad het Kabinet Colijn af en daarmee ook Minister Romme. Het behoeft ons niet te verwonderen, dat zijn opvolger aan Sociale Zaken, die zelve indertijd deel had uitgemaakt van de adviescommissie over het zo fel bestreden eerste ontwerp Romme, verklaarde het niet wederom te zullen indienen.

Voor deze intrekking zijn wij dankbaar, maar toch is er nog geen reden om de wapens ter verdediging van de vrijheid van arbeid voor de vrouw neder te leggen. Want nog bestaat de circulaire van het Ministerie Colijn, die de aanleiding was tot de vergadering in December 1934 en wij vragen ons af of in de zware tijden, die wij thans beleven en die van allen offers vragen, maar ook een beroep doen op aller arbeidskracht, niet het ogenblik is gekomen om ook deze achteruitzetting der vrouw ongedaan te maken. Ook haar steun en hulp is nu meer dan ooit nodig en daarom geven wij den moed niet op, maar blijven strijden voor: Vrijheid van Arbeid voor de Vrouw.

Ch. L. Polak-Rosenberg.

PARLEMENT ARIA.

Eerste Kamer.

Als wij in het kort nagaan, wat in de afgeloopen maand in het Parlement is behandeld, dan zij allereerst vermeld, dat de Eerste Kamer, enkele maanden vroeger dan gewoonlijk, begonnen is mét de behandeling van de Kijksbegrooting. Voor zoover bekend, is het in ons parlementair leven nog nooit voorgekomen, dat het college van senatoren reeds een aanvang maakte met de algemeene beschouwingen, als nog maar enkele begrotingshoofdstukken in de Tweede Kamer aan de orde zijn geweest.

Natuurlijk is ook hier de Kabinetsformatie nogmaals de revue gepasseerd, met voor- en tegenstanders van de gevonden oplossing. Merkwaardig was daarbij zeker dat de afgetreden Minister-president, dr. H. Colijn, die dezen keer zijn poging moest opgeven, aan het debat deelnam. Dat hij daarbij een warm pleidooi hield voor zijn aanpassingspolitiek moge begrijpelijk zijn, even begrijpelijk is hét, dat een deel der Kamer verheugd was, dat daaraan een

einde is gekomen.

Overigens behoeft het geen verwondering te wekken, dat enkele senatoren — de Eerste

Kamer is nu eenmaal wat conservatiever dan de Tweede — gekant waren tegen het opnemen van sociaal-democraten in het Kabinet.

T weede Kamer.

Tot nog toe zijn in de Tweede Kamer de begrootingen van Economische, Binnenlandsche en Sociale Zaken behandeld. Bij alle drie waren de gevolgen van den internationalen toestand voor ons land duidelijk merkbaar. De moeilijke positie van land- en tuinbouw der laatste jaren zal er onder de huidige omstandigheden niét beter op worden. De zeevisscherij heeft zwaar te lijden onder den oorlog ter zee. Men behoeft slechts de verlieslijsten der Neutralen er op na te zien, om te beseffen met hoeveel gevaar onze scheepvaart wordt bedreigd en men kan slechts den moed bewonderen van hen, die desondanks hun beroep blijven uitoefenen.

Ook voor den Middenstand, die het al niet zoo rooskleurig had, brengen de prijsstijgingen nieuwe moeilijkheden, terwijl de industrie, door gebrek aan grondstoffen, een zwaren tijd tegemoet gaat.

noarKit Lr r»m f" rlan als direct aevola van den

oorlogstoestand de distributie, die aan het departement van Economische Zaken veel zorgen vereischt.

Er is in de Tweede Kamer gesproken over ordening, prijsregeling, het vaststellen van maximum-prijzen, het toekennen van rijkswege van toeslagen om te prijzen laag te houden, of te verlagen. Algemeen was men van oordeel, dat eenige prijsstijging niet tegen te houden zou zijn. De huisvrouwen hebben reeds ervaren, dat deze zich reeds heeft ingezet.

Bovendien is de aanvoer van producten in oorlogstijd uit het buitenland lang niet altijd verzekerd. En de Minister van Economische Zaken, Mr. Steenberghe, moesrt, hoewel hij soms wel eens optimistisch deed, verklaren, dat wij, wat deze aangelegenheid betreft, reeds nu dezelfde moeilijkheden ondervinden als die, waarmede wij in den oorlog in de jaren 1917 en 1918 hadden te kampen. Thans, nu Engeland de verscherpte blokkade heeft afgekondigd, kon het nog wel eens erger worden.

Luchtbescherming.

Bij de behandeling van de begrooting van Binnenlandsche Zaken was een groot deel der besprekingen gewijd aan de luchtbescherming. Mevrouw C. F, baronnesse Mackay-Katz hield een ernstig pleidooi voor meer leiding van de

^Mevrouw A. E. J. de Vries-Bruins kwam wederom krachtig op voor de belangen der krankzinnigen.